“Als je de 100 haalt én ook nog eens 25 jaar bestaat, dan ben je best bijzonder,” vindt oud-eindredacteur Jos Arts over MER-nieuws. Volgens hem speelt MER-nieuws in de toepassing van mer een flinke rol. De prestatie zit volgens hem niet in het alsmaar doorgaan, maar in het vermogen om op de lezersbehoefte in te springen en vooruit te lopen. “Een sterk punt is dat MER-nieuws niet alleen naar binnen kijkt, maar ook informatie van buiten haalt. Een frisse input dus!”  

De mijlpaal van Jos Arts

De dubbele A2-tunnel door Maastricht als toonbeeld van hoe je samen vernieuwend kunt zijn.

Jos: “Toen in de crisis van het ‘betonnen-MIT’ de A2 uit de programmering verdween, legden gemeente, provincie en Rijk alsnog samen het geld bij elkaar. Vervolgens werden marktpartijen heel vroeg betrokken en gestimuleerd om een creatieve oplossing te bedenken. 

Groene loper
Het werd de dubbele tunnel met de groene loper, een oplossing waar letterlijk iedereen beter van werd. Economen geloofden er vooraf niet in, maar achteraf blijkt het écht zo te zijn dat de milieu- en ruimtelijke kwaliteitsverbetering van de A2-tunnel te meten is: de huizen bij de A2 zijn namelijk beduidend meer waard geworden dan andere huizen. Verder lukte het door de tunneloplossing ook om kwetsbare wijken bij de stad te betrekken. Sociaal gezien was dat een succes. 

Dekselse oplossingen 
Na afronding is er eigenlijk een nieuwe planningssituatie ontstaan die ook weer kansen biedt.  Bovenop de tunnel is namelijk paradoxaal genoeg een geweldige OV-locatie ontstaan op 200 meter afstand van het station. Dat zou je nog inclusiever kunnen ontwikkelen door juist bij het station kantoren en scholen te bouwen, zodat je het die gebruikers mogelijk maakt om uit die auto te komen en het OV te pakken. Zo laat je de tunnel niet alsnog dichtslibben. Dit soort ‘dekselse’oplossingen, zoals ook in Groningen of Gaasperdam, bieden een enorme kans om de leefbaarheid verbeteren – niet alleen direct ernaast maar ook in het bredere stedelijk gebied.”
 

Jos Arts

Betrokken vanaf 1998 bij MER-nieuws
Toen: projectleider MER-nieuws en promovendus op de ex-post evaluatie van mer 
Nu: hoogleraar milieu- en infrastructuurplanning bij de RUG
 

Hoe werd MER-nieuws gemaakt in jouw tijd?

“Redactieleden uit heel Nederland kwamen in Utrecht bij elkaar in een zaaltje dichtbij het station. Soms in wat obscure donkere bovenzaaltjes, soms een herensociëteit, bij Pax Christi of op het terras naast het Hardrockcafé. Soms lag er nog actiemateriaal op tafel van milieuactivisten. Zelf pasten we goed op, om onze concept-artikelen niet te laten slingeren: MER-nieuws was aanvankelijk namelijk strikt intern. De redactieleden gaven de couleur locale: nat en droog nieuws uit alle windrichtingen. De opkomst was altijd goed, want het was ook een beetje de dorpspomp; een mooie gelegenheid tot bijpraten met collega’s.  Ze waren erg betrokken bij de uitvoering en alle artikelen passeerden de redactievergadering. Soms schreven redactieleden zelf artikelen of hielpen mee als gespreksleider bij de rondetafelgesprekken.” 

Wat is de kracht van MER-nieuws voor Rijkswaterstaat?

“Als je kennis verder wil brengen in je eigen organisatie, dan móet je wel een medium hebben. Zonder MER-nieuws en de bijbehorende cursussen en reeksen zou het niveau van de mer van Rijkswaterstaat veel kwetsbaarder zijn geweest. Bij de invoering van de Tracéwet en de start van de tracé/mer-procedure in 1994 was het uitwisselen van kennis hard nodig. Vaak ging het over praktische dingen, zoals nieuwe methodes, aanbod van cursussen en ervaringen. De kracht is dat MER-nieuws altijd dicht bij de praktijk is gebleven en toegankelijk leest. Gaandeweg is het wél journalistieker geworden. Ook het digitaal gaan en het verbreden naar planvorming vergroot de waarde. Een aandachtspunt is dat de relatie met mer goed bewaakt moet worden. Een goede mer-praktijk vasthouden gaat niet vanzelf. Kijk maar naar het buitenland. In sommige landen raakt onder het mom van 'streamlining’ en efficiency de regelgeving en praktijk soms uitgehold.” 

Artist impression van 'De groene loper van Maastricht'

Hoe zie je het belang van mer als instrument? 

“De meerwaarde van mer is groot. Realiseer je goed, dat er maar een stuk of 5, vooral recent ontstane, landen in de wereld zijn, waar mer niet formeel geregeld is. En zelfs in die 5 landen wordt op voorstaan van de Wereldbank of andere investeringsbanken mer toegepast bij grote ontwikkelingen. De hele wereld werkt dus met dit instrument om zorgvuldige besluiten te kunnen nemen en om daarin het milieubelang te borgen. Dat blijft een kwetsbaar belang en we moeten echt niet onderschatten hoe belangrijk het is om de kennis hierover op peil te houden. Zeker gezien de brain drain door de grootschalige pensionering van mensen die het instrument groot hebben zien worden. Zowel op nationaal als op internationaal niveau zal het een hele toer worden om het niveau van mer hoog te houden. Voor Nederland geldt dat zeker, met de Omgevingswet die meer procesvrijheid kent en minder procedurele waarborgen biedt en waarin de nadruk ligt op integraliteit en verantwoordelijkheid bij overheden. Kwetsbare milieubelangen kunnen dan zomaar ondersneeuwen.” 

