De ambitie van het ministerie van IenW is om in 2030 klimaatneutraal en circulair te werken. Binnen het departement hebben de uitvoeringsorganisaties Rijkswaterstaat en Prorail de grootste klimaatimpact, namelijk 0,7 Mton CO2 per jaar. Programmamanagers Frederieke Knopperts (Rijkswaterstaat) en Katja Nelissen (ProRail) vertellen hoe de transitie omgezet wordt in acties binnen hun uitvoeringsorganisatie.    

Portretfoto programmamanager Rijkswaterstaat Frederieke Knoppert
Programmamanager Rijkswaterstaat Frederieke Knoppert
Portret van programmamanager ProRail Katja Nelissen
Programmamanager ProRail Katja Nelissen

In 2019 heeft het ministerie van IenW de strategie ‘Naar klimaatneutrale en circulaire infrastructuurprojecten’ (KCI) vastgesteld. IenW, Rijkswaterstaat en ProRail werken deze strategie verder uit in transitiepaden en roadmaps naar klimaatneutraal en circulair werken in 2030. Ondertussen gebeurt er al een hoop: Vanaf 2021 wordt er met impulsbudgetten al nadrukkelijker klimaatneutraal en circulair uitgevraagd. Ook zijn er concrete acties, zoals buyer groups en kennisprogramma’s. Samen met de sector en met andere publieke opdrachtgevers, zoals provincies en waterschappen wordt de aanpak ingevuld. ‘Dat levert uitdagende en uniforme eisen op en geeft meetbare resultaten richting volledig klimaatneutrale en circulaire infrastructuur,’ stelt Frederieke.

Maatregelen met de grootste impact

Rijkswaterstaat en Prorail schakelen voor alle activiteiten om naar klimaatneutraal en circulair werken. Frederieke vertelt hoe dit nu al werkt: ‘Met duurzame asfaltmengsels en beton kunnen we in de uitvoering snel grote stappen maken, net als met elektrificatie van bouwmaterieel. De impact hiervan is zo groot, dat dit alle prioriteit krijgt. We praten hierover met marktpartijen, zodat ze hierop in kunnen springen. Gaandeweg scherpen we de eisen aan en koplopers belonen we met gunningsvoordeel. Verder stellen we extra budget beschikbaar voor die maatregelen die nu duurder zijn dan reguliere maatregelen.’ Ook Prorail richt zich op de systemen met de grootste materiaalcomponenten. ‘Voor ons is dat de bovenbouw van het spoor, waarin veel staal en beton gebruikt worden. Denk bijvoorbeeld ook bij rails aan de spoorstaven en dwarsliggers. Dat we samen optrekken met Rijkswaterstaat helpt de innovatie in de markt ook, bijvoorbeeld met het verduurzamen van beton met een mindere milieu impact,’ vult Katja Nelissen aan.

Impulsbudget

Duurzaamheid is niet gratis, daarom staat de financiering centraal in de strategie. Dit houdt in dat voor elke ton aan CO2 uitstoot jaarlijks ongeveer 100 euro per vermeden ton CO2 moet worden gereserveerd. Afgezet tegen de jaarlijkse omzet van Rijkswaterstaat en ProRail gaat het dan om 100 miljoen euro als budget voor het realiseren van de ambities. Als eerste stap hebben Rijkswaterstaat en ProRail voor 2021 samen alvast een impulsbudget van 50 miljoen euro gekregen voor extra duurzaamheidsmaatregelen uit de strategie. Concreet gaat het in 2021 om een impulsbudget van 42,5 miljoen euro voor Rijkswaterstaat en 7,5 miljoen euro voor ProRail.

Ambities opnemen in opdrachtverlening

De routekaarten en het structureel opnemen van de ambities in de opdrachtverlening van projecten van Rijkswaterstaat en ProRail zijn volgens de programmamanagers essentieel voor de strategie. Frederieke: ‘Alleen met zaken als overschakelen op elektrische graafmachines of bouwen met duurzaam beton gaan we de doelen van 2030 niet redden. Er moet meer gebeuren. Kennisontwikkeling en innovatie zijn daarom belangrijk elementen. Zo biedt kennis om duurzaamheid te kunnen ontwerpen én in te kunnen kopen het bedrijfsleven de mogelijkheid om hierop in te springen met nog weer nieuwe toepassingen. De samenwerking met de markt en andere overheden is dan ook van belang om van elkaar te leren en inkoopkracht te bundelen. Dit vergroot de impact van de publieke sector.’

