‘Pas op, hulpvoertuig in actie’.  Als je dat bericht als weggebruiker ontvangt, dan moet het van hoge kwaliteit zijn. Op tijd en met de goede informatie. En áls er iets aan de hand is, dan is er ook een bericht. Dat is kern van de opgave. Voordat zo’n bericht verstuurd kan worden, is er heel wat aan voorafgegaan. In het C4Safety-project bouwen we aan de keten die dat proces mogelijk maakt. Henk Schuurman en Fred Verweij (beiden senior adviseur bij WVL) vertellen over de bouw van de keten en wat daarbij komt kijken.

Henk Schuurman, Coördinerend/Specialistisch Adviseur Smart Mobility & Verkeersmanagement
Fred Verweij, senior adviseur WVL

Een veiligheidswaarschuwing is het einde van de keten. Eerder in die keten staat een goed en actueel beeld van de verkeerssituatie op alle plekken in het netwerk. Waar zijn er werkzaamheden? Waar is een incident? Waar zijn andere onveilige bijzonderheden? Van al die afwijkingen wil je weten wat de exacte locatie is, wat er aan de hand is en hoe lang het gaat duren. Om aan die informatie te komen, maken we gebruik van een heleboel verschillende informatiebronnen.

Digitale wasstraat

Er zijn diverse informatiebronnen beschikbaar voor de veiligheidswaarschuwingen, zoals sensoren in de weg, wegkantsystemen, auto’s van weginspecteurs, data van aannemers of door crowdsourcing. Henk:’ Omdat die informatie niet gelijksoortig is en elkaar ook kan overlappen of tegenspreken is het allereerst nodig om die data “schoon te wassen”. Dat gebeurt in de zogenaamde IM(Incident Management)-backbone die het Nationaal Dataportaal Wegverkeer (NDW) ontwikkelt. Daar worden de data gecontroleerd, vergeleken en samengevoegd voor een zo betrouwbaar mogelijk bericht over een specifieke situatie op de weg. Dat is echt de ‘ruggengraat’ van C4Safety. Vervolgens gaat het bericht naar de serviceproviders en andere private partijen, zoals automobielbedrijven en logistieke dienstverleners. Hierbij werken we samen met beleid en de serviceproviders in het project SPS (Safety Priority Services). In dit project spelen ook andere veiligheidsberichten een rol, zoals naderende hulpdiensten of spookrijders. Ook Rijkswaterstaat zelf gebruikt deze informatie om een compleet verkeersbeeld te hebben’. Fred vult aan: ‘Essentieel is dat we het zó inrichten dat we de betrouwbaarheid van het bericht en de inhoud van de boodschap kunnen garanderen.’ En uiteindelijk als laatste stap van het proces komt het bericht terecht op het navigatiesysteem van de telefoon, direct op het dashboard of op On-Board Units (OBU). In de toekomst zal dit bericht ook rechtstreeks naar het voertuig gaan. Dat is nodig als voertuigen steeds meer rijtaken overnemen.

‘We kijken bij hun verkeerscentrales in de keuken om te zien hoe zij te werk gaan, en zij bij ons’

Internationale samenwerking

Het C4Safety-project staat niet op zichzelf, maar bouwt voort op fundamenten die in voorgaande projecten zijn gebouwd. Eerder is, in internationale samenwerking, gewerkt aan een set van afspraken, datastromen en werkmethoden. Daar plukken we nu de vruchten van.

Veel landen zetten techniek en data in om de veiligheid op de weg te verbeteren. Fred: ‘In sommige landen zijn ze al verder als het gaat om zogenaamde in-car-informatie voor het veilig werken aan en op de weg. Zoals in Duitsland en Oostenrijk. Zeker in het gebruik van pijlwagens, om de exacte locatie van deze wagens met bestuurders te delen. Deze toepassing wordt daar al op grote schaal uitgerold met het C-ITS Corridor-project, waarin ook wij veel kennis hebben opgebouwd. De internationale samenwerking met die landen gaat nog steeds door. Dit houdt in dat we bij hun verkeerscentrales in de keuken kijken om te zien hoe zij te werk gaan. En zij bij ons, want wij zijn weer verder in de communicatie via serviceproviders en applicaties zoals Flitsmeister. Ook met landen als Engeland en Frankrijk deden we zo'n kennisuitwisselingsproject. Zo nemen we veel ideeën uit het buitenland mee in onze werkwijze.’

Ook rond het vraagstuk hoe we ervoor zorgen dat onze berichten betrouwbaar én digitaal veilig zijn, is samenwerking gezocht. We schakelden hulp in van de onafhankelijke onderzoeksorganisatie TNO. Zij brachten in kaart wat de voorwaarden zijn voor betrouwbare, veilige dataverzameling en -verwerking. We trekken hierin ook veel op met Noorwegen. Zij leggen veel nadruk op het borgen van de security van veiligheidsberichten.’

Urgentie ook gevoeld door de markt

‘Onze rol is faciliteren, expertise delen en verbinden’

Henk: ‘Er is al een aantal aannemers dat onderlinge afspraken heeft met serviceproviders omdat zij deze berichtgeving belangrijk vinden. Dat moet je zien als een soort noodoplossing en er is een commercieel belang. Met het C4Safety-project worden structurele afspraken gemaakt en structurele ketens gebouwd. We zorgen er met zijn allen voor dat iedereen de berichten kan ontvangen, dat de berichten tijdig en van hoge kwaliteit zijn en dat die berichten digitaal vertrouwd kunnen worden. Ook hier is samenwerking is heel belangrijk. Ik zie dat als een ecosysteem. Rijkwaterstaat heeft de stap gezet om met partijen te praten, bijvoorbeeld op de marktdag die we organiseerden. Hier troffen we 30 enthousiaste partijen. We willen allemaal weten wat er al gebeurt, welke issues we met elkaar moeten oplossen en of partijen bereid zijn de data te delen en onder welke voorwaarden.’

Toekomst

Fred: ‘We hebben op dit moment in het project één focus: het bouwen van een backbone om de veiligheid tijdens wegwerkzaamheden en bij inzet van weginspecteurs te vergroten. Dat is voldoende, voor nu. Voor de verre toekomst doen we bewust nog niet veel uitspraken. Er wordt heel veel ontwikkeld, zoals ik eerder al aangaf. Maar wat allemaal werkelijk in de praktijk gebruikt zal worden, dat is zeker niet alleen aan ons. Daar spelen de weggebruiker, autofabrikanten en service providers een belangrijke rol in. Want je weet niet van tevoren welke toepassingen aanslaan en welke niet. De markt ontwikkelt bovendien ook toepassingen in een rap tempo, natuurlijk. Zij zien ook dat er te veel ongelukken gebeuren. Onze rol daarin is faciliteren, expertise delen en verbinden.’