Marktdag 2016

Dit artikel hoort bij: Rijkswaterstaat & 02

'Marktvisie is een werkwoord'

Samen stappen zetten op de Marktdag 2016

Een goedgevuld LEF future center vormde 30 maart het decor van de Rijkswaterstaat Marktdag. Hoe kunnen we de Marktvisie samen van papier naar praktijk brengen? Dat was de centrale vraag waarover Rijkswaterstaat en partners met elkaar in gesprek gingen.

Onder het thema ‘Samen samenwerken’ bespraken marktpartijen, brancheorganisaties, kennisinstituten en Rijkswaterstaat met elkaar de Marktvisie. Met presentaties, dialoogsessies en VIP-meetings werden de volgende stappen gezet naar betere samenwerking.

Bekijk hieronder een sfeerimpressie van de Marktdag 2016.

Cultuurverandering: altijd ingewikkeld
Lars Sørensen bijt als dagvoorzitter het spits af. ‘De komende 2 jaar gaat er 8 miljard euro vanuit Rijkswaterstaat naar de markt. De samenleving verlangt van ons dat we dat geld op een slimme en innovatieve manier besteden. Daarvoor is de Marktvisie, die vooral over een andere manier van samenwerken gaat. En dus over een cultuurverandering. Dat is altijd ingewikkeld. Maar: wat je geeft, krijg je ook terug. Net als in een goed huwelijk.’

Kennis, power, durf
Ook Cees Brandsen, hoofdingenieur-directeur Grote Projecten en Onderhoud, vindt het essentieel om blijvend te investeren in de relatie tussen Rijkswaterstaat en de bouwsector. Dat geldt voor alle inkoopdomeinen: van GWW tot Bedrijfsvoering. ‘De maatschappij verandert snel en verwacht veel van ons. Zo moeten we projecten in een hoger tempo en innovatiever opleveren. Door vaak de dialoog met elkaar aan te gaan, kunnen we ook problemen snel met elkaar oplossen. Dat vergt durf, want we moeten het dus ook aangeven als er zaken níét goed gaan. Maar er zit zoveel kennis én power in de sector, dat ik ervan overtuigd ben dat dit gaat lukken.’

Bekijk hieronder het gesprek tussen Lars Sørensen en Cees Brandsen:

Lars Sørensen:
'Hoe beter het applaus, hoe beter de inhoud dames en heren. Wij gaan klappen voor directeur GPO, Cees Brandsen. Je hebt al wat gekregen.'

Cees Brandsen:
'Ja, ja, ja, ik heb al wat in ontvangst genomen.'

Lars Sørensen:
'Ik heb het toch goed begrepen? Het gaat toch over die relatie die een andere vorm moet krijgen? Ze zeiden tegen mij: “Lars, het zag er vroeg heel erg juridisch uit. We waren vooral bezig met, we gaan het doen volgens dit contract en alle risico’s uitbannen.” Maar jullie willen dat nu weer dichter bij de persoon brengen?'

Cees Brandsen:
'Ja, dat is zo. Kort en bondig “ja”. Of ik nou niet of ik op Tinder naar links of rechts had moeten schuiven, dat ben ik ik even kwijt. Maar even in een hele korte term, wij willen daar veel meer en veel beter de dialoog met de betrokken over voeren. Wie dat ook zijn.

Lars Sørensen:
'We geven jou… het is kort dit programma en er zit heel veel in. Het is eigenlijk onbezonnen om te vragen, maar we hebben hem 10 minuten gegeven. Dus dat is een onwijs moeilijke opdracht. Wilt u meer horen, dan trekt u hem straks natuurlijk zeker even aan zijn jasje. De speechtijd is voor jou.'

Cees Brandsen:
'Dankjewel Lars. Goedemiddag dames en heren. Als eerste, dank voor uw komst. Want wat u doet is niet alleen de zaal vullen, maar belangrijker is dat u bewust de stap heeft genomen om tijd te gaan investeren in een relatie. Of dat uit noodzaak, noodlot of wens is, dat weet ik niet. Maar in ieder geval heeft u er tijd en moeite ingestopt. Daar zijn we heel blij voor. En blij mee. Want wij denken, tenminste vanuit Rijkswaterstaat geredeneerd, dat het ongelofelijk belangrijk is dat wij met elkaar leren en doordenken om te investeren in de relatie met elkaar. Want dat is waar u vanmiddag voor gekomen bent. Vanmiddag heeft u de gelegenheid om elkaar te ontmoeten, ons te ontmoeten. Er zijn 6 VIP-meetings en 16 dialoogsessies. Dus ruimte genoeg voor het gesprek. En dat is natuurlijk meteen ook een klein knelpuntje. Want het is heel goed georganiseerd, er is heel erg over nagedacht. Maar we weten ook met mekaar dat als aan het einde van dag de flaps allemaal op de grond liggen en de zaken gedaan zijn, dat eenieder denkt, en dat staat volgens mij achter op uw badge: “Wat ga ik morgen doen?” Of: “Wat gaat u er morgen aan doen?”’

