Hoe kijken jonge professionals aan tegen de infrasector met al zijn uitdagingen, innovaties en grote opgaven? Hoe dragen ze bij aan een veilig, leefbaar en bereikbaar Nederland? En waarom? Wat zijn hun drijfveren? In gesprek met jonge professionals van marktpartijen en Rijkswaterstaat: Zelly During (BK ingenieurs), Tom Bankras (Wagemaker), Joost Brouwer (Nebest) en Jurgen Klein (Rijkswaterstaat).
De jonge infraprofessionals
- Zelly During
adviseur arbo & veiligheid
BK ingenieurs - Tom Bankras
adviseur risico- en contractmanagement
Wagemaker - Joost Brouwer
adviseur infra en duurzaamheid
Nebest - Jurgen Klein
projectmanager
Rijkswaterstaat
Ze kennen elkaar niet, maar al snel ontspint zich een levendig gesprek tussen de vier jonge professionals die op een zonnige woensdagmiddag zijn afgereisd naar het Rijkswaterstaatkantoor langs de A12 bij Utrecht. Allemaal zijn ze geïnteresseerd in elkaar, in wat ze doen en waarom ze in de infrasector werken. Gemene deler: trots op hun werk én op hun bijdrage aan de Nederlandse infrastructuur.
Waarom hebben jullie gekozen voor werken in de infrasector?
‘Daar heb ik mooi mijn steentje aan bijgedragen’
Joost: ‘Om eerlijk te zijn: ik heb niet heel bewust gekozen voor de infrasector. Ik heb civiele techniek gestudeerd in Delft, met een focus op het ontwerpen van gebouwen. Tijdens mijn master had ik een parttimebaan bij Nebest en daar ben ik uiteindelijk blijven hangen. Wel tot mijn tevredenheid; ik heb het heel erg naar mijn zin in de infra. Het is mooi, tastbaar en divers werk.’
Tom: ‘Voor mij was het best zoeken naar de juiste studie. Uiteindelijk ben ik ook civiele techniek gaan doen, maar dan in Enschede. Wat ik het mooie vind aan de infrasector is dat je aan projecten werkt die nog lang blijven staan. Dat je erlangs of eroverheen rijdt en denkt: “Daar heb ik mooi mijn steentje aan bijgedragen”.’
Zelly: ‘Ik ben per toeval, via-via, in de sector beland, maar ben er echt verliefd op geworden. Ik heb integrale veiligheidskunde gestudeerd, met als doel bij de marechaussee te gaan. Hoewel dat niet is gebeurd, heb ik daar nog geen minuut spijt van gehad.’
Jurgen: ‘Net als Joost en Tom heb ik civiele techniek gestudeerd. Daarna wilde ik graag in de infrasector aan de slag en ben ik trainee geworden bij Rijkswaterstaat. Het mooie daarvan is dat je heel breed – in verschillende organisatieonderdelen – ervaring opdoet. Zelf vond ik werken in projecten interessant en uitdagend, dus ben ik na mijn traineeship richting projectmanagement gegaan. Met een team aan infrastructurele projecten werken – dat je naar buiten kijkt en letterlijk ziet waar je het samen voor doet – is echt fantastisch.’

Wat spreekt jullie aan in de infrasector?

Zelly: ‘Mij spreekt vooral de afwisseling aan. Geen dag is hetzelfde. Op maandag weet ik niet wat ik op dinsdag ga doen. Het ene moment schrijf ik een veiligheids- en gezondheidsplan (V&G-plan), het andere moment controleer ik buiten hoe zo’n plan in de praktijk wordt gebracht. Er is gewoon heel veel mogelijk in de sector.’
Tom: ‘Wat ik mooi vind, is de samenwerking met de verschillende partijen in de infrasector, ook bínnen projecten. Niet alleen met grote opdrachtgevers, zoals Rijkswaterstaat en aannemers, maar ook met andere ingenieursbureaus. Of met bedrijven die zich richten op bijvoorbeeld geotechniek en gebiedsontwikkeling.’
Jurgen: ‘Er zitten gewoon zo veel aspecten aan de infrasector, dat spreekt mij erg aan. Plus het feit dat iedereen – of je nu bij Rijkswaterstaat of bij de markt werkt – de drive heeft om buiten iets moois neer te zetten.’
Joost: ‘Dat maakt werken in de infrasector meteen ook heel tastbaar. We vormen allemaal een radertje in de motor die draait om buiten iets – een brug, een weg, een dijk, een tunnel – op te leveren of in stand te houden.’
Jurgen: ‘Ons werk doet ertoe. Als projectmanager heb ik bijvoorbeeld gewerkt aan de instandhouding van de Suurhoffbrug. Die brug is van essentieel belang voor de ontsluiting van de Maasvlakte. Daaraan mogen bijdragen, is machtig mooi.’
Welke thema’s en aandachtsgebieden leven er bij jullie?
‘Ik denk dat samenwerking en kennisdeling bittere noodzaak is’

