Bedrijven die in opdracht van Rijkswaterstaat onderhoud uitvoeren aan de rijkswegen, hebben sinds juli 2022 een nieuw product beschikbaar: een ‘verjongingscrème’ die de levensduur van asfalt verlengt. Deze innovatie is het resultaat van een intensieve samenwerking binnen de ‘gouden driehoek’: Rijkswaterstaat, marktpartijen en onderzoeksinstellingen.

Peter The, senior adviseur afdeling Wegen en Geotechniek Rijkswaterstaat

Op de Nederlandse snelwegen is zoab de meest gebruikte asfaltsoort. Zoab kent veel voordelen, zoals minder verkeersgeluid, minder spat- en stuifwater tijdens regen en een goede weerstand tegen spoorvorming. Tegelijkertijd is de levensduur korter dan bij andere soorten asfalt. ‘Bij zoab moet de rechterrijstrook als gevolg van al het vrachtverkeer dat eroverheen rijdt al na een jaar of 11 jaar worden vernieuwd’, vertelt Peter The, senior adviseur bij de afdeling Wegen en Geotechniek van Rijkswaterstaat. ‘De linkerrijstrook is over het algemeen 6 jaar later aan de beurt. Dat is voor beide stroken relatief kort en daarom zijn we in 2006 gestart met een programma om te onderzoeken of we de levensduur van zoab konden verlengen.’

‘We leveren ook een enorme bijdrage aan de duurzaamheid van het wegenonderhoud’

Asfalt verjongen

The vertelt dat in het programma werd gekeken naar methodes om asfalt te verjongen, oftewel levensduur verlengend onderhoud door middel van verjongingsmiddelen (LVOv). ‘Het probleem bij zoab is namelijk het steeds brosser worden van het bitumen. Hierdoor raken steentjes los. We hebben dus iets nodig om het brosser wordende zoab weer soepel te maken: een “verjongingscrème”.’ Het grote voordeel is volgens The dat het zoab door de crème minder snel volledig vervangen hoeft te worden. ‘En dat scheelt enorm qua tijd, kosten en CO2-uitstoot. Op die manier leveren we ook een enorme bijdrage aan de duurzaamheid van het wegenonderhoud.’

Fundamenteel onderzoek

Binnen het programma werkte de zogenoemde ‘gouden driehoek’ – overheid (Rijkswaterstaat), marktpartijen en onderzoeksinstellingen – intensief samen. ‘Na een marktconsultatie zijn we het LVOv-traject ingegaan met marktpartijen BAM/Latexfalt, Heijmans/Latexfalt en BMI Esha’, vertelt The. ‘Alle deelnemende marktpartijen hadden namelijk een product om asfalt te verjongen. Wij hebben de verschillende producten binnen het programma – met hulp van onderzoeksinstellingen TNO en TU Delft – fundamenteel onderzocht, met als uiteindelijke doel validatie. Bij Rijkswaterstaat stellen we hoge eisen aan het onderhoud van onze rijkswegen. Daarom mogen de marktpartijen die het onderhoud uitvoeren alleen met gevalideerde producten werken.’

Dave van Vliet, senior consultant TNO

Antwoorden vinden

‘Alle onderzochte LVOv-middelen verlengen de levensduur van zoab met minimaal 3 jaar’

Als senior consultant bij TNO was Dave van Vliet betrokken bij het onderzoek naar de methodes om asfalt te verjongen. ‘Daar komt meer bij kijken dan veel mensen denken. Wij wilden antwoorden vinden op vragen als: hoe werkt het product? Waarom werkt het? Hoe lang werkt het? En hoe zit het met zaken als veiligheid, geluid en het milieu? Samen met de TU Delft hebben we alle 3 de LVOv-producten materiaaltechnisch getest op proefvakken. En deze ook gemonitord op de werking, het effect (doet het wat het moet doen?) en de veiligheid, zoals de stroefheid van het wegdek na het aanbrengen.’ Voor de beoordeling van het levensduurverlengende effect analyseerde TNO monitoringsdata. Hierin werd onbehandeld en met LVOv behandeld zoab met elkaar vergeleken. Van Vliet: ‘Conclusie is dat alle onderzochte LVOv-middelen de levensduur van zoab met minimaal 3 jaar verlengen. We onderzoeken mogelijke verdere verlenging van de levensduur door de monitoring van de bestaande proefvakken te continueren.’

Emile Rood, salesmanager BMI Esha

Open kaart

Pentack van BMI Esha is sinds juli 2022 de eerste verjongingscrème die volledig is gevalideerd. The is daar blij mee. ‘Hoewel alle geteste LVOv-middelen de levensduur van zoab met minimaal 3 jaar verlengen, waren er problemen met de stroefheid van het wegdek direct na het aanbrengen ervan. Daarover hebben we intensief contact gehad met de producenten.’ Emile Rood, salesmanager bij BMI Esha, geeft aan dat hij het waardeerde dat Rijkswaterstaat open kaart speelde. ‘Zij deelden hun zorgen met ons, waren bereid om samen met ons te kijken naar wat er nodig was om de validatie toch rond te krijgen. Zo ontstond er veel vertrouwen, waardoor we heel fijn met elkaar hebben samengewerkt om het stroefheidsissue te verhelpen. Ik ben heel blij dat ons dit uiteindelijk ook gelukt is.’

Afwerking met bandenwals na het sproeien van 'verjongingscrème'

Validatie is belangrijk

‘Zonder validatie mag een product niet op rijkswegen worden gebruikt’

Rood geeft aan dat validatie voor BMI Esha belangrijk was. ‘Rijkswaterstaat is een grote opdrachtgever, maar zonder validatie mag ons product niet op rijkswegen worden gebruikt.’ Nu het product volledig gevalideerd is, kan het zonder problemen worden toegepast bij al het wegenonderhoud in opdracht van Rijkswaterstaat. Zo heeft BMI Esha inmiddels een opdracht gedaan, waarbij 400.000 m2 asfalt met Pentack is behandeld. ‘Dat kostte ons 9 nachten werk’, aldus Rood. ‘Moet je al dat asfalt volledig vervangen, dan ben je een veelvoud van deze tijd bezig. Een groot verschil, wat ook weer leidt tot minder hinder en een snelle beschikbaarheid van de weg; 2 zeer belangrijke uitgangspunten voor Rijkswaterstaat.’

Onderlinge concurrentie laten varen

Over de onderlinge samenwerking zijn The, Rood en Van Vliet zeer te spreken. The: ‘We hebben met de deelnemende marktpartijen afgesproken dat ze hun onderlinge concurrentie binnen dit traject niet de boventoon zouden laten voeren. We wilden open met elkaar in discussie kunnen gaan en elkaar verder helpen. Dat is volgens mij goed gelukt.’ Rood is het daarmee eens. ‘In het begin was het pionieren met z’n allen. Dat heeft best lang geduurd, maar was ook leerzaam. Natuurlijk heb ik ook wel eens met de vuist op tafel geslagen, maar altijd met het doel om van pionieren naar praktijk te gaan.’ Van Vliet heeft het hele traject ervaren als één grote dialoog. ‘Over de goede en minder goede zaken. Daarbij is nooit onder stoelen of banken gestoken dat de potentiële voordelen van de toepassing uiteindelijk het belangrijkste waren. Daar ging het ons uiteindelijk allemaal om.’