Duurzaam inkopen

Het ministerie van IenW werkt vanaf 2008 al volgens de regels van ‘Duurzaam inkopen’. Rijkswaterstaat en ProRail gebruiken hiervoor de ‘duurzaam bouwen calculator (DuBOCalc)’ om de milieu impact van werkzaamheden te meten. Het ontbreken van extra budget was tot nu toe een struikelblok. ‘Het impulsbudget maakt het ons gelukkig mogelijk om in 2021 extra maatregelen te treffen in uitvoeringsprojecten. We hebben bij Rijkswaterstaat 30 projecten gevonden in zowel beheer & onderhoud, vervanging & renovatie als aanleg. Met die projecten kunnen we nu al aan de slag,’ licht Frederieke toe.

Betonakkoord

De gezamenlijke programma-aanpak heeft IenW, Rijkswaterstaat en ProRail dichter bij elkaar gebracht. Zo betekent de strategie KCI ook dat Rijkswaterstaat en ProRail hun inkoopkracht bundelen door een vergelijkbare aanpak naar de markt. Katja: ‘De markt kan zich daardoor beter organiseren en wij kunnen in deze samenwerking onze kennis delen. Dat maakt dat 1 plus 1 samen 3 wordt. Het werkt, want steeds meer collega’s weten elkaar te vinden.’ Als voorbeeld hiervan noemt ze het betonakkoord, waarin gezamenlijk is opgetrokken.

De rol van de markt

Binnen de programma’s wordt nu al veel samengewerkt met de markt. Elk transitiepad organiseert daarom themasessies voor marktpartijen, medeoverheden en kennisinstellingen. ‘Zonder de markt kunnen we niks. Dat betekent dat we, als betrouwbaar opdrachtgever, de bouwsector de kans moeten geven om met ons mee te denken en groeien,’ zegt Katja.

Andere overheden

Een van de belangrijkste uitgangspunten binnen de strategie is om samen te werken met alle andere overheden en over en weer de kennis en ambities te delen. De reductie van CO2 door de gezamenlijke overheden levert namelijk een nog veel grotere klimaatwinst op. De gezamenlijke andere overheden, zoals provincies, waterschappen en gemeenten stoten gezamenlijk 3 megaton CO2 uit, wat een veelvoud is van de uitstoot van Rijkswaterstaat en ProRail samen. Frederieke: ‘Het is dus belangrijk dat de strategie niet alleen een IenW-verhaal blijft. In deze routekaart onderzoeken we ook de haalbaarheid van ambities, de tussendoelen en het kostenplaatje. De grootste vraag die we moeten beantwoorden is vervolgens: wat kunnen we al op korte termijn doen? En wat lukt pas in 2030?’

Meer informatie:
Frederieke.Knopperts@rws.nl 06-1547 9244
katja.nelissen@prorail.nl 06-3175 6155

 

Naar klimaatneutrale netwerken en circulaire infrastructuur

De ambitie van IenW is om uiterlijk in 2030 volledig klimaatneutraal te zijn en circulair te werken. Dit betekent 100% CO2-reductie, hoogwaardig hergebruik van alle materialen en halvering van het gebruik van primaire grondstoffen. Om dit te bereiken ontwikkelden  Rijkswaterstaat en ProRail – ieder voor hun eigen organisatie transitiepaden vanuit de strategie ‘Naar klimaatneutrale netwerken en circulaire infrastructuur’. De transitiepaden gaan over de werkterreinen met de meeste klimaatimpact. Samen met stakeholders uit de markt, mede-overheden (publieke opdrachtgevers) en kennisinstellingen ontwikkelen ze voor elk transitiepad een roadmap met daarin de meest realistische route naar 2030. Centraal in het programma staat het verminderen van de eigen CO2-uitstoot en eigen invloed van Rijkswaterstaat en Prorail als opdrachtgever van infraprojecten.

Foto van het plaatsen van de levvel blocks bij de afsluitdijk
Foto van het plaatsen van levvel blocs bij de afsluitdijk

4 transitiepaden Rijkswaterstaat

  • Weg en dijk materieel
  • Kunstwerken
  • Kustlijnzorg en vaargeulenonderhoud
  • Wegverharding
     

4 transitiepaden ProRail

  • Bovenbouw spoor

  • Spoor materieel

  • Energievoorziening spoor

  • Kunstwerken