‘En dan kom je natuurlijk heel erg bij een fenomeen. Wat speelt… als wij praten met elkaar, als Rijkswaterstaat met de markt. Hoe gaan wij het veranderen? Nou, vanuit Rijkswaterstaat heet ik u ook welkom namens de 4 domeinen. Cees Brandsen, marktgezicht. Maar dat betekent dat ik, en dat doe ik helaas vind ikzelf niet goed… het is niet alleen een dag van zelfreflectie hoor of zelfkastijding, maar je hoort wel de dingen te zeggen zoals ze zijn. Over het domein kennis, sta ik hier ook om dat onder uw aandacht te brengen en te beseffen dat we daar ook heel veel moeite instoppen.'

Lars Sørensen:
'Wilt u deze even proberen?'

Cees Brandsen:
'Ja, ik hoorde al wat ruis. Dankjewel. Ik ben wel verstaanbaar nu? Oké dankjewel. Het domein IV, onze Informatievoorziening, met Perry van der Weyden, waar we natuurlijk ook heel veel belangen hebben. En dat gaat heel veel verder dan “O, daar begint-ie weer over de tunnels”. Nee, dat gaat op heel veel fronten verder. Ook het domein Bedrijfsvoering. En ook het domein GWW. Dus het zijn die 4 domeinen waarbinnen Rijkswaterstaat ook bezig is van, hoe kunnen wij onze relatie verbeteren. Hoe kunnen wij er ook voor zorgen dat doelstellingen die wij meegeven in contracten gehaald worden. Want dat blijkt vaak goed te gaan. Maar een aantal malen niet goed te gaan. En één ding weten we met elkaar, als het niet goed gaat, dat vergroten we uit. Daar wordt veel makkelijker over gesproken dan over een heleboel dingen die goed gaan. Dus het is vanmiddag heel erg belangrijk dat u wel naar voren brengt wat u vindt dat goed gaat, want daar kun je soms sneller van leren. Aan de andere kant is natuurlijk het verhaal over wat niet goed gegaan is buitengewoon welkom, want daar zitten natuurlijk hele mooie leerzame aspecten in. Fenomeen blijft: wat gaat u morgen doen?’

‘Ik ben alleen maar de aftrap. Maar ik had me goed voorgenomen om u daar wel even op te trakteren. Het slotakkoord is voor Jan Hendrik, die zal jullie meenemen in de strategische doorvertaling en welke doelstellingen wij daarmee nastreven. Daar kunt u vooral de boodschap in opnemen, want de strategische doorvertaling wordt binnenkort gepubliceerd. Wij zijn zover dat wij de discussie met u allen aan kunnen gaan vanuit de domeinen. Is-ie af? Nee. Daar hebben we ook een woord voor bedacht. Het is een “levend” document. Dus dan kun je er ook een beetje op blijven schieten.’

‘Dus… dan kom je bij het thema van vandaag: Samen samenwerken. Dat is natuurlijk zo evident als ik weet niet wat. Lars stelde net de vraag over het goede huwelijk. Nou, een heleboel handen omhoog. Dat zal absoluut waar zijn. Maar we weten natuurlijk allemaal dat je in dat huwelijk moet investeren. En dat betekent ook dat wat je erin stopt, krijg je niet terug. Want dat zou bijna niet kunnen, dan zou je iets heel anders hebben met elkaar. Dus het komt anders terug. Dan zal je best ook wel denken van weet je wel, ik hoor thuis andere dingen over mezelf als op mijn werk. Tenminste, ik denk dat het de meesten van ons zo vergaat. Dan kom je al op het fenomeen van samen. Dat het hele andere betekenis heeft. Je kunt er zelf wel wat bij bedenken, maar het maar de vraag wat die ander ermee ondergaat of mee ervaart.’

‘En dat brengt me op het punt van waarom vinden we dat zo belangrijk om dit thema zo te benadrukken. Want we hebben nu een Marktvisie. Maar “we” is dus de hele sector, bouwsector in Nederland. Die heeft er één. Maar wat gaat-ie ervan maken? Dat is natuurlijk waar het over gaat. Over moet gaan. En dan is het fenomeen, waarom een noodzaak? De maatschappij om ons heen verandert heel snel. Er wordt meer van ons verwacht in mondigheid, in risico nemen, innoveren, verbeteren, sneller… Alle woorden mag u gebruiken, want ze zijn namelijk ook allemaal van toepassing. En dat maakt op zich, als je er 1 of 2 van pakt, het werk wat we willen doen met elkaar nog niet complex. Maar pak er meerdere van en het wordt wel complex. Want dan zijn er opeens allerlei componenten of onzekerheden en dan wordt het veel moeilijker in te vullen of op te lossen. En daar worstelen wij mee, zoals we hier staan. Maar ook heel veel mensen namens wie wij hier staan. Dus die urgentie om te veranderen is groot. Dat is ook zo, omdat er in een heel aantal contracten op dit moment spanningen zijn over de resultaten. Financieel, mijlpalen, etcetera. Daar willen we wat aan doen.’

