Sinds maart 2017 is Jean Luc Beguin hoofdingenieur-directeur Grote Projecten en Onderhoud (GPO). Vanaf 1980 verdiende hij zijn sporen bij een aannemer  in de offshore industrie op het gebied van marine engineering en management. Beguin maakte in 1994 al de overstap naar Rijkswaterstaat. Toch heeft hij een frisse kijk op de samenwerking met de markt en vooral de manier waarop we inkopen en samen uitdagingen moeten aanpakken. Een gesprek over het eerste jaar in zijn nieuwe rol.

Portret Jean Luc Beguin
Jean Luc Beguin, hoofdingenieur-directeur Grote Projecten en Onderhoud


Wat zijn uw eerste bevindingen als hoofdingenieur-directeur van GPO?
'De afgelopen periode heb ik veel kennismakingsgesprekken met directeuren bij marktpartijen gevoerd, met onze nieuwe directeur-generaal Michèle Blom. Het valt me op dat iedereen met veel passie, enthousiasme, openheid maar ook met zorg over de projecten spreekt die we samen uitvoeren. Daarbij voelen ze een sterke verantwoordelijkheid om te werken aan onze complexe opgaven. Dat is heel mooi en dat ervaar ik ook zo.

We hebben het ook veel over toekomstige ontwikkelingen gehad. Mijn gesprekspartners merken vaak op dat ze meer willen worden meegenomen in onze strategie: Welke producten moeten geleverd worden over bijvoorbeeld 5 tot 10 jaar? En waar staat Rijkswaterstaat dan? Ze willen zich daarop kunnen voorbereiden. Dat begrijp ik heel goed, want we hebben elkaar echt nodig om de grote toekomstige uitdagingen aan te gaan.'


Welke uitdagingen ziet u?
'De maatschappelijke opgaven en doelen veranderen. De complexiteit neemt toe. Denk bijvoorbeeld aan ontwikkelingen als big data, eisen van de omgeving en op het gebied van duurzaamheid en innovatie, smart mobility, de grote verjongings- en vernieuwingsopgave waar we voor staan. Zo kan ik nog wel even doorgaan.'
 

'Rijkswaterstaat heeft de deskundigheid van de markt nodig. En andersom.'

Wat betekent dit voor de samenwerking tussen Rijkswaterstaat en de markt?
'Die samenwerking moet vanzelfsprekend goed zijn. Dit hebben we al ingezet met de Marktvisie. We hebben elkaar nodig om deze complexiteit het hoofd te kunnen bieden. Rijkswaterstaat heeft de deskundigheid van de markt nodig. En andersom. Maar dan moeten marktpartijen wel weten wat wij belangrijk vinden en waar we de focus leggen. Daarom is het cruciaal om het met elkaar te hebben over wat al die actuele ontwikkelingen voor ons betekenen en hoe we ermee omgaan. Op korte én lange termijn.’


Wordt dat gesprek op dit moment voldoende gevoerd?
'Deels wel, deels niet. In mijn kennismakingsgesprekken ging het al snel over strategie en toekomstige ontwikkelingen. Maar we willen ook weten waar bedrijven nu mee bezig zijn, welke nieuwe markten zien zij en aan welke nieuwe producten werken ze?

En we moeten met de juiste marktpartijen het gesprek voeren, dus ook  met nieuwe toetreders. Rijkswaterstaat is op dit moment met dat vraagstuk bezig en we willen daarover op korte termijn met de markt in gesprek.

Het komt erop neer dat we de doelstellingen op de lange termijn helder hebben, en vervolgens kijken wat we de komende 2 of 3 jaar kunnen doen om daar te komen. Dat momentum is er nu en ik zie het als een van mijn prioriteiten dat gesprek aan te jagen.'

Vier personen in vergadering

'Essentieel blijft dat we op een goede manier met elkaar omgaan, juist als het moeilijk wordt'

Helpt de Marktvisie hierbij?
'De basis van de Marktvisie is zakelijk en respectvol samenwerken vanuit een gezamenlijke opgave met vakmanschap en trots. Met de Marktvisie in de hand kunnen we dus met elkaar het goede gesprek voeren. Dat zie ik gebeuren. De Marktvisie werkt als katalysator en er zijn inmiddels goede voorbeelden uit de gehele organisatie.

Bij de aanbesteding voor circulair kantoormeubilair zijn we bijvoorbeeld samen met de markt opgetrokken om een goede uitvraag te kunnen doen. Een ander voorbeeld is de nieuwe raamovereenkomst Geo-Informatie, waarbij we ondernemingen hebben gevraagd hoe ze de vorige overeenkomst hebben ervaren en welke suggesties ze zouden hebben voor verbeteringen. Die hebben we verwerkt in het nieuwe contract.

In de grond-, weg- en waterbouw houden we elkaar bij de aanleg van de 3e kolk van de Beatrixsluis scherp door elkaar geregeld te bevragen op 10 vooraf afgesproken samenwerkingsregels, dit samen te bespreken en indien nodig het eigen gedrag bij te sturen.'


Werken we al helemaal volgens de Marktvisie?
'Het kost erg veel energie om de Marktvisie goed te verankeren. We zijn er nog niet. Het gaat immers om een cultuurverandering en die bereik je niet van de ene op de andere dag. Dus er zijn voldoende goede voorbeelden, maar er zijn ook verhalen over situaties waarin het niet goed gaat. Essentieel blijft dat we op een goede manier met elkaar omgaan, juist als het moeilijk wordt. Ik zal me daar vol voor blijven inzetten; ik wil me er echt hard voor maken om ook die moeilijke conversaties niet uit de weg te gaan.'


U noemt duurzaamheid en innovatie als belangrijke ontwikkeling. Die 2 gaan vaak samen. Slaagt Rijkswaterstaat er voldoende in innovaties toe te passen?
'Er zijn zeker goede voorbeelden. We hebben onlangs de Afsluitdijk definitief gegund, waarbij we erin zijn geslaagd innovatie en duurzame oplossingen te krijgen. Zoals een hoogwaterkering van vezelversterkte kunststof in de Vismigratierivier.

Maar ik zie wel dat we het makkelijker moeten maken om innovatie via ons inkoopproces in onze projecten te krijgen. Er moet een beter businessmodel komen. Welke randvoorwaarden zijn nodig om innovatie structureel te kunnen toepassen om onze maatschappelijke opgaven te realiseren? Anders bestaat het risico dat het bij een aantal experimenten blijft. Ik geloof er echt in dat we het hier aan de voorkant over moeten hebben, niet alleen als we een concrete aanbesteding doen. Zo kunnen we ook bijdragen aan onder meer de Bouwagenda.'


Waar hoopt u dat Rijkswaterstaat over 5 jaar staat, en wat gaat u hieraan bijdragen?
'Deze  fantastische uitdagingen motiveren mij enorm. Ik loop al jaren mee in deze sector en de ontwikkelingen gaan nu sneller dan ooit. Over 5 jaar heeft Rijkswaterstaat hopelijk een solide samenwerkingsrelatie met alle relevante  marktpartijen, en gaan we deze uitdagingen samen aan. Bovendien slagen we er nog beter in om duurzaamheid en innovatie in de praktijk toe te passen. Daar ga ik voor!'