Met ruim 35 jaar ervaring en meer dan 3500 m.e.r.-adviezen is de betekenis van de Commissie m.e.r. groot. In dit interview legt directeur Lourens Loeven uit waarom juist nu een sterkere positie voor m.e.r. nodig is en wat hiervoor de strategie kan zijn.

Lourens Loeven
Lourens Loeven - directeur Commissie m.e.r.

Waarom is m.e.r. al 35 jaar een belangrijk instrument?

“In een rechtstaat heb je checks and balances nodig en m.e.r. leent zich daar perfect voor. Het past bij de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en helpt overheden ook om besluiten goed te motiveren. Kijk je naar de thema’s van dit moment, zoals 1 miljoen nieuwe woningen, de energietransitie, klimaatverandering, dan zie je daarin een groeiende behoefte aan goede afwegingen over gezondheid, natuur en milieu, landschap en de leefomgeving. M.e.r. biedt hiervoor alle handvatten.”

M.e.r. is niet bij iedereen populair, hoe komt dat?

“Inderdaad deelt niet iedereen dit positieve beeld. Sommige mensen of instanties vinden m.e.r. lastig. Bijvoorbeeld als dit de vinger op de zere plek legt en een snel resultaat in de weg staat.”

Waarom pleit de Commissie voor doorontwikkeling?

“De grote rol die het milieu in de Omgevingswet krijgt vraagt volgens ons om een continue ontwikkeling. Bij alle kerninstrumenten van de Omgevingswet speelt milieu een prominente rol. Dat betekent dat in alle besluiten onder die wet de effecten op milieu en leefomgeving ook goed afgewogen moeten worden. Het instrument m.e.r. moet daarin meegroeien en moet ook goed toegerust zijn op die rol.”

Wat vindt het werkveld hiervan?

“We hebben 42 positioneringsgesprekken gevoerd met een dwarsdoorsnede van het werkveld. Enerzijds ging dit over m.e.r. en anderzijds over onze positie als onafhankelijke instantie. Na verdere uitdieping komen we tot 6 hoofdpunten voor doorontwikkeling. Veelbelovend daarin vinden we de combinatie van een OER met de meer klassieke m.e.r. Materieel voldoet het aan dezelfde eisen, maar uit je OER-procedure kun je nog wat extra’s halen.”

6-punten programma voor milieueffectrapportage

  1. Gebruik milieueffectrapportage of omgevingseffectrapportage
  2. Zet m.e.r. vroeg in, voor betere planvorming en participatie
  3. Verbeter het toezicht op naleving m.e.r.-plicht
  4. Actualiseer het besluit over m.e.r. bij nieuwe ontwikkelingen
  5. Zorg voor verplicht advies over milieu-informatie bij complexe projecten
  6. De Commissie m.e.r. ontwikkelt mee

Hoe zie je hiermee de participatie verbeteren?

“We zien dat vroege participatie een gedeelde waarde is in zowel de Omgevingswet als in m.e.r.. Als in het milieueffectrapport informatie staat over effecten op de woonomgeving dan is het voor omwonenden gemakkelijker om op tijd hun zorgen te uiten. Hun reactie hierop kan vervolgens in een vroeg stadium leiden tot heroverweging van de alternatieven. Dat is dan een mooi resultaat van participatie.”

Hoe betrek je ideeën uit de omgeving in de plannen?

“Begin je vroeg met je onderzoeksagenda, dan kun je nog de geluiden uit de omgeving meenemen. Wensen inventariseer je niet alleen bij het opstellen van een omgevingsvisie, maar bijvoorbeeld ook bij plannen voor windparken of woonwijken. Dat begint bij de Notitie Reikwijdte en Detailniveau. Een alternatief van inwoners kan vervolgens nog volwaardig in het onderzoek meedraaien.”

Worden integrale afwegingen belangrijker?

“Ja, thema’s als energietransitie, woningbouw, klimaat, duurzaamheid, biodiversiteit en stikstof kun je echt niet meer als losse onderwerpen zien. De onderlinge samenhang vraagt om het grotere verband. Dat is ook in lijn met de Omgevingswet.”

Hoe kan m.e.r. hierbij helpen?

“M.e.r. ondersteunt integraliteit en moet zich hierop blijven ontwikkelen. Zo kun je biodiversiteit en klimaat vooraf betrekken bij de ruimte die nodig is voor woningbouw, bedrijfsterreinen, landbouw en natuur. En tegelijkertijd heb je oog voor veiligheid en gezondheid.”

Van wie is die behoefte aan verbreding eigenlijk?

“Bevoegd gezagen geven aan dat zij het brede scala aan omgevingseffecten nodig hebben om een goed besluit te kunnen nemen. Naast de ‘harde’ thema’s geluid, lucht, water en natuur willen ze graag inzicht in de effecten op circulariteit, klimaat, landschap en sociale effecten, zoals gezondheid.”

Kan m.e.r. ook minder vrijblijvend worden?

“Een aanbeveling van ons is om de m.e.r.-plicht actueel te houden. Voor de aanleg van zonneparken en datacentra geldt nu geen m.e.r.-plicht. Maar het zijn wel projecten met een groot effect op de leefomgeving. De wetgeving loopt hierop achter en wij adviseren daarom een periodieke actualisatie van het Omgevingsbesluit.”

Wie moet daarop toezicht houden?

“Bij gemeenten zien we nogal eens dat er geen milieueffectrapport wordt gemaakt, als dat wettelijk wel verplicht is. Volksvertegenwoordigers zoals de gemeenteraad, Provinciale Staten of Tweede Kamer moeten hier dan scherp op zijn én actie op ondernemen. Je zou het ook kunnen regelen door bijvoorbeeld de provincie toezichthouder te maken voor gemeenten en de Inspectie Leefomgeving en Transport voor provincies en Rijk. Het is een aandachtspunt.”

Moet de Omgevingswet nog meer regelen?

“We zien graag dat onder de Omgevingswet complexe projecten met een grote milieu-impact verplicht getoetst worden op hun m.e.r.-plicht. Nu is het advies van de Commissie vrijwillig. De kwaliteit van m.e.r. staat daarmee onder druk. Een onafhankelijke toets verkleint bovendien de kans op vernietiging bij de Raad van State.”

Hoe ziet de Commissie haar eigen rol in de toekomst?

“We leveren nu een advies op maat binnen 6 weken. Dat doen we goed, zeggen onze stakeholders. Als onafhankelijke instantie willen we ook proactief adviseren. Onze experts signaleren namelijk vaak belangrijke ontwikkelingen, zoals de problemen met de PAS-vernietiging en de normstelling voor windturbines. Die signalerende rol willen we nadrukkelijker oppakken. Verder willen we onze m.e.r.-kennis borgen en delen. Ook willen we graag Europese en nationale rapportagetaken op ons nemen. De kennis en infrastructuur hiervoor hebben we al in huis.”

Lourens Loeven overhandigt paper Me(e)r dan ooit aan Roald Lappere, DG Milieu en Internationaal min IenW
Lourens Loeven overhandigt paper Me(e)r dan ooit aan Roald Lappere, directeur-generaal Milieu en Internationaal van het ministerie IenW

Hoe gaat het verder?

“Ons 6-puntenplan en de position paper vragen om continue ontwikkeling. Dat kunnen we niet alleen, dat moet samen doen met overheden, bevoegd gezagen en andere stakeholders. Klaar zijn we nooit, want de ontwikkeling van m.e.r. gaat alsmaar door.”

Meer informatie:
Lourens Loeven lloeven@eia.nl
Heleen Boerman hboerman@eia.nl 06 1521 4380