Hoe maak je als rijksoverheid samen met andere overheden en marktpartijen een slag naar een duurzamere bouwsector? Dit gebeurt onder meer in zogenoemde Green Deals. Zo neemt Rijkswaterstaat deel aan de Green Deal Duurzaam GWW, waarvan versie 2.0 zo’n 3 jaar geleden van start ging. Hoe staat het met deze deal en wat zijn de opbrengsten tot nu toe? Dik de Weger van Rijkswaterstaat praat ons bij.

‘Doel is om in 2020 100% van de projecten volgens de afspraken binnen de Green Deal te draaien’

In de Green Deal Duurzaam GWW 2.0 hebben meer dan 100 partijen met elkaar afgesproken om duurzaamheid in de hele aanbestedingsprocedure te borgen en een duurzame aanpak te ontwikkelen aan de hand van projecten en praktijkervaringen. ‘Doel is om in 2020 100% van de projecten volgens de afspraken binnen de Green Deal te draaien’, vertelt Dik de Weger, senior adviseur duurzaamheid bij Rijkswaterstaat. ‘Zowel bij aanleg als bij beheer en onderhoud. En steeds in alle fasen van een project: verkenning en planvorming, programmering, aanbesteding en realisatie, en in de gebruiksfase. We verduurzamen onze projecten door minder energie te verbruiken en materialen te hergebruiken. Er wordt bijvoorbeeld steeds meer biobased wegmeubilair toegepast, dat wordt geproduceerd met behulp van grondstoffen als gras en hout. Beton kan worden gerecycled door het in een breker te ontleden tot betongranulaat, dat voor een deel grind als primaire grondstof kan vervangen. Zo dragen we bij aan een lagere CO2-uitstoot en aan het sluiten van de grondstoffenkringloop.

Lichtende voorbeelden op InfraTech

Tijdens InfraTech 2019 reikte de stuurgroep van de Green Deal Duurzaam GWW een Duurzame Parel uit aan 5 projecten met een inspirerende duurzaamheidsdoelstelling of -aanpak:

  • Afsluitdijk (opdrachtgever: Rijkswaterstaat, opdrachtnemer: Levvel (bouwcombinatie bestaande uit BAM, Rebel en Van Oord)
  • Meeuwenplaat (opdrachtgevers: gemeente Rotterdam, waterbedrijf Evides, energiebedrijf Stedin; opdrachtnemer: Dura Vermeer)
  • Afvalwatersysteem Zwanenburg (opdrachtgever: Hoogheemraadschap Rijnland; opdrachtnemer: Arcadis)
  • Meerjarenprogramma Geluidsanering Spoor (opdrachtgever: ProRail; opdrachtnemer: Tauw)
  • N211/N470 geeft energie (opdrachtgever: provincie Zuid-Holland; opdrachtnemer: BAM)

Besparingsopgave

De Green Deal Duurzaam GWW 2.0 zet sterk in op een duurzame procesaanpak. ‘Samen met de sector werkt Rijkswaterstaat in het kader van de Green Deal aan een duurzame aanbesteding’, aldus De Weger. ‘Alle stappen, van uitvraag tot aan opdrachtverlening, zijn gebaseerd op duurzaamheid. In al onze aanbestedingen verlenen we bijvoorbeeld gunningsvoordeel op basis van het CO2-prestatieladdercertificaat van de opdrachtnemer. Ook stimuleren wij in onze uitvraag marktpartijen om in de uitvoering met zero-emissiebouwplaatsen te werken, waarbij het materieel zo weinig mogelijk CO2 uitstoot. Graafmachines, shovels, hijskranen en trekkers nemen samen ruim 2 megaton CO2-emissie voor hun rekening; daar valt dus winst te behalen! Gelukkig zien we dat er steeds meer niet-fossiel aangedreven mobiele werktuigen op de markt komen. Denk aan biodiesel waterstof of aan elektromotoren. Mobiele werktuigen kunnen zo een substantiële bijdrage leveren aan de CO2-besparingsopgave van 7,3 megaton die in het Klimaatakkoord voor de sector mobiliteit is vastgesteld.

Bij de Beatrixsluis kwam de aannemer met een ontwerp met zonnepanelen, waardoor de sluis energieneutraal is.

‘Een belangrijke ontwikkeling in de aanbesteding is het kunnen kwantificeren van de duurzaam-heidsprestaties van een ontwerp’

Duurzaamheid kwantificeren

Een belangrijke ontwikkeling in de aanbesteding is het kunnen kwantificeren van de duurzaamheidsprestaties van een ontwerp, legt De Weger uit. ‘Met een speciale rekenmethode, DuboCalc, brengen we de verschillende milieueffecten van een materiaal, bouwwerk of -methode in kaart. De methode rekent deze milieueffecten om tot 1 getal: de Milieu Kosten Indicator (MKI). Alles kan worden doorgerekend: materialen, energie van transport, energieverbruik op het bouwterrein, et cetera. Hoe lager de MKI van een ontwerp, des te groter het gunningsvoordeel dat een marktpartij krijgt in de aanbesteding.