‘Dus, wij zijn er als Rijkswaterstaat mee bezig. En dat kan nooit zonder u. Vandaar dat levende document. Wij zijn al bezig bij Schiphol-Amsterdam-Almere, daar hebben we het dienend opdrachtgeverschap, waar Hans Ruijter veel invulling aan geeft met zijn mensen. Want ook daar lopen grote DBFM-contracten. En dat loopt best goed. Dat neemt niet weg dat het daar reuzespannend is en dat enorm gewerkt moet worden. Maar daar wordt heel vaak de dialoog met elkaar opgezocht. Om begrip te krijgen met elkaar en om te kijken hoe je dan het probleem het beste op kunt lossen.’

‘Het project DOEN is al genoemd. Dat is een hele andere schaalgrootte en een hele andere denkwijze. En dat zal natuurlijk enorm voor ons belangrijk zijn, hoe gaan nou de betreffende partijen die daarvoor gaan, op reageren? Op welke wijze gaan zij daar nu mee om? Want het gaat erom hoe je het doet toch?’

‘Bij het Zuidasdok. Een hele grote aanbesteding. Voor ons heel spannend. Loopt heel lang. Hoe moet je dat doen? Er is enorm veel over nagedacht. En ook daar zal gelden dat je zelf, en dan kom je dus bij het begrip cultuur, moet kiezen, moet bepalen of je de vragen durft te stellen die ertoe doen. En dan mag je misschien wel denken: “Deinst mijn opdrachtgever daarvoor terug.” Nee, als het goed is zal hij dat niet doen. Misschien zal die verwonderd kijken, hij zal vragend kijken. Kan je hem bij helpen zou ik zeggen. Maar het gaat erom dat je als eerste aspect van de cultuur, dat je durft om die vragen te gaan stellen. Dan komen er antwoorden. En dan krijg je eigenlijk net als net, dat je even opstaat en uit je patroon komt. En als je dan gaat zitten ben je net even een tikkie anders. Pak dat moment. Want dan kun je de volgende vraag stellen en dan komt het gesprek.’

‘En dan kom je natuurlijk op het andere fenomeen en dat is waar we vandaag verder over na moeten denken. Wat u in de sessies doet en hopelijk ook in dagen hierna. En dat is als je eenmaal een bepaalde verbetering voor ogen hebt, wat ga je dan doen? Kom je dan het systeem tegen? Dat je zeg: “Ik wil dit veranderen.” Maar dan gaat iemand je uitleggen: “Kan niet volgens de aanbestedingsregels.” Dat is een veelgehoord begrip van mij. Of er staat in het contract: “Dat gaan we hier niet anders doen.” Dat klinkt ook heel overtuigend. Dus, je weet wel, er zijn al heel snel heel veel zaken die je zou willen veranderen, had kunnen veranderen, maar dat kon niet.’

‘En dan denk ik, er zit hier zoveel power en kennis en vertegenwoordiging van degenen die bepalen wat het bedrijf doet of wat Rijkswaterstaat doet… dat het wel kan. Dus ik hoop dat vandaag een begin wordt gemaakt om de samen samenwerken… om er echt met elkaar gesprekken over te gaan voeren. Op te pakken van wat ga ik eraan doen? Zodat u wat er achterop de badge staat, morgen een eerste start geeft van de invulling. Ik wens u er heel veel plezier bij en dank.’

Van hoog tot laag
Aline Arends, vanuit Rijkswaterstaat verantwoordelijk voor de implementatie van de Marktvisie, ziet het net als Brandsen positief in. ‘We kunnen in Nederland fantastische projecten realiseren, maar dat kunnen we alleen samen.’ Het is belangrijk dat samenwerking binnen alle lagen in een organisatie hoog op de agenda staat, geeft Aline Arends aan. ‘We moeten meer de verbinding gaan leggen tussen de top en de mensen op en langs de weg. De komende tijd moeten we samen kijken wat werkt en wat niet.’

Bekijk hieronder het gesprek tussen Lars Sørensen en Aline Arends.

Lars Sørensen:
'Dames en heren, Aline Arends! Wil je hem zelf vasthouden? Aline, ik zeg “belasten”, maak ik het misschien heel zwaar, want je ziet er nog stralend en fris uit. Want je hebt er wel zin in? Ik ben toch benieuwd, waarom heb je “ja” gezegd? Aline, wil jij implementatiemanager Marktvisie worden?'

