Juist in verkenningen ligt de mogelijkheid om bewuste keuzes voor een gezonde leefomgeving te maken, vinden Anne Dijkstra en Hans Schmitz van Rijkswaterstaat WVL. Binnen hun afdeling werken zij daarom aan handreikingen om gezondheidseffecten beter in beeld te krijgen. Wat zijn de ontwikkelingen?

In verkenningen voldoen de huidige methodieken niet goed meer voor het beschrijven van gezondheidseffecten, ondervinden beleidsadviseurs Anne Dijkstra en Hans Schmitz. Juist verkenningen lenen zich volgens hen voor het maken van bewuste keuzes ten aanzien van een gezonde leefomgeving. De huidige methodieken leveren volgens hen nog te weinig onderscheid op tussen alternatieven. Om gezondheidseffecten beter in beeld te brengen zijn volgens hen nieuwe of aanvullende methodes en handreikingen nodig.

Verschillen tussen alternatieven

Bij Rijkswaterstaat is in verkenningen de Gezondheidseffect Screening (GES-methodiek) gebruikelijk voor het beschrijven van de effecten van geluidhinder, luchtverontreiniging en externe veiligheid. Een nieuwe ontwikkeling is de Milieu Gezondheidsindicator (MGR), waarin meer aandacht is voor cumulatie van effecten. Strategisch adviseur leefomgeving Hans Schmitz is blij met de pogingen in projecten om gezondheidseffecten beter in kaart te brengen. ‘Helaas lukt het met deze beide instrumenten (nog) niet om verschillen tussen alternatieven goed zichtbaar te maken en te kunnen wegen’, geeft hij aan. ‘Ik had gehoopt dat de toepassing van de MGR in pilotprojecten verschil in scores tussen alternatieven zou opleveren. Door de verschillen in ligging en snelheden, én door de combinatie van effecten. Dat is niet het geval. Daarom zoeken we verder.’

Cumulatie en afweging van effecten

Er zijn aanwijzingen dat cumulatie van de afzonderlijke gezondheidsaspecten een grotere invloed heeft op de gezondheid dan wanneer de effecten van lucht, geluid en externe veiligheid afzonderlijk worden gewogen. Toch is deze opstapeling van effecten nu nog nauwelijks in beeld te brengen. Daardoor kan dit niet in de afwegingen worden betrokken, merkt Hans.  ‘Geluid en externe veiligheid zijn bovendien erg verschillend in de manier waarop zij worden ervaren. Daardoor zijn ze moeilijk te wegen en te vergelijken. In projecten zien wij dat ook als er lokaal een versterkend effect van cumulatie is dat dit met de huidige instrumenten niet de verschillen tussen alternatieven beïnvloedt.’

Areaalstrategie

Anne Dijkstra staat als adviseur geluid en gezonde leefomgeving projecten bij. Zij constateert dat er bovendien nog een grote uitdaging ligt om gezondheidsaspecten integraal af te wegen tegen andere thema’s die om ruimte concurreren. Bijvoorbeeld de thema’s duurzaamheid of natuur. ‘Voor deze integrale afweging willen we graag een betere methodiek, waarin ook gezondheidsbevorderende aspecten zoals een groene omgeving, recreatiemogelijkheden en het stimuleren van bewegen in beeld gebracht worden. Alleen dan kun je identificeren waarin de verschillende ruimtelijke thema’s zoals natuur en gezondheid elkaar ook kunnen versterken of met elkaar op kunnen trekken.’ Het ministerie van IenW werkt inmiddels aan een areaalstrategie die meer duiding moet geven op gezondheidsbescherming en gezondheidsbevordering.

Handreiking

De afdeling van Hans en Anne oriënteert zich momenteel op een aangepaste handreiking om gezondheid te beoordelen. ‘Dat doen we door gesprekken te voeren met collega’s, onder andere bij de regionale diensten en bij de projecten van Rijkswaterstaat, maar ook met bijvoorbeeld de GGD en Commissie m.e.r.’, vertelt Anne. Ook zoeken ze samen nog naar een aanpak om alternatieven beter vergelijkbaar te maken. Bij verkenningen wordt op een globaal detailniveau naar effecten gekeken en daarbij wordt het project in zijn geheel beschouwd. De plaatselijke hogere scores vallen daardoor weg in het grote geheel. ‘Wat meer verfijning kan helpen om de onderlinge verschillen wat explicieter te maken’, verwacht ze. ‘Het detailniveau moet natuurlijk wel blijven passen bij de projectfase.’

