Waterstof is een interessante energiebron, die mogelijk op termijn kan helpen in de energietransitie, met name voor industriële toepassingen. Gasunie (Hynetwork Services) werkt aan de realisatie van een landelijk waterstofnetwerk. Maarten Scheffers is vanuit Rijkswaterstaat WVL als adviseur voor de ruimtelijk inpassing hiervan betrokken bij dit initiatief. De minister voor Ruimtelijke Ordening is hiervoor mede bevoegd gezag naast de minister voor Energie en Klimaat.

Profielfoto Maarten Scheffers
Maarten Scheffers, adviseur ruimtelijk inpassing

Hoge temperaturen

Waarom is waterstof eigenlijk interessant voor industriële toepassingen? Waterstof is zelf geen energiebron, maar het is eerder een middel om energie te transporteren en op te slaan. Maarten Scheffers licht toe: “Met waterstof kun je relatief hoge temperaturen bereiken, zoals ook met aardgas. Het is daarom zinvol om er in te investeren. We weten dat het transport nog wel een lastig punt is, je moet het wel op de juist plek kunnen krijgen. Bij andere energiebronnen kost dit minder moeite.”

Industriële knooppunten

Het idee achter het waterstofnetwerk is om een aantal belangrijke industriële knooppunten of plekken waar waterstof het land binnen komt, aan elkaar te verbinden. Maarten verwacht dat bedrijven met een grote energiebehoefte de eerste gebruikers zullen zijn van waterstof. “Gedacht wordt aan vijf clusters in Nederland. Daarin liggen bedrijven die veel energie verbruiken, zoals de Rotterdamse haven, een staalbedrijf zoals Tata Steel, Zeeuwse agrofabrikanten, de Eemshaven en het industriegebied Chemelot in Limburg. De clusters worden onderling verbonden. Het gaat dus niet om waterstof voor consumenten of om autobrandstof.”

Kaartje met plekken voor waterstof
Rijkswaterstaat

Vijf clusters

Om het waterstofnetwerk mogelijk te maken is in 2022 een besluit genomen door het Rijk om de projecten te coördineren via de Rijkscoördinatieprocedure en worden projectbesluiten (voorheen Rijksinpassingsplannen) voorbereid voor het realiseren van het verbindende netwerk tussen de clusters. Het waterstofnetwerk van de Gasunie is ook opgenomen in het MIEK (Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie & Klimaat) als beleidsmatige basis voor de ontwikkelingen. Maarten: “Het bestaande gasleidingennetwerk, dat op termijn overbodig wordt, zal mogelijk omgebouwd worden voor waterstof.” Een andere ontwikkeling, waarvan ook de mogelijkheden in pilot worden onderzocht, is het produceren van waterstof op zee met de elektriciteit van nabij gelegen windparken, waarna de waterstof onder druk vervoerd wordt naar land.

Clusteren van pijpleidingen in Delta-Rhine Corridor

“Onlangs is ook een besluit genomen om de Rijkscoördinatieregeling toe te passen voor de Delta-Rhine Corridor (DRC) vanuit Rotterdam richting het Ruhrgebied via het Limburgse cluster,” meldt Maarten. Hierbij worden mogelijk meerdere pijpleidingen geclusterd. Zo gaat het o.a. om vervoer van waterstof en CO2, maar mogelijk ook om leidingen voor andere gassen, zoals ammoniak, en mogelijk zelfs een hoogspanningsleiding.

Veelbelovend voor schepen

Maarten verwacht dat er in de toekomst een duurzame mix komt van elektriciteit en waterstof.  “Vervoer van waterstof kost weliswaar minder, maar vraagt wel om extra energie om het gas te kunnen verplaatsen. Zeker als dat via schepen gebeurt.” Ook voor de voortstuwing van schepen vindt hij de ontwikkeling met waterstof veelbelovend, omdat verwacht wordt dat elektrificatie van schepen geen storm zal lopen, zoals bijvoorbeeld in de wegenbouw wel het geval is. Juist waterstof kan voor de zwaardere energiebehoefte meer energie opleveren dan elektriciteit. Ook kan groene waterstof als grondstof dienen voor bepaalde industrieën, waarbij de combinatie van grondstoffen en energieopbrengst gunstig uitvalt.

Externe veiligheid

Waterstof heeft volgens Maarten wel een iets groter risico op calamiteiten door lekkage, omdat de moleculen klein zijn. “Dit is wellicht terug te zien in het aspect externe veiligheid. Waterstof heeft in de maatschappij een gevaarlijker imago, terwijl het niet veel anders is dan gangbare gassen, zoals aardgas.” Ook andere landen zoals Engeland en Duitsland werken inmiddels aan waterstofnetwerken, meldt Maarten. “We kunnen van elkaar leren.”

Toekomst

Het blijft belangrijk voor het toekomstig gebruik van waterstof dat de productie groen wordt, dus gemaakt met duurzaam opgewekte elektriciteit. Op dit moment is de waterstofproductie vaak nog ’grijs’ of soms blauw, met afvang van CO2.

Meer informatie

maarten.scheffers@rws.nl tel. 06-51 20 70 67