Aline Arends:
'Ja, waarom heb ik “ja” gezegd? Als allereerste is mijn drive heel erg sterk gericht op de samenwerking met de markt. Samenwerking is ook iets wat in mijn hele loopbaan al terechtkomt. Maar specifiek deze Marktvisie…. Ik werd eigenlijk nog enthousiaster toen ik de ambitie las van de Marktvisie waar bovenop staat “Wij excelleren als bouwers in Nederland”. Ik denk: 'Daar zit ongelooflijk veel in, dat is een fantastische ambitie'. Met name het excelleren en het bouwen. Ik ben na mijn middelbare schooltijd een jaar in Amerika geweest en heb daar een jaar high school gedaan. En als ik dan vertelde dat ik uit Nederland kwam… daar heb ik eigenlijk het spreekwoord geleerd “God created the world and the Dutch created Holland”. Dat vond ik zo fantastisch. Toen ik dat voor het eerst hoorde en ik heb ‘m ook heel veel gebruikt in mijn presentaties daar. Maar ik denk, als klein landje, dat we zo bekend staan in de wereld. En kijk naar buiten… We hebben fantastische projecten met elkaar gerealiseerd. We gaan ook nog fantastische projecten met elkaar realiseren. Maar dat kunnen we alleen samen doen.'

Lars Sørensen:
'De drive stroomt zo het podium af. Daar zit ook een stukje trots. Ik vond het ook gewoon leuk om op die manier te beginnen. Ik reed hier naartoe. Kom uit Dordrecht. Dan rij je over de snelweg. Gaat in principe als een zonnetje. Er mag hier en daar eens wat afgesloten zijn, dat hoort erbij. Dan denk ik ook altijd: 'Wat fijn, als dat straks open is, dan ga ik er nog soepeler overheen.' Maar ik ben altijd trots, dat zeker. Er hangen hier ook prachtige foto’s, die vergezichten. Ik ben dan wel benieuwd, wat ga je dan doen? Je hebt er zin in. Wat doet de implementatiemanager dan?'

 Aline Arends:
'Ja, wat doe je? De visie uiteindelijk concreet maken en laten landen bij de mensen. Hier zit natuurlijk een deel van de mensen die ermee samen gaat werken. Maar er zijn nog veel meer mensen om ons heen, om jullie heen, die daarmee moeten gaan werken. Cees noemde het al, binnen Rijkswaterstaat 4 inkoopdomeinen die allemaal aparte accenten hebben, maar ook heel veel van elkaar kunnen leren. Dus door daar de verbinding te leggen. Maar ook de verbinding te leggen door tussen de top en uiteindelijk de mensen op de werkvloer die het doen, die naar buiten gaan. Maar ook de mensen die buiten, in de projecten werken. Die als ze hier in Utrecht komen, te maken hebben met een afdeling juridisch en kaders en een afdeling HR. Hoe gaan we dat verbinden zodat we ervoor zorgen dat we uiteindelijk ook echt allemaal die Marktvisie… het gedrag daarvan implementeren en ook gaan uitstralen.'

Lars Sørensen:
'Is het fair om te zeggen: 'Dat wordt dus ook een stukje learning on the job'. Het is ook uitvinden, net als het levend document zoals Cees zo mooi zei. Het wordt nu dubbel wat ik nu zeg: 'De levende implementatiemanager.' Maar dat ben je al. Je moet het ook een beetje uitvinden, van hoe werkt dat.'

Aline Arends:
'Dat uitvinden ga ik ook zeker niet alleen doen. Als Rijkswaterstaat hebben we natuurlijk de opgave om die implementatie te doen, maar jullie hebben allemaal de opgave om die implementatie te doen. Dus er zijn volgens mij heel veel collega’s van mij die ook worstelen met dat beeld van het idee “hoe gaan we dat doen?”. Dus ik zou dat ook heel graag samen met de markt willen doen. Best practices, wat werkt er wel, wat werkt er niet. Dit is natuurlijk ook niet de eerste verandering die we in een organisatie willen doorvoeren. Dus daarvan kunnen we leren. Maar ook juist het interne traject wil ik samen met de partners doen.'

Lars Sørensen:
'Heel goed. Wie hoop je dat er contact met jou opneemt? We hebben net even die dating-app gedaan. Wie hoop je dat er jou morgen belt om te zeggen: “Kunnen we het er eens over hebben? Ik werk voor deze organisatie of voor deze partij. Of dit inkoopdomein.” Met wie wil je sparren?'

Aline Arends:
'Nou, met wie wil ik sparren? Voordat morgen de mailbox helemaal ontploft. Wat ik echt heel leuk vond was toen het bericht op intranet stond binnen Rijkswaterstaat… Ik volgens mij diezelfde avond of misschien de avond daarna al van marktpartijen felicitaties kreeg. Dus ik dacht: “Ah, dat gaat heel snel, dus we weten elkaar al heel snel te vinden.” Maar ook heel leuk om die reacties te zien. Ook al ongelooflijk veel mensen die ermee bezig zijn, die naar me toekomen en zeggen: “Goh, ik heb een voorbeeld, kunnen we eens gaan praten?” Ja en wie? Echt de mensen die het gaan doen. Maar zowel van de marktpartijen als van de kennispartijen. Maar ook brancheverenigingen. Een heel breed palet.’

Lars Sørensen:
'Wat wordt je motto om deze taak tot slagen te brengen?'

Aline Arends:
'Samen samenwerken samen?'

