Dit artikel hoort bij: Waarschuwen voor storm 01

De SVSD van nu

Een windvaan staat schuin vanwege de harde wind

Niet alleen getijden, ook de tijden zelf zijn continu aan verandering onderhevig. De Stormvloedseindienst (SVSD) begon in 1921 met waarschuwingen via telegrammen vanuit de post in Den Haag. Inmiddels is de naam SVSD aangepast naar Crisisadviesgroep WMCN-Kust en Benedenrivieren (WMCN-KUST), en vind je het team in het Watermanagementcentrum Nederland (WMCN) in Lelystad. Het WMCN levert een belangrijke bijdrage aan een optimaal beheer van de wateren in Nederland, een goede positie voor de voormalige SVSD. We gaan in gesprek met Annette Zijderveld en Willem van der Lee om meer te weten te komen over deze Crisisadviesgroep.

Annette, ik begin bij jou. Want als coördinator zit jij in zowel de warme als de koude fase van de crisisadviesgroep. Kun je uitleggen wat dit betekent?

“De koude fase, de voorbereidingsfase, daar zien we erop toe dat alles gereed staat. Dat ‘alles’ is zeer breed. Bijvoorbeeld dat je een team hebt, dat ze opgeleid zijn, dat de handboeken klaar zijn en dat de procedures zijn doorlopen. Maar ook een continue test van de systemen en computermodellen en de controle op afspraken met alle stakeholders. Alles moet altijd klaar staan en up-to-date zijn. Ook buiten het stormseizoen. De warme fase is als een storm zich voordoet. Dan gaat het team in ‘zitting’. Alle leden in dienst komen dan samen en het waarschuwingsbureau wordt geopend. Je bent dan bereikbaar voor alle klanten en stuurt hen waarschuwingen met de juiste duiding toe. Dat gaat 24/7 door. In de warme fase blijft het team in zitting tot de laatste waarschuwing klaar is en het hoogwater geweest is."

Aan wat voor klanten moet ik dan denken?

Annette: “We geven waarschuwingen uit aan alle waterschappen, beheerders, veiligheidsregio’s, politie, gemeentes en provincies. Maar ook de crisiskolom, het crisiscoördinatiecentrum Utrecht en DCC in Den Haag. De situatie maakt ook uit wie er allemaal in die groep zit. Bij hoogwater informeren we gemeenten bijvoorbeeld ook zodat buitendijkse locaties tijdig worden gewaarschuwd. Van parkeerplaats tot campingeigenaar. Alleen al alle bellijsten nabellen is een full-time taak in de warme fase”

Willem, in die warme fase word je er ook bij gevraagd. Hoe zit dat precies?

“In mijn dagelijkse werk bij Rijkswaterstaat ben ik informatiemanager verkeer en scheepvaart. Maar daarnaast heb ik ook binding en als de warme fase zich aandient dan word ik opgeroepen. Dat is vaak al van tevoren bekend hoor. Stormen komen meestal niet uit de lucht vallen. Het kan, maar de modellen zijn tegenwoordig zo goed dat het nauwelijks voorkomt. Maar laat ik even bij de basis beginnen: er is standaard, 24/7 bewaking van onze kust. Dat begint bij het KNMI. De KNMI-weerkamer is altijd bemand en houdt alles in de gaten. Als de modelverwachting van de waterstand te hoog komt gaat het KNMI ons bellen. We houden het dan extra scherp in de gaten en komen vanaf het voorwaarschuwingspeil in actie.”

Hoe kom je dan in actie?

“Als je dan zo’n belletje krijgt in je bindingsdienst ga je direct achter de pc zitten om de wind- en waterstandsmodellen goed te bekijken. Ik wacht niet altijd op een belletje van KNMI. Tijdens mijn bindingsdienst houd ik het weer zelf natuurlijk ook goed in de gaten. Je kijkt dan ook wie er op het rooster van het team staat. Als er dan een zitting komt sein je hen van tevoren al in. Het systeem is zodanig opgebouwd dat alles klaarstaat, ook als de storm je overvalt.

Hoe vaak ga je daadwerkelijk in zitting?

Willem: “Heel wisselend. De laatste jaren is het heel weinig, maar als we in zitting gaan is het direct ook heftiger.”

Annette vult aan “2/3 zittingen per stormseizoen. Dat is wel eens tot 7 gegaan, soms zijn het er maar 2. Het blijft onvoorspelbaar.”