Gezondheidsbevordering

Vanuit hun adviesrol bij Rijkswaterstaat WVL vinden Hans en Anne het ook wenselijk dat kansen voor gezondheidsbevordering al eerder in het proces meegenomen kunnen worden. ‘Op dit moment zijn we per project afhankelijk van de ambitie van de omgeving. We zouden hier graag meer 1 lijn in zien. Dat vraagt om meer houvast voor de onderdelen gezondheidsbescherming en gezondheidsbevordering. De huidige methodiek richt zich nu vooral op de fysieke ingreep van de uitbreiding van infrastructuur, waarbij het om normen gaat. Terwijl er ook kansen liggen die de gezondheid ten goede komen’, geeft Anne aan.

Fietsalternatief

Bij gezondheidsbevordering kan de inrichting van de leefomgeving worden ingezet om bewegen en ontmoeten te stimuleren, waardoor gezondheid en sociaal welzijn per saldo verbetert. Hans merkt op dat de Handreiking Verduurzaming MIRT hiervoor goede voorbeelden aanreikt, zoals een volwaardig fietsalternatief. ‘Wil je hier echt werk van maken, dan helpt het als fietsbevordering al in de richtinggevende opdrachtformulering is opgenomen.’ Hier ligt volgens hem een kans voor de opdrachtgever.

Het gevecht om ruimte

Het gevecht om ruimte speelt een rol in de gezonde leefomgeving. Zo constateert Hans dat gemeenten voor hun woningbouwopgave zoeken naar locaties die zijn team niet optimaal voor de gezondheid vindt, zoals langs snelwegen. Gemeenten worstelen hier ook mee, weet hij. Enerzijds voelen ze de druk om woningen op te kunnen leveren en anderzijds knellen de effecten richting natuur, energieopwekking en andere aspecten. ‘Ook dat vraagt om goede keuzes voor de leefomgeving.’

Social design

Voor het betrekken en verbeteren van de leefomgeving kan een social-design-onderzoek soms uitkomst bieden. Bij het project A58 bij Oirschot leverde dit concrete verbeteringen van de leefomgeving op. ‘Vaak zijn we bij Rijkswaterstaat gericht op het voldoen aan de normen, terwijl gezondheidswaarden verbeteren ook kansen biedt’, stelt Anne. Het streven zou wat haar betreft moeten zijn dat enerzijds de leefomgeving niet verslechtert en anderzijds ingezet wordt op versterkingen die het welbevinden verbeteren. Daarbij zou het volgens Hans ook goed zijn om dat uit te drukken in een plus-score. ‘Aanvullend instrumentarium is dan nodig, waarbij niet alleen naar de risico’s wordt gekeken, maar ook naar de kansen. Daarna volgt een integrale afweging van het totaal aan thema’s.’

Gevaarlijke stoffen

In de toekomst zal de aandacht voor gezondheid alleen maar toenemen, voorziet Hans. ‘Denk aan de omgevingswet, de NOVI, het Nationaal Milieubeleidplan, het Schone Lucht Akkoord en de maatschappelijke aandacht voor gevaarlijke stoffen zoals PFAS.’ Hij verwacht dat dit steeds meer weerslag gaat krijgen op de vragen aan Rijkswaterstaat om gezondheid explicieter in de onderzoeken mee te nemen. ‘Daarvoor geldt dan wel dat we het handen en voeten moeten geven in projecten. Instrumenten zijn dus nodig.’

Een algehele conclusie van beide specialisten is dat de eigen mobiliteitsopgave niet volstaat om gezondheid te bevorderen. Hans: ‘Je moet verder kijken dan je eigen opgave en daarin de krachten bundelen samen met andere overheden en andere partijen in het gebied. Zo kun je budgetten en gemeenschappelijke doelen koppelen.’

Meer informatie: hans.schmitz@rws.nl  06 11 59 23 48  anne.dijkstra@rws.nl 06 31 97 06 46