Veel wegbeheerders zien kansen om hun dienstverlening en primaire proces te verbeteren met Road Monitor. Via het Landelijk Verkeersmanagement Beraad onderzoeken ze samen de mogelijkheden. Dat kan zorgen voor kostenbesparing en efficiëntie.

Robert Kok, projectmanager

In het Landelijk Verkeersmanagement Beraad (LVMB) komen grote wegbeheerders uit heel Nederland samen om kennis en ervaring uit te wisselen en gezamenlijk aan nieuwe oplossingen te werken. Aan tafel zitten gemeenten, provincies, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), Rijkswaterstaat en het Nationaal Dataportaal Wegverkeer (NDW). Om een impuls te geven aan innovatie is er een samenwerkingsagenda met de focus op Smart Mobility. “Overheden zijn veelal bezig met dezelfde complexe problematiek”, legt programmamanager Robert Kok uit. “Dan is het veel efficiënter om samen onderzoek te doen en innovaties te ontwikkelen. Bovendien heb ik eens uitgerekend dat het 10 keer zo goedkoop is dan wanneer je dit alleen doet.”

“Als veel autobezitters meedoen, krijg je continu een enorme massa real time informatie”

Bruikbare informatie voor iedereen

Als onderdeel van de samenwerkingsagenda is het LVMB een gezamenlijke proef gestart. Road Monitor, kortweg ROMO, is een systeem voor wintermanagement, assetmanagement en verkeersveiligheid op basis van gegevens van sensoren in gewone voertuigen. Het NDW verzamelt de geanonimiseerde data en verwerkt die tot bruikbare informatie op een platform voor iedereen. Kok: “Dit is revolutionair. Met een grote vloot aan voertuigen, krijg je continu een enorme massa real time informatie zonder dat de verschillende partijen kosten hebben aan hulpmiddelen om die te verzamelen. Samen kunnen we beter bepalen welke informatie potentie heeft, het systeem op verschillende typen wegen uitproberen en de koppeling maken naar ieders eigen werkprocessen.”

Chris de Veer, strategisch adviseur Smart Mobility

“Alle wegbeheerders zijn bezig om mobiliteit slimmer, schoner en veiliger te maken”

Betere dienstverlening voor weggebruikers

Ook Provincie Noord-Holland doet mee aan het LVMB. Strategisch adviseur Smart Mobility Chris de Veer: “Alle wegbeheerders zijn bezig om mobiliteit slimmer, schoner en veiliger te maken. Daar doen we het voor - ook alle inspanningen op het gebied van Smart Mobility. Data zijn daarbij onmisbaar voor een efficiëntere en betere dienstverlening aan de weggebruiker. Het is niet meer dan logisch dat we de samenwerking zoeken met andere wegbeheerders om die data met toestemming uit auto’s te verzamelen. Zo werkten we eerder al met Rijkswaterstaat aan de Europese pilot SOCRATES2.0. Daarbij wisselden we gegevens uit met navigatiesystemen en reis-apps om weggebruikers heel gericht te informeren, bijvoorbeeld over files.”

Lessen voor heel Nederland

Van de pilot leerde De Veer dat data uitwisselen tussen privaat en publiek - binnen de mogelijkheden van de privacywetgeving - zeker zin heeft om wegbeheer efficiënter te maken. Belangrijk daarbij is de rol van IenW. “Zij willen weten wat de lessen zijn voor heel Nederland en bepalen daarmee de landelijke beleidskaders.” Kok: “Het ministerie zet in op marktontwikkeling en stelt geld beschikbaar voor onderzoek en innovatie. Met alle partijen samen voeren we dat efficiënt en kostenbesparend uit.’

Koen Steenbakkers, Projectmanager ROMO én Senior Adviseur Slimme, veilige, duurzame mobiliteit Rijkswaterstaat

Veiliger en minder oponthoud

Op de vraag wat de weggebruiker ervan gaat merken als er meer informatie verzameld wordt, antwoordt Koen Steenbakkers, Projectmanager ROMO én Senior Adviseur Slimme, veilige, duurzame mobiliteit bij Rijkswaterstaat: “In de ideale situatie kunnen wegbeheerders adequater reageren door schades, gladheid en onveilige situaties sneller te verhelpen of te voorkomen. Deze herstelacties kunnen ook beter worden ingepland én gecommuniceerd, zodat de automobilist er geen of minder hinder van ondervindt én iedere dag veilig en ongestoord op weg kan. Dit gaan we de komende tijd met elkaar ontdekken. Want als we de informatie hebben, hoelang duurt het dan voordat we daarop (kunnen) gaan acteren?  Adequaat ingrijpen lukt natuurlijk alleen als we voldoende ‘resources’ hebben en onze wegbeheerderprocessen ‘lean’ hebben ingericht om proactief te kunnen reageren. Uiteraard verwachten we dat we met deze aanvullende informatie gerichter, planmatiger en daarmee efficiënter ons wegbeheer kunnen inrichten.”