Rijkswaterstaat wil wegwerkers en weginspecteurs beter beschermen door hun aanwezigheid op of langs de weg eerder aan weggebruikers kenbaar te maken via systemen in de auto. Daarom gaan we aannemers stimuleren hun digitale zichtbaarheid te vergroten. Een van de mogelijkheden die we onderzoeken, is om aannemers te verplichten met digitaal volgbare actiewagens te werken. ‘De stroom veiligheidsdata die zo op gang komt stellen we via het Nationaal Dataportaal Wegverkeer beschikbaar aan aanbieders van applicaties. Zo bereiken waarschuwingen steeds meer weggebruikers ’, zegt Johann Visser, senior adviseur bij Rijkswaterstaat.
Hij legt uit dat Rijkswaterstaat alles wil doen om ongelukken te voorkomen. ‘Het is niet alleen omdat de Arbowet ons verplicht om wegwerkers veilige arbeidsomstandigheden te bieden. We voelen het als wegbeheerder ook nadrukkelijk als onze verantwoordelijkheid om verkeer veiliger te maken.’
‘Digitale hulpmiddelen leiden weggebruikers steeds vaker af’
‘Digitale hulpmiddelen leiden weggebruikers helaas steeds vaker af’, zegt Visser, doelend op onder meer appen tijdens het rijden. ‘Wij willen diezelfde technologie juist graag benutten om mensen in het verkeer op concrete risicolocaties beter te laten opletten. Wij weten dat onze aannemers veiligheid ook belangrijk vinden. Maar we weten ook dat zij graag duidelijkheid krijgen over wat wij van hen verwachten.’
Tweesporen-aanpak
Rijkswaterstaat volgt een tweesporen-aanpak om de veiligheid van wegwerkers en weginspecteurs te vergroten. Het eerste spoor is het opnemen van een verplichting in nieuwe contracten met aannemers, om digitale signaleringssystemen te gebruiken. Het tweede spoor is het opnemen van deze systemen in CROW-richtlijnen voor werk in uitvoering. ‘Voor contractvoorwaarden geldt dat wij de naleving controleren, zodat sprake is van een gelijk speelveld tussen concurrenten.’ Beide sporen verkeren volgens Visser nog in een vroeg stadium.

Elke aanrijding is er één te veel
Weginspecteurs zorgen voor een veilige en goede doorstroming. Zij zorgen er dagelijks voor dat weggebruikers vlot en veilig van A naar B kunnen. Bij pech of een ongeval zijn ze vaak als eerste ter plaatse in hun gele pick-ups of op de motor om de rijbaan zo snel mogelijk weer vrij te krijgen. Dat doen ze onder meer door af te stemmen met hulpdiensten, door berging te regelen, verkeer langs incidenten te leiden of kleine schades aan de weg te herstellen. In totaal zijn er meer dan driehonderd inspecteurs, die even cruciaal als risicovol werk doen: ze opereren vaak op locaties waar verkeer met hoge snelheid voorbij raast. Vorig jaar leidde dit tot 16 aanrijdingen met de pick-ups of voertuigen van weginspecteurs.
Rijkswaterstaat maakt zich daar ernstig zorgen over, want elke aanrijding is er één te veel. ‘Daarom testen we nu een systeem dat tijdig digitaal zichtbaar maakt waar weginspecteurs precies staan. We verwachten dat wanneer alles goed gaat, we medio 2025 een datastroom richting NDW kunnen realiseren. NDW deelt informatie met alle service providers waardoor weggebruikers onderweg nog beter geïnformeerd zijn.’
Nog een stap verder gaat een systeem dat weggebruikers waarschuwt dat zij gepasseerd gaan worden door een inspecteur met blauw zwaailicht die onderweg is naar een incident. Visser verwacht dat dit systeem voor de jaarwisseling in de lucht komt. ‘We zijn met NDW, aannemers en anderen bezig met de voorbereidingen op de invoering van waarschuwingssystemen. Die zijn niet alleen gericht op auto’s van weginspecteur maar bijvoorbeeld ook op actiewagens. Deze initiatieven komen voort uit Europese afspraken. Ook andere landen zoals Duitsland en Oostenrijk ontwikkelen dit soort systemen.’
Of het nu om wegwerkers of weginspecteurs gaat, in alle gevallen moeten zij de volle aandacht kunnen richten op hun werk. ‘Daarom richten we waarschuwingssystemen zó in dat zij zo min mogelijk of zelfs helemaal geen extra handelingen hoeven te verrichten om traceerbaar te zijn. We zorgen er bijvoorbeeld voor dat elektronische signalen automatisch op gang komen zodra een inspecteur het zwaailicht aanzet of het digitaal informatiepaneel bovenop zijn of haar auto openklapt.’
Samenwerking met partners
‘Bij gewijzigde verkeerssituaties telt iedere seconde’
Een belangrijke partner waarmee Rijkswaterstaat al lang samenwerkt om verkeersveiligheid op de voorgeschreven manier te vergroten, is EBO van Weel. Deze producent van verkeerssystemen en traffic software verstuurt jaarlijks ruim 29 miljoen waarschuwingen naar weggebruikers. Hun ‘Digitaal Zwaailicht’ systeem geeft ‘early warnings’ over bijvoorbeeld de aanwezigheid van pijlwagens en tekstwagens.
De meldingen komen in de auto via aanbieders als Flitsmeister, Waze of TomTom. Het C4Safety-project zorgt voor een stroomversnelling doordat data van EBO van Weel en andere partijen naar het NDW gaat en zo voor élke provider beschikbaar komen. Daardoor neemt het bereik verder toe. De monitor Smart Mobility 2024 van Rijkswaterstaat laat zien dat op bekende routes 71 procent van alle automobilisten in-car reis- en routeinformatie gebruikt. Op onbekendere, minder vaak gereden routes ligt dit zelfs al op 97 procent. Rijkswaterstaat ziet dat het liefst naar 100 gaan, zodat élke weggebruiker goed geïnformeerd is en rekening kan houden met wegwerkers en weginspecteurs.
Op weg naar real time informatie
Justin Koster, specialist verkeerssystemen en software bij EBO van Weel, vertelt dat gegevens steeds actueler zijn, doordat de snelheid van techniek de laatste jaren met sprongen vooruit gaat. ‘In 2017 kostte het ons dertig seconden om na het uitklappen van de pijlwagen een waarschuwing te geven aan bestuurders. Inmiddels is dat nog maar tien seconden. Het duurt niet lang meer voordat we verkeersinformatie in real time kunnen doorgeven. Dat is belangrijk, want we willen weggebruikers zo snel mogelijk waarschuwen voor gewijzigde verkeerssituaties. Iedere seconde telt hierbij. Er gebeuren nog altijd te veel aanrijdingen met pijlwagens, weginspecteurs en wegwerkers.’
Digitale waarschuwingen helpen weggebruikers om te anticiperen door vaart te minderen en van rijstrook te wisselen als dat nodig is. ‘Zo creëren we een veilig wegvak voor wegwerkers en weginspecteurs. Daar draait het uiteindelijk allemaal om’, zegt Koster. ‘Dat zij weer naar huis kunnen zodra ze hun werk veilig hebben gedaan.’