Lars Sørensen:
'Tuurlijk “Samen samenwerken”, dan landt-ie lekker. Helemaal goed dames en heren. U moet d’r bellen, met d’r sparren. Niet allemaal tegelijk alstublieft, maar wel heel graag in dialoog. Aline Arends.'

Praatjes vullen geen gaatjes
Jan Hendrik Dronkers, directeur-generaal van Rijkswaterstaat, sluit de Marktdag af. ‘De Marktvisie is geen zelfstandig naamwoord, maar een werkwoord: het wordt pas echt een visie als we ermee aan de slag gaan. Daarom wil ik iedereen in de sector vragen om het niet bij mooie woorden te laten. Veranderen is 20% inspiratie en 80% transpiratie. De Marktvisie is voor mij geslaagd als er meer plezier is in de sector. Er een fatsoenlijke boterham te verdienen is. We meer gaan innoveren. En we er in principe altijd samen uitkomen als er problemen zijn. Dat zal een enorme inspanning vragen, maar ik ga me daar voor de volle 200% voor inzetten!’

Bekijk hieronder het gesprek tussen Lars Sørensen en Jan Hendrik Dronkers.

Lars Sørensen:
'Jan Hendrik Dronkers.'

Jan Hendrik Dronkers:
'Hi.'

Lars Sørensen:
'Hoe heb je de dag beleefd? In die sessie was er energie. Je bent erbij geweest. Je ziet hier iets tot stand komen waar je een oproep hebt gedaan volgens mij nog geen jaar geleden.'

Jan Hendrik Dronkers:
'Een jaar geleden een oproep gedaan om toch anders met elkaar om te gaan. Wat dan het predicaat Marktvisie meegekregen heeft. Als ik dan alle gesprekken vanmiddag zie, dan zie ik ontzettend veel goede wil. Ontzettend veel vernieuwingszin en ook vernieuwingsdrang. Het is ook hard nodig. En het is wel mooi om te ervaren en te zien.'

Lars Sørensen:
'In de sessie waar wij waren, daar tekende de unit Bedrijfsvoering ook allemaal de Marktvisie. Als u dat nog niet gedaan heeft, ga even naar marktvisie.nu. Aardig om dat gelijk eventjes te ondertekenen. En er waren complimenten aan uw adres. Dit is toch al een leuk begin? '

Jan Hendrik Dronkers:
'Vind je dat zo bijzonder?'

Lars Sørensen:
'Nou nee. Ik vind het leuk dat mensen het uitspreken. Sommige mensen vinden het moeilijker om een complimentje te geven dan een kritische vraag te stellen.'

Jan Hendrik Dronkers:
'Helemaal mee eens, daar heb ik zelf ook wel last van. Dus je kent me aardig goed. De sector Bedrijfsvoering heeft ook meegedaan aan de Marktvisie, omdat zij denken dat als je veel professioneler met elkaar omgaan, dan kun je in die sector ook veel meer bereiken. Dat betekent toch dat je goed moet samenwerken, vanuit openheid en transparantie. Ik merkte een enorme wil om daaraan mee te doen. En de directeur van Randstad Nederland die zei één ding: “Leuk zo’n Marktvisie, maar dan moet je het wel implementeren op elke laag van je organisatie.” En dat is denk ik de kern. Want “Marktvisie”, dat is een zelfstandig naamwoord. En als zelfstandig naamwoord hopeloos. Dan is het een stuk papier, aardig… dan hebben we het mooi opgeschreven. “Marktvisie” is een werkwoord. Marktvisie wordt pas Marktvisie als je er zelf mee aan de slag gaat. Staat ook op de badge. Wat ga je nu ook zelf doen? Dus als je in een gesprek zit over de Marktvisie en ze gaan allemaal vertellen wat jij moet doen en ze vertellen niet wat ze zelf doen, pak je die spiegel uit je zak en hou je die even voor. Want de kern van de Marktvisie is dat je zelf wat gaat doen. Dat je zelf gaat veranderen. Nou, dan is er denk nog wel wat te doen. Want we praten heel graag over een ander, en daar hebben we heel veel opvattingen over. Dat is vaak niet je cirkel van invloed, noem ik dat in de eigen organisatie. Dan is natuurlijk de volgende vraag  ‘Wat gaan jullie natuurlijk doen?’'

Lars Sørensen:
'Vertel eens even Jan Hendrik, wat gaan jullie dan doen?'

Jan Hendrik Dronkers:
'Ik heb die vraag al gelezen.'

Lars Sørensen:
'Ik zit ook te wachten op de surprisevragen, dan kun ik je een beetje uit balans brengen.'

Jan Hendrik Dronkers:
'Je hebt Aline Arends al gelanceerd, helemaal goed hè. We hebben echt een jonge vrouw gevonden die daar vol voor gaat en dat vind ik ook al van belang binnen je organisatie. Ik kwam nog in een sessie, dat wil ik je toch nog even vertellen… Toen zei iemand vanuit de markt: 'Ach ja, weet je wat we moeten doen? Alles boven 35 jaar en ouder wegwezen en gewoon opnieuw beginnen.’