Tom: ‘Net als in veel andere sectoren is artificial intelligence (AI) bij ons een belangrijk thema. Hoe zetten we AI in om het werk efficiënter te maken en continu te blijven verbeteren? Daarnaast gaat het op dit moment veel om samenwerking en kennisdeling. Ik denk dat Rijkswaterstaat daar zeker een rol in heeft gespeeld.’
Joost: ‘Mooi dat je dat laatste noemt, Tom. Ik merk zelf ook dat we veel meer met elkaar proberen op te trekken. Dat niet iedereen hetzelfde wiel hoeft uit te vinden, maar dat je van elkaar kunt leren.’
Tom: ‘Innovatie is nog zo’n een belangrijk thema in de sector. Door betere samenwerking en kennisdeling vermijd je dat je tegen dezelfde hindernissen aanloopt en vul je elkaars expertise aan.’
Jurgen: ‘Ik denk dat samenwerking en kennisdeling bittere noodzaak is. Veel van onze infrastructurele werken gaan achteruit, naderen het einde van de levensduur. De verouderingsprocessen die hierbij spelen, kennen we ook nog niet altijd even goed. Dat maakt ons werk uitdagend en relevant. Ook daarom is samenwerking van groot belang. Een ander belangrijk thema is veiligheid. Hoe doen we het vele werk dat er ligt met z’n allen veilig?’
Zelly: ‘Dat veiligheid een belangrijk thema is, kan ik als adviseur arbo en veiligheid volledig beamen. We doen er veel aan om veilig werken in de infrasector te bevorderen, maar in de praktijk blijkt het soms nog best een uitdaging. Hoe zorg je dat de mensen die het werk buiten doen ook echt veilig werken? Dat ze het V&G-plan naleven en hun persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken? Dat is niet altijd even makkelijk.’
Joost: ‘Als ik dan nog een laatste duit in het zakje mag doen: duurzaamheid is ook een thema dat in de hele sector terugkomt. Van betonnen liggers hergebruiken tot elektrisch rijden, we moeten er allemaal in mee.’

Wat doen jullie als jonge professionals anders dan oudere collega’s?


'We durven verder te denken en proberen graag nieuwe werkwijzen uit'
Jurgen: ‘Het woord dat bij mij opkomt is nieuwsgierigheid. Ik denk dat jonge professionals nog niet vastzitten in routines, gebruiken en gewoonten. Doordat we nieuwsgierig zijn, stellen we meer vragen over waarom we de dingen doen zoals we ze doen. Ik denk niet zozeer met het doel om ze echt ter discussie te stellen, maar om te willen begrijpen waarom dingen op een bepaalde manier gaan.’
Zelly: ‘Dat vind ik ook. Wij durven onze vraagtekens te zetten bij de vertrouwde methodes, waar collega’s met een langere staat van dienst vaak op teruggrijpen. We durven verder te denken en proberen graag nieuwe werkwijzen uit. Tegelijkertijd kunnen we ook veel leren van de kennis en ervaring van senior collega’s. Door het beste van die werelden te combineren, kan er een waardevolle wisselwerking ontstaan, die bijdraagt aan het succes van projecten.’
Joost: ‘De eerste gedachten die bij mij opkomen bij deze vraag gaan over flexibiliteit, aanpassingsvermogen en innovatie. Dat sluit helemaal aan bij wat Jurgen en Zelly zeggen.’
Tom: ‘Die nieuwsgierigheid, nooit zomaar iets voor waar aannemen, herken ik ook. Daarbij is een goede mix van juniors, mediors en seniors heel belangrijk, zodat iedereen volop van elkaar kan leren. De één is wat verder op het gebied van digitalisering of circulariteit, een ander heeft meer ervaring met een bepaald type opdracht en de derde bekijkt alles juist heel integraal. Begrip hebben voor de verschillen in levensfases en open staan voor elkaars kennis, daar zit wat mij betreft de sleutel tot succesvolle teams. Het gaat namelijk in de eerste plaats om wat iemand als persoon inbrengt; in die zin is leeftijd ook maar een getal.’
Hoe kunnen we jonge mensen ertoe bewegen om net als jullie in de infrasector aan de slag te gaan?
Zelly: ‘Wat ik me zelf niet had gerealiseerd, is dat de infrasector zo breed is. Er zit een enorme wereld achter de asfalteermachine. En er is werk genoeg; je hoeft niet bang te zijn om zonder baan te zitten.’
Tom: ‘Dat ben ik helemaal met Zelly eens. De infrasector omvat zo veel meer dan alleen de technische kant. Zelf werk ik in het risico- en contractmanagement; niet iets wat je direct voor je ziet als je aan de infrasector denkt.’
Jurgen: ‘Daar sluit ik me volmondig bij aan. Ben je geïnteresseerd in de Nederlandse infrastructuur, in bijvoorbeeld de bruggen, wegen en dijken die je buiten ziet? Dan kun je in de infrasector altijd een functie vinden waar je hart sneller van gaat kloppen én waarmee je impact maakt.’
Ook in dit magazine!
- Verbreding Julianakanaal: gezamenlijke aanpak bij tegenslag
- Landelijke Tunnelstandaard: uniforme aanpak als versneller
- Strategieontwikkeling bij Rijkswaterstaat en Fugro
- Duurzaam onderhoud vaargeulen met vertrouwen en vergoeding
- Slimmer consulteren met het Steunpunt Marktconsultatie
- Rijkswaterstaat publiceert Jaarbericht 2024