Tijdens de verbreding van het Julianakanaal bij Berg-Obbicht stroomde begin 2023 een bouwkuip vól met water. Een forse tegenslag, met grote gevolgen voor de scheepvaart. Maar ook het begin van iets bijzonders. Door out of the box te denken én te werken, leverden Rijkswaterstaat en aannemer Van den Herik het project alsnog in recordtempo op. Een aanpak op basis van vertrouwen, die smaakt naar meer.


‘Het Julianakanaal maakt deel uit van de Maasroute’, legt projectdirecteur Teun Ruijters van Rijkswaterstaat uit. ‘Een belangrijke corridor voor de binnenvaart richting België, Duitsland en de Randstad. Om deze route geschikt te maken voor grote binnenvaartschepen – tweebaksduwvaart tot 190 m lang – wordt het kanaal over tientallen kilometers verdiept en verbreed. Het traject van de laatste ruim 4 km, tussen Berg aan de Maas en Sluis Born, was een van de laatste schakels.’
Voorbereid aan het werk
‘Binnen korte tijd liep onze bouwkuip volledig vol’
‘De opdracht van Rijkswaterstaat was helder’, licht Jan Huijbers, directeur van Van den Herik, toe. ‘Verbreed het kanaal en houd daarbij de vaarweg open. Dit betekende dat we het gebied in delen moesten afdammen met een “natte bouwkuip”.’ Een beproefde methode, maar door de bodemsamenstelling maakte de aannemer zich zorgen. ‘Daarom deden we een pilot om de aanpak te testen, en trainden we onze mensen op het handelen bij calamiteiten. Want we wisten: áls het misgaat, moet je snel kunnen reageren.’ Dat die voorbereidingen hun nut bewezen, bleek op de dag van het incident.
Duizenden liters water in de kuip
Op 23 februari 2023 stroomde plotseling water door de damwand heen. Huijbers: ‘Binnen korte tijd liep onze bouwkuip volledig vol. Dankzij de training wisten de medewerkers het werkgebied godzijdank op tijd te verlaten. Vanwege de veiligheid stremden we ook meteen de vaarweg.’ Ruijters was in het buitenland toen de kuip het begaf. ‘Ik zakte door de grond’, zegt hij. ‘Maar al snel was ik vooral dankbaar dat er geen letsel was. Vanaf dat moment stond maar één vraag centraal: wat nu?’ Samen met Van den Herik werd een plan ontwikkeld om het kanaal tussen de brug bij Berg aan de Maas en Sluis Born volledig droog te zetten. Ruijters: ‘In plaats van gefaseerde werkzaamheden wilden we het hele werkgebied in één keer aanpakken. En om economische schade te beperken, moest deze stremming zo kort mogelijk duren.’

Doelgericht samenwerken
Op 12 augustus 2024 werd het kanaal drooggezet. Daarna volgde een uitzonderlijke vorm van samenwerking. Rijkswaterstaat en Van den Herik vormden kleine teams met korte lijnen, wekelijkse besluitvorming en maximaal vertrouwen. En in plaats van alles vooraf te specificeren, werkten ze op basis van gedeelde doelen, gezamenlijke verkenningen en pragmatische keuzes. Ruijters: ‘Normaal dichten we alles af met eisen en voorschriften en staan we als opdrachtgever ook op enige afstand. Nu ontdekten we samen wat werkte. We deden praktijkproeven, kozen ter plekke de beste constructie en gingen meteen aan de slag. Dat gaf niet alleen goede resultaten, maar ook veel energie voor de betrokken mensen.’
Alle hens aan dek
Van den Herik organiseerde het werk als een militaire operatie, vertelt Huijbers. ‘We deelden de hele zone op in drie werkvakken – Noord, Midden en Zuid – die we bemanden met zelfstandig werkende teams. Dit pakte extra goed uit omdat er een gezonde concurrentie ontstond; elk team wilde het beter doen dan de anderen.’ Dat zag je terug in het resultaat: binnen vijf maanden werd het volledige werkgebied uitgebaggerd, verstevigd, verbreed en verdiept. ‘Op het hoogtepunt draaiden er 170 machines en hadden we circa 50 stafmensen aan het werk, dag en nacht.’
Drie succesfactoren
‘Dit is een prachtig voorbeeld van wat je samen kunt bereiken’
Op 11 april 2025 ging het Julianakanaal weer open voor de scheepvaart. Een project met zoveel tegenslag ombuigen naar succes, op een manier die energie geeft. Hoe dan? Ruijters en Huijbers noemen drie cruciale factoren:
- Duidelijke, gedeelde doelen. Geen tientallen, maar een drietal. In dit geval: een toekomstbestendig kanaal, minimale stremming en een tevreden omgeving bij maximale veiligheid.
- Kleine teams met mandaat. Zo kun je direct reageren op wat je tegenkomt, en samen een weg vooruit navigeren.
- Vertrouwen in elkaar. En de wil om samen te slagen. Functioneren als één team met één opdracht, motiveert enorm.
Praktijkgerichte aanpak
Ruijters is enthousiast over de aanpak. ‘Dit is een prachtig voorbeeld van wat je samen kunt bereiken.’ Hij zou de ingeslagen weg graag vervolgen, ook als er géén crisis is. ‘Je hoort vaak dat een praktijkgerichte aanpak projecten alleen maar duurder maakt. Maar wij hebben met onze aanpak van de droogzetting van het Julianakanaal laten zien dat het heel goed kan uitpakken.’ Huijbers is daar nog stelliger over. ‘Ik ben ervan overtuigd dat een aanpak als deze altijd voor snellere, betere en goedkopere uitkomsten zorgt. Ook wat mij betreft is dit dus de weg vooruit.’
Ook in dit magazine!
- Jonge infraprofessionals: ‘Ons werk doet ertoe’
- Landelijke Tunnelstandaard: uniforme aanpak als versneller
- Strategieontwikkeling bij Rijkswaterstaat en Fugro
- Duurzaam onderhoud vaargeulen met met vertrouwen en vergoeding
- Slimmer consulteren met het Steunpunt Marktconsultatie
- Rijkswaterstaat publiceert Jaarbericht 2024