Het jaarlijkse IAIA-congres van 8-11 mei richtte zich op uitwisseling van kennis over  milieueffectrapportage. Dit jaar had  het congres als thema ‘Resilience through impact assessment and leadership’ oftewel “Veerkracht door milieueffectrapportage en leiderschap”. Maarten Scheffers, senior adviseur energie en ruimte,  ging namens Rijkswaterstaat mee om internationale kennis op te halen en te delen. Welke inzichten nam hij mee terug?

Profielfoto Maarten Scheffers
Maarten Scheffer - Senior adviseur Energie en Ruimte

“Wereldwijd werken we vaak aan dezelfde ontwikkelingen. Zeker op het gebied van infrastructuur en de energietransitie. Daarom is het IAIA-congres bij uitstek een plek om van elkaar te leren,” merkt Maarten Scheffers. Opvallend was dat dit jaar, meer dan in het verleden, veel energie- en duurzaamheidsprojecten voorbijkwamen. “Veel landen werken aan het opwekken van duurzame energie, opslag van CO2 of ontwikkelingen om projecten  circulair te maken. De vraag is universeel: hoe gaan we om met de negatieve effecten van de uitstoot van stikstof en andere gevaarlijke stoffen bij de aanleg van projecten en het gebruik daarvan. En hoe zwaar wegen die effecten vervolgens in de totale milieuwinst van een project? Dat is waar iedereen mee worstelt.”

IAIA presentatie maleisië
Presentatie IAIA

Wat is IAIA23?

Het International Association for Impact Assessment (IAIA)-congres is een jaarlijks wereldwijd congres over milieueffectrapportage. In 2023 was het congres in Maleisië. Presentaties over vooruitgang en goede toepassingen van het instrument m.e.r. laten zien hoe m.e.r. zich ontwikkelt. Vanuit Nederland deden hieraan mee: Rijkswaterstaat-WVL, EZK-RVO, Rijksuniversiteit Groningen (RUG), Commissie m.e.r. en adviesbureau RHDHV.

Gezonde werkomgeving

De thema’s die in een m.e.r. aan de orde zijn kunnen volgens hem wel erg verschillen per land. Het viel hem op dat ‘social impact assessment’ wereldwijd behoorlijk in de belangstelling staat. Deze term is vergelijkbaar met Brede Welvaart in Nederland, waarmee de kwaliteit van leven nu en in de toekomst wordt nagestreefd. Sommige landen kiezen bijvoorbeeld om veiligheid en een gezonde werkomgeving tijdens de bouw binnen een m.e.r. op te nemen. “Een land als India laat in een m.e.r. zien dat tijdens de bouw aan alle veiligheidseisen wordt voldaan. Bij ons in Nederland is dat afgedekt door ARBO-wetgeving,” schetst Maarten.

Woestijnzand om te bouwen

Verrassend was voor hem dat een land als Saoedi-Arabië milieueffecten verkleint door natuurlijke materialen in de nabijheid van projecten te gebruiken. Maarten: “Hun natuurlijke voordeel is dat woestijnzand zich bij uitstek leent voor bouwen. Ook hout of mineralen uit de directe omgeving van projecten gebruikt men daar om zo min mogelijk vervoersbewegingen te maken en dus energie te besparen.”

Inheemse volkeren en participatie

Participatie van inheemse volkeren is een thema dat in West-Europa niet echt een rol speelt in m.e.r., maar in andere werelddelen blijkt dit zeer actueel. “De basis hiervan ligt in Canada en de Verenigde Staten. In de werelddelen Azië, Afrika en Australië worden inheemse volkeren nu ook actief betrokken bij besluitvorming en behoud van cultureel erfgoed,” ondervond Maarten, “ Ter vergelijking: in Nederland hebben we toenemende aandacht voor participatie door de komst van de Omgevingswet.  

Wel of geen diepgaand onderzoek

Deelnemers aan het congres zijn meestal vertegenwoordigers van overheden, ingenieursbureaus, ngo’s en universiteiten. Dit levert interessante discussies op. Een Zweedse universiteit betoogde tijdens het congres dat de thema’s met weinig impact met minder diepgaand onderzoek in m.e.r. toe kunnen. Engelse onderzoekers gaan hierin zelfs nog een stap verder en denken aan het focussen op een beperkte set aan relevante milieudoelen. Ook de Commissie m.e.r. noemde tijdens het congres deze mogelijkheid om relevante thema’s per project te selecteren om te kunnen versnellen. Toch ziet Maarten hierin een groot risico dat versnelde plannen alsnog sneuvelen bij de Raad van State of bij het Europese Hof. “Het breed onderzoeken van effecten is namelijk gestoeld op Europese regelgeving.”

IAIA congres locatie
Congreslocatie IAIA - Maleisië

Nederlandse inbreng

Namens Rijkswaterstaat presenteerde Maarten de Nederlandse inzichten over het vereenvoudigen van het m.e.r.-proces, gebaseerd op bevindingen van Rijkswaterstaat en de Rijksuniversiteit Groningen (zie: paper E.J.M.M. Arts en H.de Vries). Aan de basis hiervan staat de Nederlandse aanpak Sneller&Beter, waarbij belanghebbenden vroeg worden betrokken en projecten grondiger worden voorbereid. Besluiten en uitvoering van infrastructurele projecten verlopen hierdoor soepeler, concludeert Maarten. “Projecten zijn in de loop der jaren wel steeds complexer geworden. Het gaat niet meer alleen om het aanleggen van een weg, maar er spelen allerlei thema’s door- en omheen. Het ene project is het andere ook niet. Maatwerk is aan de orde. Het is dan de kunst om een project zo scherp mogelijk in de procedure te houden.”

Overzichtelijke informatie

De MIRT-procedure geeft de nodige houvast in projecten. Voor elke projectfase is daarin duidelijk wat er moet gebeuren om de informatie overzichtelijk te houden. Met de komst van de Omgevingswet voorziet Maarten dat projecten alleen maar complexer worden door het gebiedsgericht werken. “Verder vereenvoudigen van de procedure helpt dan om het behapbaar te krijgen. Dat is een streven dat we allemaal hebben.”

Meer informatie:

Maarten.Scheffers@rws.nl