Met het Landelijk Meetnet Water (LMW) verzamelt Rijkswaterstaat op 450 plekken in, aan en op het water allerlei gegevens óver het water. Die gegevens deelt Rijkswaterstaat niet alleen met partners, zoals de waterschappen, het KNMI en de havens van Rotterdam en Antwerpen. Ook burgers profiteren van deze informatie. Maar wat voor wereld schuilt er achter het LMW?

Rinus Schroevers, senior adviseur afdeling vaste meetnetten Rijkswaterstaat
Pieter Haaring, servicemanager data water Rijkswaterstaat

Via het meetnet van het Landelijk Meetnet Water haalt Rijkswaterstaat heel veel verschillende gegevens op. Bijvoorbeeld over het zoutgehalte van het water, de golfhoogte- en richting, de watertemperatuur en de waterstand. ‘Concreet bestaat het LMW uit meetapparatuur in, aan en op het water’, verduidelijkt Rinus Schroevers, senior adviseur bij de afdeling vaste meetnetten van Rijkswaterstaat. ‘Hiermee halen we continu data op over het water. Deze verwerken we en maken we geschikt voor gebruik. Vervolgens leveren we de gegevens aan partners in heel Nederland. Denk aan de waterschappen, het KNMI en de havens van Rotterdam (zie kader, red.) en Antwerpen. Maar ook de drinkwaterbedrijven maken gebruik van onze gegevens, bijvoorbeeld over zoutindringing. Zij willen in droge zomers graag weten hoe ver het zoute water het zoete water van onze rivieren en kanalen binnendringt. Zo kunnen de bedrijven tijdig maatregelen nemen om te voorkomen dat ze de drinkwaterinname moeten staken. Voor die gegevens leunen ze op het LMW.’

‘We delen de gegevens met collega-diensten. En vice versa natuurlijk’

Surfer en campinghouder

Ook de ‘gewone’ burger weet de open data van het LMW te vinden. ‘Denk aan de surfer die op rijkswaterstaat.nl de golfhoogte en watertemperatuur checkt voor hij gaat surfen’, vertelt Schroevers. ‘Of de campinghouder die zijn caravans in de uiterwaarden heeft staan en graag wil weten hoe hoog de waterstand bij hoogwater zal zijn. Aan de hand van die gegevens besluit hij of hij zijn caravans uit de uiterwaarden moet halen.’ Daarnaast is het buitenland afnemer van de gegevens van het LMW. ‘Water stopt niet bij de landsgrenzen’, stelt Pieter Haaring, servicemanager data water bij Rijkswaterstaat. ‘Dus delen we de gegevens met collega-diensten. En vice versa natuurlijk. Ook wij hebben baat bij gegevens uit bijvoorbeeld Frankrijk, Duitsland en België. Want zo weten wij en onze partners of en wanneer we hoogwater kunnen verwachten in de Maas of Rijn.’

René de Vries, (rijks)havenmeester Havenbedrijf Rotterdam

Havenbedrijf Rotterdam kan niet zonder het LMW

Het Havenbedrijf Rotterdam is een trouw afnemer van de gegevens van het LMW. Volgens (rijks)havenmeester René de Vries zijn de gegevens van het LMW onontbeerlijk voor het functioneren van de Rotterdamse haven. ‘We zijn de 10de grootste haven ter wereld. Met de 30.000 zeeschepen en 100.000 binnenvaartschepen die jaarlijks onze haven aandoen, is het hier altijd een gezellige drukte. Daar komt bij dat containerschepen steeds groter worden. Hadden ze vroeger 4.000 containers aan boord, tegenwoordig gaat het om 22.000 containers. En dat terwijl de haven niet groter is geworden. Dit betekent dat betrouwbare en actuele data over onder meer de waterstanden, de stroomrichting van het water, de golfkracht en de windrichting voor ons essentieel zijn. Alleen zo kunnen we een vlotte, efficiënte en veilige verkeersafwikkeling in de haven garanderen.’

De Vries geeft een voorbeeld: ‘Wat veel mensen niet weten, is dat de Noordzee niet zo diep is. Om onze haven te bereiken, maken diepstekende zeeschepen daarom gebruik van de zogenoemde Eurogeul, die 25 m diep is en 57 km lang. Dit betekent dat de enorme olietankers en bulkcarriers waar we tegenwoordig mee te maken hebben de geul op het juiste moment moeten in- en uitvaren. Want met een maximale diepgang van 22,55 m mogen ze niet te veel deinen; anders raken ze de bodem. En daarvoor hebben we gegevens nodig over bijvoorbeeld de golf- en windkracht. Die gegevens krijgen we van het LMW.’ Overigens is de relatie tussen de haven en het LMW wederkerig. ‘Wij hebben meetpunten en zichtmeters ín de haven. Die data delen we met Rijkswaterstaat. Zo helpen we elkaar verder.’

Stormvloedkeringen sluiten

‘Voor onze partners zijn de gegevens goud waard: de Nederlandse waterhuishouding is zeer complex’

Een andere belangrijke afnemer van de gegevens van het LMW is Rijkswaterstaat zelf. ‘Wij zorgen voor droge voeten, voor voldoende en schoon water en zorgen dat vaarweggebruikers veilig van A naar B kunnen’, stelt Haaring. ‘Daarvoor gebruiken we de gegevens van het LMW. Op basis daarvan bepalen we bijvoorbeeld of we de stormvloedkeringen moeten sluiten. Maar ook welke gemalen en stuwen open en dicht moeten om de waterstand op peil te houden in droge perioden. In die zin is het LMW echt heel belangrijk. Niet zo raar dus dat we het ook wel eens “de verborgen deltawerken” noemen.’ Volgens Schroevers is het dan ook van groot belang dat de meetpunten van het LMW goed werken. ‘Sommige meetpunten zijn van cruciaal belang voor de waterveiligheid van Nederland. Die mogen niet uitvallen. Bij andere meetpunten zijn die eisen minder streng. Aan ons als Rijkswaterstaat de taak dit goed bij te houden en te zorgen voor onderhoud en reparaties.’

Gegevens zijn goud waard

Met 450 meetpunten verspreid over het hele land en de Noordzee is het niet zo raar dat het LMW continu in ontwikkeling is. ‘In 1956 haalden we onze data nog op door logrollen per boot op te halen’, lacht Schroevers. ‘Dat is nu haast niet meer voor te stellen. Het feit dat de ontwikkelingen razendsnel gaan, betekent ook dat wij daarin mee moeten. We zijn hard op weg naar een nieuw, state-of-the-art-systeem met de nieuwste software en een compleet nieuwe interface.’ Haaring vult aan: ‘Daarnaast liften we indien mogelijk mee met nieuwe programma’s en ontwikkelingen. Neem het vervanging- en renovatieprogramma van Rijkswaterstaat. Wordt daarbij het besturingssysteem van een brug of sluis vernieuwd, dan grijpen we de kans schoon en zorgen we dat het LMW hier voortaan aan wordt gekoppeld. Zo krijgen we de beschikking over allerlei nieuwe data. Bijvoorbeeld over hoeveel water er door een sluis heen gaat als deze open staat. Voor onze partners zijn die gegevens goud waard: de Nederlandse waterhuishouding is zeer complex, dus alle input is welkom.’