Willem: “Mijn functie in de warme fase is als de vrijwillige brandweer. Ik doe op een gewone dag iets anders binnen Rijkswaterstaat, maar binnen de warme fase in een storm word ik opgeroepen. Ik vind het gewoon heel interessant om te doen. Ik ben er als junior ingerold. Ging ik vooral de koffie halen.” Een geintje, natuurlijk.

Maar Annette, hoe ziet voor jou een gemiddelde koude werkdag eruit?

“Het WMCN heeft drie waarschuwingsdiensten met betrekking tot hoog water: Kust, Meren voor het IJsselmeergebied en Rivieren. Als coördinatoren van deze teams houden we nauw contact en helpen elkaar. Op een gemiddelde werkdag hou ik roosters bij, breng wijzigingen in bellijsten aan of werk een onderdeel van de procedures bij. Ik bespreek gewenste ontwikkelingen met het KNMI of Deltares, en check of alle systemen naar behoren werken.”

Willem vult aan: “Een goed voorbeeld van het direct schakelen is het contact met de KNMI-meteoroloog. Deze schuift in de warme fase ook aan. Je kunt dan direct overleggen. Het computermodel doet het heel goed, maar er zijn factoren die niet in het model zitten en toch voor kunnen komen. De intensiteit van de buien bijvoorbeeld. Daarover ga je dan met het KNMI in overleg. Je probeert zo nauwkeurig mogelijk een verwachting af te geven voor de waterstand. Als dat net iets onder een alarmpeil zit en er is veel onzekerheid, dan gaan we voor de zekerheid toch op alarmpeil zitten.”

Is dat ook wat WMCN-Kust zo belangrijk maakt? Die mix van modellen, kennis, ervaring en samenwerking?

Willem: “Precies. Door de combinatie van WMCN-Kust en de mens/machine-mix gaat je betrouwbaarheid een aantal forse stappen omhoog.” Annette vult aan: “Die ervaring en samenwerking speelt de belangrijkste rol.”

Heb je een voorbeeld van een uitdagende periode?

Annette: “De kans dat er een extreme storm optreedt is altijd aanwezig. Je weet niet wanneer die komt; je moet altijd paraat staan. Dat is de grootste uitdaging. Ik kan zo een paar casussen noemen die echt interessant waren. In 2018 gingen alle vijf de keringen dicht. Uniek daarin was dat zowel de Ramspolkering op het IJsselmeer als alle keringen in Zuid-West Nederland en Zeeland dicht moesten. Maar ook recent, in 2020 was er dreiging. Met de storm Ciara. De duur van die storm was een uitdaging maar dat ging prima. We waren van zondag tot woensdag full-time in zitting, en hebben alle waarschuwingen op tijd met de partners kunnen delen.”

Wat is de uitdaging voor komende jaren?

Annette: “Dat we goed in het vizier houden wat de zeespiegelstijging en klimaatverandering betekent en hoe we dit moeten verwerken in onze procedures en systematiek. Daar zijn we mee bezig maar dat moet nog verder worden onderzocht en operationeel worden gemaakt. Dat is de inhoudsuitdaging. De mensenuitdaging is continu goed opgeleide mensen paraat hebben in je team.”

Willem: “En dan heb je nog een derde factor; de procedures en de manier van werken. Dan zit ik ook met mijn informatiemanager-pet op. Die veranderende omgeving van informatie delen, daar moet je op anticiperen en rekening mee houden. De digitalisering zorgt voor snelheid maar daarmee verlies je soms de urgentie die je met een belletje wel hebt. Hoogwater wacht niet.”

Annette: “Dit is een leuk voorbeeld trouwens. Want onze 24 WMCN-Kust leden zijn bewust een mix van mensen uit Rijkswaterstaat en Deltares. Die informatie-pet van Willem verruimt weer onze blik. Al die verschillende mensen zorgen voor verschillende expertises in je team.”

Goed om te lezen dat ook 100 jaar na de oprichting de alertheid op storm zo goed belegd is. Er rest mij dan nog een laatste vraag. Zijn jullie klaar voor volgend seizoen?

“Altijd!”

De leden van WMCN-Kust in beeld
De leden van WMCN-Kust voor het Watermanagementcentrum in Lelystad.
Medewerkers kijken naar weermodellen in het Watermanagement Centrum Lelystad