Het areaal van Rijkswaterstaat heeft veel te bieden in de energietransitie. Snelwegen, baggerdepots, water en sluizen lenen zich bij uitstek voor het opwekken van zonne- en windenergie. Voor provincies en gemeentes liggen hier volop mogelijkheden voor het plannen van energieprojecten. Programmamanager Energietransitie Sten Heijnis zoekt kansen waarbij Rijkswaterstaat andere overheden kan helpen aan ruimte voor energieopgaven.

Profielfoto Sten Heijnis
Sten Heijnis - Programmamanager Energietransitie

Zonnepanelen langs de snelweg  

Het programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER) is de broedplaats voor Rijk en regio’s om samen energieprojecten te starten. Denk aan zonnepanelen op tunnels, wind op water, zon langs snelwegbermen of drijvende zonnepanelen bij sluizen of baggerdepots,” zegt Sten. “De 10 pilotprojecten Hernieuwbare Energie op Rijksgrond leveren veel goede lessen op. Zo hebben we geleerd dat zonnepanelen langs de snelweg hand in hand kunnen gaan met verkeersveiligheid op de weg. Ook leerden we dat zonnepanelen geen extra geluidhinder opleveren en dat deze zodanig geplaatst kunnen worden, dat effecten op de bodemkwaliteit en ecologie verwaarloosbaar zijn.”

Omwonenden bij energieprojecten

Het initiatief ligt volgens Sten bij lokale overheden, die nu hard op zoek zijn naar mogelijkheden om hun ‘aanbod’ voor de Regionale Energie Strategie (RES) uit te werken in concrete plannen voor energieprojecten. In het Klimaatakkoord staat dat het Rijk zijn gronden, waar mogelijk, beschikbaar stelt voor de klimaatopgave en in het bijzonder voor hernieuwbare energie. De plannen van de 30 RES-regio’s voor zon en wind op land laten zien dat er bij gemeenten en provincies daadwerkelijk interesse is voor energieprojecten op rijksgronden, merkt hij. “Gemeenten zien de ruimte langs snelwegen of spoor als goed alternatief. Grote energieprojecten in de achtertuin zijn niet populair bij omwonenden. Ook landschappelijk gezien is ‘zon op landbouwgronden’ niet altijd gewenst.”

Zonnepanelenveld op knooppunt Almere
Fotograaf: Tineke Dijkstra

Samen met de markt  

Gedeputeerden en wethouders kunnen kansrijke locaties bij het ministerie van Economische Zaken & Klimaat aandragen voor het programma OER. Sten legt uit: “Een OER-project start met een verkenning. Blijken locaties kansrijk om samen met de markt op te pakken? Dan kijken we of er een businesscase in zit. Als het economisch haalbaar is, dan volgt een intensieve voorbereidingsfase. Samen met de betrokken gemeente(n) en provincie bepalen we wie initiatiefnemer wordt in de ruimtelijke procedure voor de omgevingsvergunning.”

Tenderprocedure

Gemeenten kunnen ruimte reserveren in bestemmingsplannen of de provincie kan het vastleggen in een Provinciaal Inpassingsplan (PIP). Tijdens de voorbereidingsfase gaat volgens Sten veel energie zitten in het informeren en consulteren van bewoners, lokaal betrokken partijen en gemeenteraden. "Bij voldoende lokaal draagvlak komen de projectlocaties voor energieprojecten via een tenderprocedure beschikbaar voor marktpartijen. Vervolgens ontwikkelt een marktpartij het energieproject.’’ 

Windpark Maasvlakte 2

Maar het kan ook anders. Zoals bij het onlangs gerealiseerde windpark op de Maasvlakte 2, dat inmiddels in de hele energiebehoefte van Rijkswaterstaat voorziet. Alle kantoren, maar ook 20 tunnels, 1143 bruggen, 5500 km snelwegverlichting krijgen hiervan groene stroom. Rijkswaterstaat koos ervoor om zelf de aanbesteding te doen. “Een unieke locatie met veel wind. Door zelf de rol van opdrachtgever op ons te nemen voor dit windpark kunnen we tegen een vastgestelde prijs langjarig stroom afnemen. Eneco bouwt het windpark en is eigenaar, dus zij verzorgen ook onderhoud en beheer.” [zie ook artikel Windpark Maasvlakte 2]

Klaar in 2035

Het programma OER heeft nu 40 locaties in portefeuille. Daarvan is er voor zo’n 25 locaties een verkenning opgestart. Het ministerie van Economische Zaken & Klimaat, opdrachtgever van het programma OER,  wil het aantal locaties nog uitbreiden. Het Ministerie van EZK wil tempo maken met de energietransitie en het Rijk wil hier het goede voorbeeld in geven. Het richtjaar voor alle projecten in OER is het jaar 2035. 

zonnepanelenveld A6
Fotograaf: Tineke Dijkstra

Gelijkwaardige partners

Sten hoopt de schouders er goed onder te houden.  “Je kunt je ambitie nog zo hoog hebben, maar je moet het wel samen en in overeenstemming doen. Alles valt en staat bij de steun van de provincies en gemeenten. We willen juist als gelijkwaardige partners optrekken. Sommige gemeenten zijn klein en hebben zelf maar één duurzaamheidsambtenaar. Omdat de capaciteit dan te beperkt is om snel meters te maken, springen we dan vanuit het programma wat extra bij. Soms hebben we ook te maken met langdurige onderhandelingen in de Provinciale Staten. Ook dan helpen we vanuit het programma OER, maar we nemen het stokje niet over.”

Zonneroute A37

Toch is Sten overwegend positief. “Er zijn projecten die niet zo vlot lopen, maar we zetten zeker ook stappen vooruit. Zo heeft de provincie Drenthe voor de Zonneroute A37 van Hoogeveen, Coevorden en Emmen al een Provinciaal Inpassingsplan (PIP) gemaakt. En op vier knooppunten langs de A7 is projectontwikkelaar Ecorus eind vorig jaar geselecteerd om er een energieproject te kunnen realiseren. Dus de schop gaat binnenkort echt in de grond!