Van smart mobility tot zelflerende machines – technologische ontwikkelingen gaan razendsnel. Realtime-systemen, digitale netwerken en big data maken de mogelijkheden bijna grenzeloos. Ook voor een moderne organisatie als Rijkswaterstaat.

Een brug inspecteren, het wegdek vernieuwen of wachten bij een sluis? Over tien jaar vinden we het misschien wel hopeloos ouderwets. Dan geeft een brug gewoon zelf een seintje als er onderhoud nodig is. Zelfrijdende auto’s meten automatisch de slijtage van het asfalt. En sluizen houden zelf rekening met de gewenste aankomsttijd van schepen. De technologie is er al, dus het is nú tijd om er iets mee te doen. Toch?

i-Visie 2025

Perry van der Weyden, hoofdingenieur-directeur Rijkswaterstaat Centrale Informatievoorziening, glimlacht en zegt: ‘De vraag is vooral: wat wíllen we ermee?’ Van der Weyden is de man achter de zogeheten i-Visie van Rijkswaterstaat. De i-Visie 2025 moet richting geven aan de vraag hoe de organisatie optimaal gebruik kan maken van data en IT. ‘Onze primaire taken zijn niet veranderd’, zegt Van der Weyden. ‘Maar de manier waarop we ze invullen verandert wel. Slimme sensoren geven realtime-informatie over onze objecten. Voertuigen en infrastructuur kunnen met elkaar communiceren. Iedereen is overal en altijd online. Al die ontwikkelingen bieden kansen voor Rijkswaterstaat. Het is van belang dat we ons daarvan bewust zijn en nadenken over de mogelijkheden.’

Als we informatie realtime verbinden met die van andere organisaties, zoals het KNMI en het RIVM, dan kunnen we bijvoorbeeld gladde wegen voorspellen.

Sneller reageren

Met betere informatie kunnen we betere keuzen maken – dat is het uitgangspunt van de i-Visie. Van der Weyden: ‘De snelheid waarmee het mogelijk is grote hoeveelheden data te verwerken en delen, is ongekend. En het gaat alleen nog maar sneller. Maar om een dijk te inspecteren, gaan we er nog steeds zelf naartoe. Terwijl sensoren bestaan die de kwaliteit van de dijk continu monitoren. Met dit soort realtime-informatie kunnen we veel sneller reageren als er iets mis is. Of denk aan bruggen en sluizen die zelf de waterhoogte in de gaten houden. Of aan lantaarnpalen die zelf aangeven als er een lamp moet worden vervangen. Door deze verbanden te leggen wordt beheer en onderhoud veel efficiënter.’

Data-gedreven

Informatie is steeds meer de motor achter het werk van Rijkswaterstaat. En informatie betekent data: data van sluizen, tunnels en bruggen, data van wegen en auto’s, data van waterstanden en golfslag, data over files en weersomstandigheden – de hoeveelheid is eindeloos. Van der Weyden: ‘Door al die data slim met elkaar te combineren, krijgen we beter inzicht in complexe vragen. Factoren die slijtage veroorzaken bijvoorbeeld, of waarom er op de ene weg meer ongelukken gebeuren dan op de andere. Nog een stap verder is “machine learning”, waarbij grote hoeveelheden data als het ware zelf op zoek gaan naar antwoorden. Ook daar liggen kansen voor Rijkswaterstaat. Als we die willen grijpen, moeten we veel meer data-gedreven werken.’

Met betere informatie kunnen we efficiënter werken en betere keuzen maken. Met sensoren kunnen we bijvoorbeeld de waterhoogte in sluizen op afstand in de gaten houden.

Informatie verbinden

Data-gedreven werken betekent ook dat Rijkswaterstaat meer data-gedreven moet sámenwerken. Want van provincies tot kennisinstituten – informatie gaat letterlijk over grenzen heen. Van der Weyden: ‘Als we onze eigen informatie realtime verbinden met die van andere organisaties, zoals het KNMI en het RIVM, dan biedt dat compleet nieuwe mogelijkheden. Dan kunnen we bijvoorbeeld wateroverlast voorspellen, of gladde wegen. Zo kunnen we hinder beter voorkomen, nauwkeuriger plannen en efficiënter werken.’

Datalab

Rijkswaterstaat houdt al meer dan 200 jaar gegevens bij over water, wegen en andere domeinen. Informatie is dus niets nieuws, de mogelijkheden om er meer mee te doen wel. ‘De kunst is om al die data om te zetten in waardevolle informatie’, zegt Van der Weyden. ‘Dat doen we onder andere in ons eigen Datalab. Daar leggen met algoritmes verbanden tussen de enorme hoeveelheden data die we binnenkrijgen. Daarnaast is er ruimte om te experimenteren, ook met andere organisaties samen. Het Datalab is daarmee een belangrijk podium voor nieuwe ideeën en initiatieven die ons werk verbeteren.’

Portretfoto: MarcelBakker.com

Verder vooruit met data en IT

Het Datalab van Rijkswaterstaat onderzoekt nieuwe mogelijkheden om Nederland nóg veiliger, bereikbaarder en leefbaarder te maken.

Efficiënter onderhoud
Asfalt is gevoelig voor slijtage. Maar hoe komt dat eigenlijk? Slimme sensoren in ‘gewone’ auto’s kunnen helpen om die vraag te beantwoorden. Rijdend over de weg geven grote datasets dagelijks waardevolle informatie om wegen efficiënter en met minder hinder te onderhouden.

Schepen tellen
Vroeger hadden we een peilstok en een thermometer. Nu meten verschillende sensoren in het water de waterhoogte, de waterkwaliteit, de watertemperatuur, de golfslag en nog veel meer. En over niet al te lange tijd kan één enkele sensor al die variabelen tegelijk meten. En intussen telt hij ook nog het aantal passerende schepen en boten.

Files voorspellen
Bijna iedereen heeft een smartphone. Veel nieuwe auto’s hebben zelfs een eigen wifi-spot. Aan de hand van die signalen is precies te zien wanneer een voertuig rijdt of stilstaat. In de file of met pech op de vluchtstrook. Zo worden sensoren of detectielussen in de weg overbodig en kunnen we verkeershinder beter voorspellen.