De Landelijke Tunnelstandaard (LTS) draagt sterk bij aan het optimaal functioneren van tunnels, zodat weggebruikers vlot en veilig kunnen doorrijden. Rijkswaterstaat past de standaard inmiddels ruim 12,5 jaar toe bij de aanleg en vernieuwing van Rijkstunnels. Een mooi moment om terug te kijken én vooruit te blikken met partners uit de markt. Allemaal zijn ze vol vertrouwen dat de standaard ook het 25-jarig jubileum haalt.

Willem de Graaf
Willem de Graaf, landelijk regisseur veiligheid Rijkswaterstaat
Evert Jan Pluimers
Evert-Jan Pluimers, directeur infra technology Ballast Nedam

De Nederlandse tunnels behoren tot de veiligste van Europa. Toch herinnert landelijk regisseur veiligheid, Willem de Graaf (Rijkswaterstaat), zich nog goed dat het bij de oplevering van een tunnel vroeger vaak lastig was om een openstellingsvergunning te krijgen. ‘Duidelijke normen voor veiligheid ontbraken’, zo vertelt hij. ‘Ook was er geen akkoord over welke concrete voorzieningen vereist waren om de veiligheid in tunnels te waarborgen. Dit zorgde steeds weer voor bestuurlijke discussie, waardoor de bouw van tunnels langer duurde en kosten opliepen. De introductie van de Landelijke Tunnelstandaard (LTS) in 2012 was dan ook een grote stap vooruit.’

‘We hebben hetzelfde in gedachten als we praten over veiligheid’

Dezelfde taal spreken

Evert-Jan Pluimers, directeur infra technology bij Ballast Nedam is ook overtuigd van de waarde van de LTS. Hij ziet als grootste voordeel dat iedereen die bij onderhoud of renovatie van tunnels betrokken is, dezelfde taal spreekt. ‘We begrijpen elkaar beter.’ Maarten Reinking, portfoliomanager Grote Projecten en Onderhoud (GPO) Tunnelwerf bij Rijkswaterstaat, vult aan: ‘We hebben hetzelfde in gedachten als we praten over veiligheid. Je hoeft dus niet af te stemmen wat je eronder verstaat en hoe je dit vorm moet geven. Daardoor kun je eerder aan de slag met organiseren, wat projecten in een stroomversnelling brengt. En dat is precies wat we nodig hebben bij de vernieuwingsopgave.’

Waardevol instrument

Volgens Pluimers is de LTS een waardevol instrument, dat voorkomt dat partijen bij elk project het wiel opnieuw moeten uitvinden. ‘Standaardisatie helpt om de productiviteit te verhogen. Leveranciers van apparatuur hebben dit ook ingezien en zijn erin meegegaan; de hele keten heeft met elkaar grote stappen gezet.’ Michel Wijbrands, branchemanager bij Techniek Nederland en betrokken bij de Taskforce Infra, waarin Rijkswaterstaat samenwerkt met de markt, geeft aan dat het best wat tijd heeft gekost om allemaal dezelfde taal te leren. ‘Maar inmiddels hebben we die taal met zijn allen aardig onder de knie.’

De LTS is onder meer toegepast bij de aanleg van de Koning Willem-Alexandertunnel (A2/N2).
Maarten Reinking
Maarten Reinking, portfoliomanager Grote Projecten en Onderhoud (GPO) Tunnelwerf Rijkswaterstaat
Michel Wijbrands
Michel Wijbrands, branchemanager Techniek Nederland

Bundelen, leren, repeteren

Met de portfolioaanpak bundelt Rijkswaterstaat projecten ook vaker. ‘Dit zorgt voor continuïteit en voorspelbaarheid’, vindt Pluimers. ‘Maar het grote voordeel van deze programmatische aanpak is dat oplossingen die goed werken bij de eerste tunnel, ook makkelijk zijn toe te passen bij de tweede en de derde tunnel.’ Reinking vervolgt: ‘Ons credo is bundelen, leren, repeteren. We maken daarbij dankbaar gebruik van het Centrum Ondergronds Bouwen. Bij deze netwerkorganisatie zijn alle partijen aangesloten die een rol spelen bij ondergronds bouwen. Dus niet alleen wij als Rijkswaterstaat, maar bijvoorbeeld ook aannemers en ingenieursbureaus. Samen bespreken we ontwikkelingen en delen we kennis. Dat maakt het proces steeds sneller en efficiënter.’