Lars Sørensen:
'Ik hoor gejuich bij Captain Co-Creation, of niet?'

Jan Hendrik Dronkers:
'Ik zeg: “Dan moet ik je toch teleurstellen, want er zijn onderzoeken van bedrijven waar ze de hele crew hebben vernieuwd en binnen 2/3 jaar was dezelfde cultuur binnen die organisatie weer aanwezig.' Daar ligt het ook niet helemaal aan. Het ligt echt eraan, aan onze regels, aan onze systemen, aan ons gedrag, hoe we kijken tegen het verleden… Als je wilt veranderen, moet je dat totaal aanpakken en dat is echt weerbarstig. Marktvisie, dat is 20% inspiratie en 80% transpiratie. Dat is het echt en als je dat niet voelt in je eigen organisatie en bij jezelf… Het geldt dus ook voor mezelf. Dan is het niet “real”. Dan is het “just a talk” en we gaan weer over naar de volgende Marktvisie of het volgende goede gedrag. Dus dat is een belangrijke.’

‘En wat gaan we nu zelf doen? Heel simpel. Laat ik één ding zeggen. Wij gaan de komende 2 jaar 8 miljard wegzetten. En ik heb één begeerte en daar gaan we vanuit onze organisatie aan werken. Wij zetten die 8 miljard op een andere manier weg dan we dat voorgaande jaren hebben gedaan. En voluit vanuit samenwerken… vanuit de Marktvisie. Wat betekent dat bijvoorbeeld? Laat ik weer heel simpel zijn. In samenwerking staat de oplossing voorop. Niet het contract, maar de oplossing. Dat betekent in onze IPM-teams dat een technisch manager een hele belangrijke rol heeft. Die is van de oplossingen in eerste instantie. Dat is wel een wat andere accentuering dan die we hebben gehad. En daar gaan we ook mee oefenen, dat is een klein voorbeeldje wat ik noem.’

‘Waar we daar denken, of een ander inkoopdomein, bijvoorbeeld de hele informatievoorziening… daar gaan we nadenken over standaardiseren. Of ze ons misschien ook apart inkopen. Dat zijn griezelige dingen waar we vroeger nooit aan dachten, maar we hebben nu wel de ruimte gevonden om daar met de markt naar te kijken of we dat ook echt gaan doen.’

‘We gaan veel vroegtijdiger partijen betrekken bij onze uitvraag. Dat doen we bijvoorbeeld bij de ring in Utrecht. Daar gaan we al heel vroegtijdig met de markt in overleg. Het is een ingewikkeld project… Hoe moeten we dat nou eigenlijk tenderen? Wat is daar nou verstandig om te doen? Hoe zouden we dat moeten opbouwen?’

Lars Sørensen:
'Je hebt geen vragen nodig hè? Je loopt zo over van?'

Jan Hendrik Dronkers:
'Je vroeg naar een paar voorbeelden. Wat wij de komende tijd gaan doen, met die 8 miljard die ik net voor ogen had, we gaan in al die projecten pilots benoemen waarin we die Marktvisie ook duidelijk accentueren. Ik heb dan één vraag aan alle partijen hier. Het kan niet zo zijn, dat wij vanuit Rijkswaterstaat een aantal dingen echt gaan veranderen in onze contracten, in onze houding. Als jullie vanuit de marktkant niet hetzelfde aantal, dezelfde inzet tonen, niet dezelfde concrete voorbeelden kunnen noemen, want eenzijdigheid is onmogelijk. Dus ik ga bij elk contract gewoon ook vragen aan de partijen: 'Wat gaan jullie vanuit de Marktvisie in het contract, in jullie organisatie, in jullie teams nu aanpassen om te komen tot een echte verhouding.' Dat wordt een vast onderdeel bij de tenderprocedures die we hebben. Ik wil zien, horen, voelen, weten, ruiken wat er echt wordt toegepast. En niet mooie woorden, maar wat je echt ook gaat doen. Van top tot bottom.'

Lars Sørensen:
'Daarin vragen jullie echt concreet iets. Je kunt hier niet alleen weglopen met het kaartje en ‘Ja, wat ga ik morgen doen?’. Er moet echt iets in die organisaties veranderen. Als het gaat alleen al om te kijken naar hoe dat proces tot stand komt. Want jij komt met die vraag op een gegeven moment als ze meedoen…'

Jan Hendrik Dronkers:
'Ja, ik kom met die vraag, omdat ik zo de begeerte voel, ook in deze zaal, om ons naar een hoger plan te trekken. Om gewoon te excelleren als bouwers en het gewoon op een vernieuwende manier te doen. Ook bij de jeugd. Captain Co-Creation heb je net gesproken. Het zit zo bij die mensen. Maar het is lastig, want ja… Loop eens op een bouwwerk. Laat ik nou eens eens even praktisch zijn. Loop ik op een bouwwerk, praat ik eens met die mensen en zeggen ze: 'Ja meneer, hier wordt het beton gestoord. Wij zijn met vlechtwerk bezig… Contractmanager, omgevingsmanager, bent u wel eens langs Westraven gereden. Moet je dat gebouw eens zien. Wat zouden die mensen in hemelsnaam allemaal doen?' Kijk, als je vanuit die… en dat is op de werkvloer echt aanwezig… als je vanuit die beelden blijft werken kom je er nooit. Je zult elkaars werelden moeten delen, elkaars werelden moeten kennen. En vanuit die samenwerking echt een stap verder moeten gaan.’

