Foto Duinlandschap met grassen en verstuivingen op Terschelling uitkijkend op vooroever van de Waddenzee (Bron: Rijkswaterstaat)
Zandsuppleties beïnvloeden de kustecologie. Voor de meeste dieren, planten en natuurwaarden vormen ze echter geen acute bedreiging. Dat concludeert Petra Damsma, adviseur ecologie en hoogwaterveiligheid kust van Rijkswaterstaat, op basis van het vijfjarig onderzoeksprogramma Natuurlijk Veilig.
Dat we onze kust moeten verdedigen, staat buiten kijf. Om de kustlijn te behouden, suppleren we jaarlijks twaalfduizend kuub zand, waarvan 70% in de vooroever. Damsma: ‘Na 30 jaar werd het tijd de invloed van deze suppleties op de natuur te onderzoeken. Gelukkig kunnen we op basis van meerdere onderzoeksrapporten, opgesteld door onafhankelijke wetenschappers, concluderen dat de nadelige gevolgen alleszins meevallen.’
Samenwerken essentieel
Natuurlijk Veilig is een gezamenlijk programma. In 2009 sloten vier partijen een convenant, waarna in 2015 een tweede editie volgde met elf partijen – Rijkswaterstaat, natuurorganisaties en drinkwaterbedrijven. Die samenwerking blijkt essentieel, zegt Damsma. ‘Daarom zijn bij het tweede (en huidige) convenant meer partijen betrokken. Samen stelden we de meest urgente onderzoeksvragen op. De partners lezen kritisch mee en houden ons scherp. Zo zorgen we ervoor dat de resultaten daadwerkelijk leiden tot natuurvriendelijk suppleren.’
Negatieve effect gering
Het programma focust op drie terreinen: de duinen, vooroever en Waddenzee. Voor de studies schakelen we Wageningen Marine Research (WMR) en Deltares in. Vooral de vooroever, waar het meeste suppletiezand terechtkomt, blijkt een relatief onderbelicht terrein. Damsma: ‘Bij aanvang wisten we vrij weinig van de vooroever. Als je er zand aanbrengt van elders, wat doet dat dan met de aanwezige vogels, vissen en bodemdieren? Inmiddels weten we dat het effect gering is. Hetzelfde geldt voor de duinen en de Waddenzee.’
Suppleren voor natuurherstel
Dat suppleren zelfs kan zorgen voor natuurherstel, was voor Damsma een eyeopener: ‘Treffende voorbeelden zijn de Marker Wadden, Griend en de Roggenplaat, waar zandsuppleties positief uitpakken voor bodemdieren, zeehonden en trekvogels.’ Ook op andere plekken blijkt sprake van natuurwinst. ‘Zandsuppleties creëren ruimte voor meer dynamiek in duinen. Duinbeheerders kunnen dan gerust kerven in duinen aanbrengen, zonder dat de veiligheid in het geding is. Dynamische duinen groeien ook mee met de zeespiegelstijging.’
Kustsysteem doorgronden
Het onderzoeksprogramma Natuurlijk Veilig leverde een vracht aan data op, over kustnatuur en zandsuppleties. Alle meetgegevens zijn voor iedereen toegankelijk. Een groot winstpunt, noemt Damsma deze databundeling. Onderzoek en monitoring blijven nodig, zegt ze. ‘De data en inzichten helpen om de processen in de kustzone te doorgronden. De opgedane kennis is cruciaal voor de bescherming van de kustnatuur in de toekomst. Nu vallen de effecten van suppleties op de natuur mee, maar wat als de zandvolumes door zeespiegelstijging toenemen? Wat als het water opwarmt? Mogelijk maakt klimaatverandering het kustsysteem zodanig kwetsbaar, dat zandsuppleties later wél nadelig uitpakken voor de kustnatuur. Voor dergelijke langetermijneffecten moeten we het kustsysteem beter begrijpen.’
Natuurvriendelijk suppleren
Nu de onderzoeksresultaten op tafel liggen, wil Damsma focussen op de implementatie. De uitdaging is om de bevindingen te vertalen naar de suppletiepraktijk. Ze ziet kansen voor natuurvriendelijkere manieren van suppleren, al benadrukt ze wel dat Rijkswaterstaat bij zandsuppleties al volop rekening houdt met de natuur. ‘Suppleren ontstond als alternatief voor harde zeekeringen en dijken’, legt ze uit. Toch kunnen suppleties wellicht nog natuurvriendelijker. ‘Kennis over kustmorfologie vormt tot dusver de basis van suppletieprogramma’s. Deze basis kunnen we nu, dankzij Natuurlijk Veilig, verbreden met ecologische kennis.’