Vanaf het prille begin in 2015 was Staatsbosbeheer een vaste partner van BUN-K. Henk Wanningen is vanuit Staatsbosbeheer betrokken bij verkoop, oogst en inzet van biogrondstoffen - waaronder hout - en richt zich op de duurzaamheidstransitie. ‘BUN-K heeft laten zien hoe belangrijk het is om zichtbaar te zijn aan het begin van de keten.’

Henk Wanningen, accountmanager/sr. businessdeveloper Staatbosbeheer

Het doel van de samenwerking tussen Staatsbosbeheer en BUN-K was vooral om met afnemers een langjarige afzet van (bio)grondstoffen te realiseren. Met slim terreinbeheer en duurzame toepassingen van materialen, legt Wanningen uit. ‘Teams van Staatsbosbeheer en Rijkswaterstaat trokken zij aan zij op de afgelopen jaren. We lieten zien hoe Rijkswaterstaat zijn bossen en bermen nog duurzamer en toekomstgerichter kan inrichten. Maar ook hoe vrijgekomen grondstoffen circulair verwerkt kunnen worden en kunnen bijdragen aan innovatieve toepassingen van natuurlijk kapitaal.’

Veel kleine stroken maken een groot stuk natuur

‘We hebben echt kunnen investeren in een duurzame toekomst’

Binnen de samenwerking was veel aandacht voor bermmaaisel als een biomassa dat mooie duurzame toepassingen kent, zoals papier en biobased meubelen. Maar ook voor bosstroken. ