
Natuurherstel bij verdroging? Kijk breder dan het natuurgebied
Uit de praktijk
Door TAUW uitgevoerde milieueffectrapportages voor het Natura 2000-beheerplan Engbertsdijksvenen helpen bij het vaststellen van maatregelen tegen verdroging van het hoogveengebied. Ingenieurs Lennaart Lamers en Niels Bronsgeest: ‘Werk aan robuust herstel voor het hele hydrologische systeem.’
Engbertsdijksvenen is een Natura 2000-gebied in Overijssel met een uniek hoogveenlandschap. Verdroging is al jaren een grote bedreiging voor de drassige hoogveennatuur. Om deze natuur te behouden en te herstellen is het belangrijk om voldoende regenwater vast te houden en te voorkomen dat water uit het veen wegloopt naar de omgeving en de ondergrond.
"Verdroging is een grote bedreiging voor de drassige hoogveennatuur"
Maatregelen vaststellen
In het natuurgebied zelf (“intern”) werkt terreinbeheerder Staatsbosbeheer aan maatregelen om water vast te houden in het veen. Bijvoorbeeld door lekken te dichten en kades aan te leggen die het gebied verdelen in verschillende compartimenten met een eigen waterpeil. In het omringende gebied (“extern”) is samenwerkingspartner provincie Overijssel verantwoordelijk voor maatregelen om de grondwaterstand onder het veengebied te verhogen. In opdracht van de provincie voerde ingenieursbureau TAUW de milieueffectrapportages (mer) uit voor zowel de interne als externe maatregelen – net als voor een handvol andere natuurgebieden in Overijssel, zoals Sallandse Heuvelrug, Witte Veen en Buurserzand.
Voortbouwen op eerder onderzoek

Lennaart Lamers, adviseur water en natuur bij TAUW
‘Overijssel had het omgevingsproces voor de maatregelen al doorlopen met relevante belanghebbenden’, vertelt Lennaart Lamers, als TAUW-adviseur water en natuur betrokken bij de mer. ‘De provincie had diverse varianten voor maatregelen onderzocht in lijn met de PAS-gebiedsanalyse (programmatische aanpak stikstof) en het Natura 2000-beheerplan. We hebben dit eerdere onderzoek voor de mer niet overgedaan. Onze focus lag op de onderbouwing van eerder gemaakte keuzes en op de effecten van het planalternatief.’
Grotere waterbuffer
Effectieve maatregelen rond de Engbertsdijksvenen zijn bijvoorbeeld verhoging van het waterpeil in het Geesters Stroomkanaal en het inrichten van een bufferzone om water vast te houden. ‘In het proces met de omgeving is voor een grotere buffer gekozen dan oorspronkelijk in het beheerplan stond’, vertelt Lamers. ‘Een van de redenen daarvoor is dat boeren uit de omgeving de zorg uitspraken dat de betrokken instanties over een paar jaar weer terug zouden komen omdat de voorgestelde maatregelen onvoldoende bleken. Die zorg lijkt ons terecht, zeker met het oog op klimaatverandering. Die versterkt het probleem van verdroging in de toekomst waarschijnlijk.’
Letten op klimaatadaptatie

Niels Bronsgeest, project- en procesmanager bij TAUW
‘De vraag of gekozen maatregelen wel klimaatrobuust zijn, wordt nu nog onvoldoende gesteld’, bevestigt Niels Bronsgeest, als project- en procesmanager bij TAUW betrokken bij veel milieueffectrapportages voor natuurherstel. ‘In stedelijk gebied zie je al wel meer maatregelen voor klimaatadaptatie, maar ook in landelijk gebied is het zaak om daar in een mer meer op te letten. Door te rekenen met klimaatscenario’s en liefst wat te overdimensioneren weet je dat de natuur ook voor de komende 25 jaar sterk genoeg is. Dat betekent bijvoorbeeld ook dat je niet alleen naar het hydrologische verhaal kijkt, maar de stikstofaanpak gelijk meeneemt.’
Omgeving meenemen
Ook pleiten de twee ingenieurs voor een bredere kijk op natuurherstel. Bronsgeest: ‘De toets bij mer is nu vooral of de maatregelen voldoende zijn om de natuurdoelen te bereiken. Terwijl voor de omgeving het effect op bijvoorbeeld landbouw, infrastructuur en drinkwaterwinning relevanter is.’ Lamers: ‘Boeren schatten bijvoorbeeld in dat de vermindering van droogteschade door een hogere waterstand voor hen niet opweegt tegen de toename aan natschade. Daarbij gaan ze ervan uit dat ze droogteproblemen kunnen oplossen door te beregenen. Terwijl de kans groot is dat verdroging zo toeneemt dat beregenen op een gegeven moment niet meer kan. Daar moeten we de boeren in meenemen.’
Robuust systeemherstel
Bronsgeest: ‘Gelukkig komt er steeds meer aandacht voor robuust herstel voor het hele hydrologische systeem. Daarvoor moeten we breder kijken dan een Natura 2000-gebied en toewerken naar meer natuurinclusief ruimtegebruik. Dat vraagt een bijdrage van alle sectoren.’ Lamers: ‘Zachtere overgangen kunnen daarbij helpen. Nu is er vaak een harde grens tussen natuurgebied en intensieve landbouw. Het zou goed zijn als daar bijvoorbeeld een zone met meer extensieve, natuurinclusieve landbouw tussen zit. Zodat je niet bijvoorbeeld landbouw met meer stikstofuitstoot inwisselt voor landbouw met meer gewasbeschermingsmiddelen.’
"Vaak ligt de sleutel buiten de grenzen van je gebied"
Gezamenlijke visie
‘Een integrale benadering blijft belangrijk’, concludeert Bronsgeest. ‘Daarmee sluit je ook aan bij het principe van water en bodem sturend. Zorg dat je samen met alle relevante belanghebbenden tot een gezamenlijke visie komt voor een natuurgebied inclusief overgangsgebieden. Vaak ligt de sleutel buiten de grenzen van je gebied.’