Hoewel het op dit moment ‘alle hens aan dek’ is door de coronacrisis, werken Rijkswaterstaat en marktpartijen gestaag aan de benodigde brede transitie in de infrasector. Het doel blijft overeind staan: we gaan samen voor een sector die duurzaam en innovatief is, financieel gezond en waarin de risico’s die inherent zijn aan infraprojecten, goed worden beheerst. Het plan van aanpak op hoofdlijnen.

23 maatregelen

Het plan van aanpak bevat 23 concrete acties gericht op de transitiedoelen ‘Versterken van de feitenbasis, kennis en competenties, sturen op houding en gedrag’, ‘Gericht experimenteren in projecten’ en ‘Aanpassen marktbeleid op basis van experimenten’. Zie voor meer informatie de afbeeldingen bij dit artikel.

De transitie krijgt onder meer vorm door in nieuwe projecten ervaringen op te doen met nieuwe samenwerkings- en contractvormen, door doorontwikkeling van lopende pilots en door kennis te vergroten door onderzoek. Dit staat in het plan van aanpak ‘Op weg naar een vitale infrasector’, dat minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat in maart 2020 naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Het plan is in opdracht van de minister opgesteld door Rijkswaterstaat, in nauwe samenwerking met de marktsector en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Transitie nodig

Aanleiding voor het plan van aanpak is dat Rijkswaterstaat in 2019 samen met onderzoeksbureau McKinsey & Company heeft onderzocht of de organisatie zijn maatschappelijke opgave – Nederland veilig, leefbaar en bereikbaar houden – ook in de toekomst succesvol kan blijven vervullen. Daarbij is het de wens van zowel het ministerie als Rijkswaterstaat om toe te groeien naar klimaatneutrale en circulaire uitvoering van projecten en maximaal gebruik te maken van de snelle ontwikkelingen op het gebied van digitalisering. Om dit te realiseren is er een brede transitie nodig in de sector, zo was de conclusie van het onderzoek.

De concrete acties gericht op het transitiedoel ‘Versterken van de feitenbasis, kennis en competenties, sturen op houding en gedrag'

‘Nederland staat voor een majeure opgave op het gebied van infrastructuur. “Op weg naar een vitale infrasector” is een belangrijk initiatief om gezamenlijk, overheid én bedrijfsleven, te werken aan een gezonde markt. Het realiseren van een goede balans tussen risico’s en winstgevendheid is noodzakelijk om de innovatiekracht van de bedrijven verder te versterken. TBI is zeer gemotiveerd om hier, samen met Rijkswaterstaat, de schouders onder te zetten.'
Bart van Breukelen, voorzitter Raad van Bestuur TBI Holdings B.V.

Nauwe samenwerking

Het rapport dat Rijkswaterstaat in 2019 met behulp van McKinsey & Company heeft opgesteld, vormt de basis van het plan van aanpak. De leidende principes uit de Marktvisie rond samenwerking gelden als uitgangspunt. Uiteraard is het plan van aanpak in nauwe samenwerking en in overeenstemming met de markt tot stand gekomen. Via een brede open consultatie op internet konden partijen eind 2019 hun inbreng geven. Op deze oproep zijn 170 reacties gekomen. De conceptversies van het plan zijn vervolgens afgestemd met de vertegenwoordigende brancheorganisaties. Daarnaast hebben we in een 2-daagse bijeenkomst – op basis van een vergevorderd concept – gesproken met vertegenwoordigers van infrabedrijven, ingenieurs- en adviesbureaus en mede-opdrachtgevers. Deze input hebben we gebruikt om het definitieve plan van aanpak nog sterk te verrijken.

De concrete acties gericht op het transitiedoel 'Gericht experimenteren in projecten’

Voorzitter Doekle Terpstra van ondernemersorganisatie Techniek Nederland heeft veel vertrouwen in het plan van aanpak. ‘Het toenemende belang van infratechniek is duidelijk herkenbaar. Er komt meer ruimte voor innovatie in aanbestedingen, de digitalisering wordt verder uitgebreid en een energieneutrale en circulaire infrastructuur wordt topprioriteit. Het plan van aanpak is een resultaat dat goed is voor Rijkswaterstaat, voor onze leden maar vooral voor Nederland. Veel van onze ideeën zien we terug in de vernieuwingsplannen. We gaan er nu samen met Rijkswaterstaat de schouders onder zetten. Een geweldige uitdaging.’

Gezamenlijke inzet

In het plan van aanpak staat hoe Rijkswaterstaat, marktpartijen en andere betrokkenen zich de komende jaren willen inzetten. Met onderzoek en experimenten werken alle partijen samen stapsgewijs toe naar een vitale infrasector, die duurzaam, innovatief en financieel gezond is en waarbij sprake is van beheerste risico’s. Uiteindelijke doel is een betere verdeling en beheersing van risico’s in grote en complexe projecten, grotere financiële zekerheid van bedrijven en betere financiële voorspelbaarheid van projecten voor Rijkswaterstaat als opdrachtgever. De aanpak sluit zo veel mogelijk aan op de concrete orderportefeuille van Rijkswaterstaat voor zowel aanleg als instandhouding van de infrastructuur. Het plan van aanpak bevat 23 maatregelen, waarvan de meeste dit jaar starten. De acties lopen uiteen van verbetering van de inkoopplanning van Rijkswaterstaat, en daarmee het vergroten van inzicht in de inkoopbehoefte voor de markt, tot experimenten binnen concrete projecten.

De concrete acties gericht op het transitiedoel ‘Aanpassen marktbeleid op basis van experimenten’

‘Rijkswaterstaat ziet het belang van digitale technologie voor de fysieke infra steeds beter in. Ze zijn in hun visie op digitalisering en in hun samenwerking met de markt een voorbeeld voor andere overheden.’
Lotte de Bruijn, directeur NLdigital

Experimenten en onderzoek

Een van de experimenten is dat we bij de projecten Ring Utrecht Zuid en de verbreding A27 Houten - Hooipolder werken met een 2-fasen-proces, waarbij gedurende het hele bouwtraject expliciet aandacht is voor risico’s en inherente onzekerheden. Dit betekent dat we voor de meest risicovolle onderdelen van de bouwfase pas de prijsafspraak maken als risico’s beter in te schatten zijn en we hiermee duidelijkere afspraken kunnen maken over de risicoverdeling. In een ander experiment ontwikkelen we bij het onderhoud van wegen in Midden-Nederland, ter vergroting van de productiviteit, een nieuw en verbeterd prestatiecontract. Is dit succesvol, dan schalen we dit verder op. Sowieso geldt dat als er is vastgesteld dat (onderdelen van) experimenten en veranderingen de gewenste effecten hebben, we besluiten tot bredere toepassing en standaardiseringen. De maatregelen uit het plan van aanpak worden ondersteund met onderzoeken die de feitenbasis verder versterken. Te denken valt aan onderzoek naar leerervaringen uit eerdere programma’s en projecten en verdienmodellen van de toekomst. Dit laatste onderzoek wordt getrokken door de markt.