‘We kunnen door standaardisatie snel meters maken’

Ruimte voor verbetering

Wijbrands vindt dat er in 12,5 jaar tijd veel vooruitgang is geboekt. ‘De samenwerking tussen Rijkswaterstaat en marktpartijen loopt over het algemeen goed, wat zoals gezegd vooral komt doordat we een gemeenschappelijke taal spreken. Toch merk ik dat projectteams soms nog geneigd zijn hun eigen dialect te spreken. Dat is zonde, want daarmee gooien ze dus een van de grootste voordelen van de LTS overboord.’ Er is wat Wijbrands betreft dus nog ruimte voor verbetering. Wat hij de komende jaren het liefst zou veranderen, is dat Rijkswaterstaat en markt elkaar minder als ‘opdrachtgever’ en ‘opdrachtnemer’ zien en meer samenwerken als gelijkwaardige partners. ‘Door nóg meer uit te gaan van vertrouwen kunnen we volgens mij ook het aantal eisen dat de LTS stelt flink verminderen. Dat kan helpen om de doorlooptijden van de projecten verder te verkorten en dus nog sneller te gaan.’ De vier zien dit overigens positief in, omdat ze nu eenmaal hetzelfde doel voor ogen hebben: zorgen voor veilige en toekomstbestendige tunnels.

Trots en plezier

Tot slot, gaat de Landelijke Tunnelstandaard zijn 25-jarig jubileum halen? Allemaal beantwoorden ze die vraag volmondig met ‘ja’. ‘De meerwaarde staat niet ter discussie’, stelt De Graaf. Pluimers vindt dat de LTS onomstotelijk bijdraagt aan betere samenwerking. ‘Het blijft natuurlijk mensenwerk, maar het draait allemaal veel makkelijker dan voorheen.’ Wijbrands sluit zich daarbij aan: ‘We kunnen door standaardisatie snel meters maken.’ Reinking besluit: ‘Voor mij is belangrijk dat we met trots en plezier aan tunnelopgaven werken. Dat kan alleen maar als je het samen goed doet en van elkaar leert. De LTS levert hieraan een belangrijke bijdrage. Ik proef veel energie om projecten de komende jaren samen steeds slimmer en beter aan te pakken. Dat moet ook wel, nu het door krapte op de arbeidsmarkt steeds lastiger is goede mensen te vinden.’

Over de Landelijke Tunnelstandaard

Rijkswaterstaat heeft de Landelijke Tunnelstandaard (LTS) ontwikkeld op basis van de Tunnelwet. Daarbij werd samengewerkt met andere overheden, organisaties uit de wereld van transport, marktpartijen en hulpdiensten. De LTS beschrijft alle standaarddiensten, processen, organisatie en techniek voor bediening, beheer en onderhoud van tunnels. Er staat bijvoorbeeld in dat tunnels moeten beschikken over systemen voor verlichting, ventilatie, voertuigdetectie, verkeerssignalering en toeritdosering. Ook vluchtroute-indicaties, blusvoorzieningen, camera’s en omroepinstallaties zijn onderdeel van de standaard.

De LTS geldt voor Rijkstunnels vanaf 250 m. Andere wegbeheerders kunnen de LTS ook gebruiken. In 2015 werd de eerste tunnel gebouwd volgens de standaard: de Salland-Twentetunnel in Nijverdal. Twee jaar later volgde het eerste renovatieproject: de Velsertunnel. Sindsdien is of wordt de LTS bij nog tien projecten gebruikt, waaronder het actuele project Tunnelrenovaties Zuid-Holland. Nieuwe inzichten, nieuw beleid of wetswijzigingen leiden regelmatig tot een update van de LTS. Overigens zijn dit, met het volwassen worden van de LTS, steeds minder ingrijpende wijzigingen.