Hoe zie je de maatschappelijke veranderingen terugkomen in mer?

“De wereld verandert, we krijgen te maken met klimaatverandering, energietransitie, circulaire economie, de woningbouwopgave, een landbouw die zich aan moet passen enzovoort. Dat geeft soms flinke belangentegenstellingen met wat er al is, of zou moeten komen.  In die context moeten we er scherp op zijn dat feiten en meningen niet door elkaar gaan lopen, zoals je nu veel ziet. De kwaliteit van mer in een democratie is dat je het hebt over feiten en de waardering daarvan. Beslissingen moeten navolgbaar zijn en het gesprek daarover moet open zijn. Mer is daarvoor een prachtig instrument. Meningen die over en weer vanuit de loopgraven zonder feitelijke onderbouwing worden geuit, zijn een groot zorgpunt voor de rol van mer, overheid en democratie. Het is belangrijk om een open democratie te blijven, waarin feiten gecheckt zijn en waar rationele besluiten worden genomen.”

Is samenwerking een voorwaarde bij de transities die eraan komen?

“Als we het hebben over klimaatadaptatie, energietransitie en woningbehoefte dan vraagt dat om ruimtelijke oplossingen. Omdat ruimte schaars is moeten ontwikkelingen slimmer op elkaar worden afgestemd. Daarvoor heb je een open mind nodig en gebiedsgerichte projecten die afgestemd zijn in strategische programma’s. Een mer of soms een strategisch mer is daarbij een belangrijk hulpmiddel. Samenwerking is niet iets nieuws trouwens. Vanaf nummer 1 van MER-nieuws is de kracht van samenwerking een prominent en terugkerend thema in MER-nieuws. Dat had men toen al scherp voor ogen.  De vraag is of je echt nog woningbouw zou moeten willen bij Gouda in de “badkuip van Nederland”, wat ruimtelijk gezien vragen is om problemen. Als je klimaatbestendig wil zijn, zou je voor woningbouw moeten kiezen voor de hogere plaatsen in Nederland. En dan bij voorkeur op die locaties waar de wegen niet al bijna vol zijn en waar al goede infrastructuur ligt. Denk bijvoorbeeld aan slimmere plekken buiten de Randstad of eventueel wel in de Randstad, maar dan in de vorm van renovatie van oude industrieterreinen en woonwijken. Het laatste beetje open ruimte vrijhouden is veel waard. Ik pleit er dan ook voor om bij dergelijke projecten direct de extra kosten voor transportinfrastructuur goed in de plannen af te wegen.”

Is dat een pleidooi voor een nieuwe nota voor ruimtelijke ordening?

“Ja, maar dan wel een echte inhoudelijke visie, die verder gaat dan de NOVI. Niet ingegeven door kortetermijnissues, maar gevoed door feiten over langetermijntrends zoals klimaatverandering. We weten dat die veranderingen er aan komen. We weten ook dat veenweiden oxideren en verzakken. Dan moet je daar dus níet bouwen. En als je ervoor kiest om elders in Nederland te bouwen, zoals Zeeland, Limburg of Noord-Nederland, dan is extra infrastructuur zoals een Lelylijn een logische randvoorwaarde voor goede ontsluiting. Dat kost extra geld, dat je goed moet vergelijken met het uitbreiden van rail en weg in de Randstad. In Nederland blijven we nog veel te veel vanuit de Randstad denken. Ga je uit van West-Europa, waar we economisch onderdeel van zijn, dan liggen Limburg en Zeeland veel centraler en is ook Noord-Nederland interessant. Nederland is meer dan de Randstad.” 

Dubbel ruimtegebruik wint terrein. MER-nieuws 29, 2001

Kunnen we op termijn nog veel nieuwe infrastructuur verwachten?

“Nederland zal nooit af zijn. Voor infrastructuur gaat het vooral om herontwikkeling en duurzaamheid. Een goed functionerende infrastructuur is geen gegeven maar moet je onderhouden, anders krijg je maatschappelijke problemen. Een land als de Verenigde Staten loopt daar nu keihard tegenaan. Grootschalige nieuwe infrastructuur verwacht ik vooral in combinatie met andere opgaven: duurzame energie, digitalisering. Ook kun je verwachten dat we meer gaan doen met pijpleidingen als efficiënte manier om bepaalde stoffen te vervoeren. Verder zal het de komende jaren vooral gaan om hernieuwbare energie, woningbouw en de effecten daarvan op de infrastructuur. Genoeg stof voor MER-nieuws dus.” 

Nog iets wat je mist in het huidige MER-nieuws?

“Ja, het mag soms best wat lichtvoetiger, optimistisch, vrolijk en toch betrokken, oftewel … een beetje meer ironisch. Misschien leuk om de cartoon te herintroduceren in MER-nieuws”. 

MER nieuws 28 - oktober 2001