‘En samenwerken… ik ben d’r heel enthousiast in. De Marktvisie is van “markt” en “zij” naar samenwerken met de markt. Samen met de markt. Niet dat we minder gaan uitbesteden. Helemaal niet, want dat is prima om dat rijkelijk aan de markt over te laten, maar we gaan het wel veel meer samen met de markt doen. Dat kan alleen maar als je echt ook die vaardigheden van samenwerken in je eigen organisatie hebt. Ik zeg het zelf: “Samenwerken als het niet nodig is, doe het niet. Want het is ingewikkeld. Als je het wel doet, doe het goed. Vanuit transparantie en vol vanuit de opvattingen die ook in de Marktvisie staan.” Dat is echt mijn cri de couer.'

Lars Sørensen:
'Maar we komen uit de mindset van ‘jouw risico, mijn risico, jouw verantwoordelijkheid, mijn verantwoordelijkheid’ en dan zit je al snel aan de andere kant van de tafel. Naar allebei aan dezelfde kant van de tafel en denken in oplossingen en kijken naar een project… ook al zijn de rollen verschillend. Wel kijken naar een project als iets waar je gezamenlijk eigenaarschap van hebt. En dat begint zelfs voor de aanbesteding heb ik begrepen.'

Jan Hendrik Dronkers:
'Het begint voor de aanbesteding. Dat betekent zeker ook naar mezelf toe, dat we behoedzaam met regels om moeten gaan. We hebben een systeem gebouwd hoor met z’n allen en ook binnen onze eigen organisatie. Daar zullen we heel verstandig en behoedzaam mee om moeten gaan. Ook met andere regels die we hebben. Dus dat is ook een opgave die ook bij ons ligt. We gaan ook DBFM 2.0 kijken, de contractvormen blijven wel de contractvormen die er zijn, maar we gaan toch wel die contractvormen ook weer aanpassen. Weer moderniseren. Juist ook met input van uw kant. Dus laat ik zeggen, dat is voor de markt belangrijk om te weten… De richting die wij gekozen hebben met onze contractvormen, dat blijven we gewoon doorzetten. De wijze waarop wij zeggen van wij schakelen de markt in en we besteden veel uit, daar blijven we ook gewoon mee doorgaan. Maar de manier hoe we dat samen doen, dat proberen we toch echt in een andere sleutel te zetten. De sleutel van samenwerking om te zorgen dat wij naar veel meer professionaliteit gaan.'

Lars Sørensen:
'Wanneer is de Marktvisie geslaagd? Wanneer is-ie af? Wanneer kunnen wij zeggen: “Volgens de SMART-doelstellingen: het lukt, we zijn het aan het doen?” Over 2 jaar, als ik bij je kom: “Joh, je hebt 8 miljard uitgegeven van mijn centen, is het gelukt volgens de Marktvisie?”’

Jan Hendrik Dronkers:
'Als er veel meer plezier is in de sector. En bij het helemaal realiseren van het project, dus over alle onderdelen in het project heen… als er ook een fatsoenlijke boterham mee verdiend kan worden. Als er veel innovaties zijn toegepast. En als er alleen gejuridificeerd wordt op het moment dat we zelf zeiden: 'We komen er samen niet uit, laten we het dan maar aan arbitrage van andere mensen vragen.' Als die cultuur in onze sector post gaat vatten, dan komen we denk ik samen verder. Maar dat is een gigantische managementinspanning. Die heel veel van onszelf vraagt en ook van ons eigen gedrag vraagt. Ja, ik weet niet hoe het jullie vergaat, maar je gedrag veranderen… je attitude veranderen is het moeilijkste wat er in het leven is. Niet alleen privé, maar ook op het gebied van management. En dat is wel de opgave die al die mensen die de Marktvisie ondertekend hebben wel met elkaar hebben afgesproken, inclusief mijzelf. Mij mag je eraan houden. U zal ik erop aanspreken.'

Lars Sørensen:
'Ik schakel heel even met redactie. Om te kijken… is er iemand die een vraag heeft? Dan maak ik daar namelijk graag ruimte voor? We zijn vrienden onder elkaar hè. We leren elkaar vandaag goed kennen. U heeft een vraag. Moet je kijken, ik heb zoiets leuks gekregen als tooltje. Ik zit er al een hele tijd op te wachten om er eens mee te experimenteren. Een microfoon die je mag gooien. Dus daar komt-ie. Hoppakee. Oeps, hij is verzekerd. En je bent nog hoorbaar ook. Wie ben je en je vraag?'

