Met een consortium van kennisinstellingen en adviesbureaus werkt Rijkswaterstaat aan gezond onderwaterleven langs de Nederlandse kust door verdwenen zeegrassen terug te brengen. Belangrijke uitdaging: het overkoepelende doel van het project bereiken met partijen die elk ook hun eigen onderzoeks- en kennisdoelen hebben. ‘Open communicatie is het sleutelwoord.’

In juni 2022 heeft Rijkswaterstaat de opdracht gegund om zeegrasvelden op 2 locaties in Nederland te herstellen. Een consortium van Rijksuniversiteit Groningen (RUG), The Fieldwork Company en de adviesbureaus Altenburg & Wymenga en Witteveen+Bos won de aanbesteding. De opdracht loopt tot 2027 en bestaat uit 2 onderdelen: enerzijds onderzoeken wat de beste manier is om zeegras te herintroduceren en anderzijds de bestaande aanplantactiviteiten opschalen om zo groot mogelijke zeegrasvelden te creëren.

‘De partijen in het consortium vullen elkaar met hun kennis en kunde heel goed aan’

Lennart Turlings, projectleider Witteveen+Bos
Martin van der Plas, contractmanager Rijkswaterstaat

Goede samenwerking

Omdat er zo veel partijen betrokken zijn bij het project, is goede samenwerking cruciaal voor het slagen van de opdracht. Lennart Turlings van Witteveen+Bos is als projectleider aanspreekpunt voor het consortium. Hij geeft toe dat dit nog best een uitdaging is. ‘Zeegrasherstel is ons gezamenlijke doel, maar aanvullend heeft elke organisatie ook haar eigen doelen voor de korte en lange termijn. De RUG richt zich op kennisontwikkeling en gaat onder meer een promovendus werven voor het onderzoekswerk. The Fieldwork Company is de technische specialist en ontwikkelt methodes voor zeegrasherstel, zoals planten transplanteren of zaaien met een kitspuit. En de adviesbureaus Altenburg & Wymenga en Witteveen+Bos willen kennis ontwikkelen voor volgende projecten, bijvoorbeeld om de meest geschikte locaties voor een bepaalde aanpak te modelleren.’ Contractmanager Martin van der Plas van Rijkswaterstaat vult aan: ‘Ook de 2 betrokken Rijkswaterstaatregio’s hebben elk een specifieke insteek door verschillen in schaalgrootte en het soort omgeving.’

Open communicatie

Grote vraag is dan ook hoe je al die verschillende doelen en belangen bij elkaar brengt. Open communicatie is daarbij het sleutelwoord. ‘We hebben een goede startbijeenkomst gehad met een open karakter’, vertelt Van der Plas. ‘Het uitgangspunt is dat we het echt met z’n allen gaan doen. Onduidelijkheden spreken we direct uit.’ Turlings benadrukt dat het de kunst is om contractdoelen niet in de weg te laten zitten bij het overkoepelende projectdoel. ‘Dat begint natuurlijk met een goede uitvraag en aanbieding, maar we moeten er tijdens de uitvoering óók op blijven letten. Gelukkig hebben wij hier veel ervaring mee. Zo weten we hoe belangrijk het is om onderzoekers veel vrijheid te geven en tegelijk te zorgen dat ze op tijd resultaten leveren.’

Zeegras zaaien met een kitspuit. Foto: Laura Govers

Zeegrassen herintroduceren

Zeegrassen vormen een basis voor gezond onderwaterleven. De waterplanten fungeren als biobouwer: veel soorten, zoals kleine visjes, gebruiken zeegrasvelden als woon- en schuilplaats. Bovendien dragen zeegrassen bij aan een goede waterkwaliteit door water te filteren en slib te laten bezinken. Van oorsprong horen zeegrassen thuis in het ecosysteem langs de Nederlandse kust, maar in de loop der tijd zijn ze daar vrijwel verdwenen. Daarom is Rijkswaterstaat als beheerder van de kustwateren een project gestart om de zeegrassen op 2 plaatsen te herintroduceren: in de Waddenzee in het noorden van het land en in het Grevelingenmeer en het Veerse meer in het zuiden. Het is een van de projecten waarmee Rijkswaterstaat invulling geeft aan de verplichting vanuit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) om uiterlijk in 2027 de waterkwaliteit op orde te hebben. Het doel is om zelfredzame zeegrasvelden te realiseren, zodat het zeegras zichzelf op den duur weer kan uitbreiden.

‘Uit de tweeledige opdracht volgt een aanpak van leren door te doen’

Leren door te doen

Uit de tweeledige opdracht – die draait om onderzoek én uitvoering – volgt een aanpak van leren door te doen. ‘Die manier van werken past heel goed bij Rijkswaterstaat’, vertelt Turlings. ‘Het lastige voor ons is dat we nu nog niet weten wat er uit het onderzoek komt. We kunnen dus ook niet garanderen dat het daadwerkelijk lukt om zelfredzame zeegrasvelden te realiseren. In plaats daarvan hebben we in onze inschrijving op de aanbesteding laten zien wat wij eraan doen om in ieder geval zo ver mogelijk te komen. Daarbij is een mislukking ook een succes, omdat we dan weten wat niet werkt.’

Groot en klein zeegras. Foto: Laura Govers

Cyclisch plan van aanpak

Van der Plas vertelt dat het plan van aanpak om de projectdoelen te bereiken een belangrijke rol speelde in de gunning. ‘In de aanbesteding vroegen we bijvoorbeeld hoe de geïnteresseerde partijen kunnen garanderen dat ze voldoende donormateriaal tot hun beschikking hebben: planten of zaden uit bestaande zeegrasvelden in landen als Duitsland en Denemarken. Daarvoor is toestemming nodig om te oogsten en moet je zeker weten dat je geen negatief effect op de bestaande velden veroorzaakt.’ Turlings vult aan: ‘Om dit soort risico’s te beheersen, volgen wij een cyclus waarbij we elk jaar een nieuw plan van aanpak schrijven op basis van de lessen uit het voorgaande jaar. Pas als Rijkswaterstaat daarmee akkoord is, gaan we door met de uitvoering. Zo bepalen we samen de meest effectieve manier om ons doel te bereiken.’

Positieve energie

Turlings bemerkt veel trots over het project, zowel bij Rijkswaterstaat als het consortium. ‘We werken aan natuurherstel en waterkwaliteit zonder dat we daarbij andere partijen in de weg zitten. Dat spreekt aan. Er is zowel in het consortium als bij Rijkswaterstaat veel belangstelling van onderdelen die niet direct bij het project betrokken zijn. Ook externe belanghebbenden zoals terreinbeheerders en de onderwatersport tonen veel interesse. Dat geeft een hoop positieve energie!’