Landschapsarchitect Ellen Wilms van Ingenieursbureau Tauw ziet de Gouden Sleutel voor ‘Diever op Dreef’ als erkenning voor de vergaande betrokkenheid van de omgeving bij de herinrichting van de 2 brinken en het centrum in het Drentse dorp. Ook voor haar was het pionieren. ‘Dat omwonenden leidend waren, had ik nog niet eerder meegemaakt.’

‘Het gezamenlijk proces van visie vormen tot een gedragen ontwerp’

Wat heb je nodig voor zo’n vergaande vorm van participatie?
‘De basis hiervoor lag al in het raadsbesluit, waarin vergaande participatie bij het maken van de plannen een voorwaarde was. Dirk Buiter, de projectleider van de gemeente, heeft hier vervolgens echt lef getoond door zoveel los te laten. Zijn ervaring met soortgelijke omgevingsprojecten hielp enorm. De gemeente heeft vooraf ook geen beperkingen aangegeven. Zo heeft de gemeente nooit gezegd dat ideeën te duur waren, maar hebben we telkens samen de afweging gemaakt voor bijvoorbeeld duurzame materialen. Uiteindelijk besteed je daardoor je middelen beter.’

Hoe richt je zo’n proces in?
‘Alles begint bij een gezamenlijke visie en projectdoelstellingen. Dit heeft geleid tot een breed scala aan doelstellingen, die de lading dekte. Uitgangspunten zijn onder meer een veilige leefomgeving, de brinken als plek om te ontmoeten, gebruik van duurzame materialen en ruimte voor cultuurhistorie en authenticiteit. De brinken moeten goed toegankelijk zijn voor alle doelgroepen, dus zowel voor jong als oud, maar ook voor mensen met een beperking. Bovendien vinden deelnemers dat de herinrichting meer bezoekers van buitenaf moeten aantrekken. Dat hebben we samengevat als: de ‘wow-factor’.’

Valt zo’n veelheid aan grote wensen wel te beheersen?
‘Als projectleider heb ik aangegeven dat alleen een ruimtelijk ontwerp niet voldoende is om toeristen aan te trekken. Dus hebben we nagedacht wat er nog meer nodig zou zijn. Zo kwamen we op evenementen, goede public relations, maar ook op beleving als onderdeel van de ruimtelijke kwaliteit. Dat konden we niet alleen en daarom is de gemeente een samenwerking aangegaan met het plaatselijke Shakespearetheater, vertegenwoordigd in de Stichting Village of Shakespeare. De gemeente is hiervoor een paralleltraject gestart voor kunst en performance in de openbare ruimte. Voor dit masterplan betrok de gemeente kunstenaars en is een integraal beeldmerk gemaakt voor geheel Diever. Dit gaf allerlei dwarsverbanden en kruisbestuiving in ons proces.’

Hoe zorg je dat je niet vervalt in oude patronen?
‘Het invullen van ieders rol is gaandeweg helder geworden. Het gaat dan bijvoorbeeld over de houding die je als adviesbureau aanneemt om de samenwerking van de grond te krijgen. En hoe profiteert het project van de ontwerpkennis van de adviseur, zonder dat die kennis leidend wordt in de samenwerking? Je gaat een lange relatie met alle betrokkenen aan, daarbij past een open houding, waarin vertrouwen over en weer de basis is en de keuzes bij de projectgroep neergelegd worden. Uiteindelijk hebben we spelregels gemaakt om niet terug te vervallen in rolpatronen en hebben we elkaar hier telkens op aangesproken als het even onduidelijk was.’

Welke andere partijen hebben jullie betrokken bij het project?
‘Uit meerdere disciplines binnen de gemeente hebben medewerkers meegedacht. Bijvoorbeeld voor de groeninrichting, waterafvoer, verkeersoplossingen en duurzaamheid. We zijn bij veel buurtbewoners en scholen langsgegaan. Voor de participatie van inwoners is een projectgroep opgericht. Deze was er al toen we startten. In die projectgroep zijn taken belegd en zijn voor het project leidende besluiten genomen. Het project is apart getoetst op de uitgangspunten van het VN-verdrag voor mensen met een beperking. Aan de toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers hebben we bijvoorbeeld veel aandacht besteed.’

Lagen er nog dilemma’s in de ruimtelijke keuzes?
‘De kap van 160 bomen in het hele plangebied was lastig. Mensen vinden bomen waardevol. Tegelijkertijd was er het besef dat de brinken zo verduisterd werden door de bomen dat evenementen erdoor belemmerd werden. Ook liet de vitaliteit van sommige bomen te wensen over. Hierover hebben we uitleg gegeven aan inwoners, telkens weer. Dat leidde tot 2 bezwaren tegen bomenkap, die later toch weer ingetrokken zijn.’

Hoe voorstelbaar zijn de keuzes?
‘De 3d-omgeving die de projectgroep met een virtualrealitybril kon bekijken bleek een gelukkige keuze. De projectgroep kwam op basis van de beelden tot de conclusie dat het geplande podium te groot was. Dit grote podium hebben we vervolgens weggelaten. Ook de routing van de paden was in de 3d-omgeving goed te beoordelen.’

Wat heeft het project jou als landschapsarchitect opgeleverd?
‘De open houding heeft mij veel gebracht. Als landschapsarchitect moet je in een participatief project niet de illusie hebben dat je eigen plan getekend wordt. Het zit veel meer in het gezamenlijk proces van een visie vormen tot een gedragen ontwerp. En toch… kon ik ook mijn mooie ontwerpideeën in het ruimtelijk ontwerp kwijt. Met elkaar bouwen we dit prachtige plan.’

Meer informatie: Ellen.wilms@tauw.com

www.dieveropdreef.nl