Lightversie

Voor kleinere contracten – vaak het geval bij beheer en onderhoud – is een volledige DuboCalc-berekening een te zwaar middel en is een vereenvoudigde methode ontwikkeld om duurzaamheid in de aanbesteding in te vlechten. ‘Rijkswaterstaat, de asfaltbranche en TNO hebben van 17 veelvoorkomende asfaltmengsels de MKI bepaald. Op weg naar klimaatneutraliteit in 2030 hanteert Rijkswaterstaat voortaan in aanbestedingen voor asfalt een maximum MKI per ton. Hoe lager de MKI van het type asfalt dat een opdrachtnemer denkt te gaan gebruiken, des te groter het gunningsvoordeel. Bij een aanbesteding van een groot onderhoudscontract hoeven de gegadigden dus alleen nog maar te kiezen uit de lijst met 17 asfaltmengsels. Zo’n lightversie gaat er ook voor beton komen.’

‘Slimmer is vaak duurzamer’

Aannemer Martens en Van Oord werkte samen met Heijmans, Jan de Nul en Besix aan het Rijkswaterstaatproject Beatrixsluis. Voor het grondverzet werkte het bedrijf met een variant op Dubocalc, vertelt Madeleine Schenk, teamleider Kwaliteit, Arbo en Milieu. ‘Wij berekenden in de aanbesteding onze lifecyclekosten op basis van eigen data in plaats van de data in DuboCalc. Je kunt tot slimme en duurzame oplossingen komen door bijvoorbeeld materiaal met bulktransport te vervoeren of door het werk op de bouwplaats anders in te richten. De Green Deal GWW 2.0 is voor iedereen in de sector – marktpartijen én overheden – een kans om meer in termen van lifecycles te denken en daarmee zowel te werken aan verduurzaming als aan kostenverlaging. Met een slimme en efficiënte inzet van materiaal, materieel en werkmethodieken én met creatieve, innovatieve oplossingen zetten we een belangrijke stap op weg naar een beter klimaat.

Richting geven

Bij de DuboCalc-methode kan de opdrachtgever een MKI-boven- en -ondergrens aangeven. ‘Daarmee kunnen we richting geven aan de verduurzaming van de markt’, vertelt De Weger. ‘Wij kunnen bijvoorbeeld een verlaging van de plafond-MKI aankondigen. Marktpartijen kunnen op die manier op tijd investeren in duurdere apparatuur. Op die manier zetten we een positieve trend in. Het werkt goed: projectteams hebben duidelijkheid en de markt weet waar die aan toe is. De aannemer kan zelf kiezen voor een schonere variant en creëert zo zijn eigen kansen.

'De markt bleek tot veel meer in staat dan Rijkswaterstaat vooraf vermoedde’

Slim en creatief

'Toen enkele jaren na de introductie van DuboCalc de bovengrens werd aangescherpt, bleek de markt tot veel meer in staat dan Rijkswaterstaat vooraf vermoedde’, vervolgt De Weger. ‘Bedrijven kwamen met slimme en creatieve oplossingen. Bij het project Beatrixsluis bijvoorbeeld hadden we geen energieneutraliteit uitgevraagd, maar kwam de aannemer uit zichzelf met een ontwerp met zonnepanelen op de sluis, waardoor deze energieneutraal is geworden. En bij de Afsluitdijk, 1 van de projecten die tijdens InfraTech 2019 een Duurzame Parel kreeg (zie kader, red.), leverde de discussie met de inschrijvers een aanbieding op met een enorme energiebesparing door slimmer te pompen. Ook gebruikt de aannemer speciale betonelementen waardoor 200.00 m3 beton en 56% CO2 wordt bespaard.

Vroegere kwantificering

Klinkende resultaten tot dusver, al vindt De Weger dat het nog beter kan met de verduurzaming van de procesaanpak. Inspiratie vindt hij in Zweden: ‘Daar kwantificeren ze duurzaamheid al in de verkennings- en planuitwerkingsfase, terwijl wij in Nederland tot voor kort DuboCalc pas in de contractvoorbereiding inzetten als instrument voor het kwantificeren van duurzaamheid. Rijkswaterstaat onderzoekt nu hoe we DuboCalc ook al in een eerdere fase kunnen gebruiken voor het berekenen van de milieuaspecten van de verschillende alternatieven, zodat we duurzaamheid kunnen laten meewegen in de variantkeuze. Je kijkt dan niet naar de MKI op detailniveau, bijvoorbeeld per materiaal, maar naar de MKI per hele module. Op die manier kom je uiteindelijk tot een nog lagere netto duurzaamheidsbelasting van een project. Voor Zweden al realiteit, voor ons nog toekomstmuziek, maar wel van een hele nabije toekomst.’