Peter Schoonebeek:
'Peter Schoonebeek. Het viel me op, je zei net: “Gedragsverandering privé of zakelijk.” Maar is dat echt los van elkaar? Of is dat gewoon één?'

Jan Hendrik Dronkers:
'Nee, ik geef aan: als je gedrag wil veranderen, of je nou privé bent of zakelijk… dat is altijd heel erg moeilijk. Alleen al een meester-gezel-relatie, dat is natuurlijk op zich prachtig hè. Maar als je die jongere al helemaal inslingert in de oude patronen die er zijn. Dan krijgen we die vernieuwing nog niet tot stand. Dus ik geef maar aan. Dat is echt weerbarstig om te doen, maar het moet gebeuren. We voelen het ook zo dat het moet gebeuren. En ik geef maar aan: je gedrag veranderen, het is privé lastig, het is op het werk lastig. Gedragsveranderingen zijn echt lastig. Het kan wel, maar ik zeg: “80% transpiratie, 20% inspiratie.”’

Lars Sørensen:
'Iemand zin om die microfoon te vangen? Want dan gaan we hem je kant opwerpen. O da’s vlakbij. Dat moet goedkomen.'

Michel Goppel:
'Michel Goppel is de naam. Ik sta hier als oud-medewerker van Rijkswaterstaat. Ik ben al 5 jaar uit dienst. Ik heb wat dat betreft de laatste jaren niet meegemaakt. Maar ik heb nu net begrepen dat u in de komende 2 jaar 8 miljard weg gaat zetten. En dat gaat u doen op een andere manier dan dat de afgelopen 2 jaar is gebeurd. Nou is de vraag: wat was er nou mis de afgelopen 2 jaar?'

Jan Hendrik Dronkers:
'Nou wat er mis was… Ik weet niet of u misschien nog een krant leest… Is wat volgt. Wij hebben een aantal contracten achter de rug waarin toch een behoorlijk disbalans was tussen de samenwerking tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer. Er gingen ook heel veel dingen goed. Kijk als je daarop duidt, heeft u ook gelijk in. Er zijn heel veel dingen goed gegaan, maar er zijn ook heel veel dingen, laat ik het maar positief formuleren, die echt een stuk beter kunnen. En dat heeft toch te maken met de wijze van samenwerking die tot stand is gekomen.'

Lars Sørensen:
'Jan Hendrik, ik zag in jouw antwoorden, die heb ik natuurlijk weer bestudeerd… zag ik 3 elementen voor de strategische doorvertaling: onder andere “behouden en verbeteren” stonden daarin. Gaat het daar niet over? Niet per se dat het helemaal verkeerd was, maar je wilt behouden wat er goed aan was en verbeteren wat er beter kan.'

Jan Hendrik Dronkers:
'Ja, helemaal juist. Dus als je zegt: 'Ging in het verleden alles fout'. Nee, natuurlijk niet. Maar het kan echt wel een heel stuk beter.'

Lars Sørensen:
'Een vraag aan jou. Is deze dag voor jou geslaagd? Heb je de mensen gesproken die je wilde spreken? Ben je tevreden?'

Jan Hendrik Dronkers:
'Ja, ik ben echt tevreden. Ik had, dat noemen ze dan een VIP-praatje, in ieder geval een tafel met een aantal mensen. En daar vond ik dat we een heel goed gesprek hadden. Ook heel open. Heel eerlijk. Ik heb ook 10 punten opgeschreven die we echt kunnen aanpakken. Hele concrete punten. Het inspireerde me enorm. Dat ging ook niet over “wij-zij”. Maar over als je nou eens kijkt in zo’n tenderprocedure en je zou het zus, zo en zo doen… zou het dan niet veel soepeler gaan? Ik ga ze niet allemaal herhalen, een stuk of 10 punten. Als we dat gesprek hebben, we pakken het beet. We gaan het aanpakken, dan weet ik zeker dat we tot een veel vitalere sector komen dan die we nu zijn. En daar gaan we ons, vanuit Rijkswaterstaat, in ieder geval 200% voor inzetten.'

'Lars Sørensen:
'Dankjewel, Jan Hendrik Dronkers.'

Work in progress
Om de ambitie van de Marktvisie te bereiken, heeft Rijkswaterstaat een strategische doorvertaling opgesteld. Deze is op de Marktdag gedeeld met alle aanwezigen. De doorvertaling bestaat uit 3 delen: zaken die Rijkswaterstaat wil behouden omdat ze goed gaan, zaken die de organisatie wil verbeteren, en zaken die nagestreefd worden. De doorvertaling is een levend document, dat voortdurend updates zal krijgen. Hiervoor kan Rijkswaterstaat de input van de markt goed gebruiken. Heeft u goede ideeën? Geef ze dan door via de Servicedesk Zakelijk.

Mede mogelijk gemaakt door
Deze enthousiastelingen – van marktpartijen, brancheorganisaties, kennisinstellingen en Rijkswaterstaat – organiseerden en begeleidden met plezier de verschillende dialoogsessies.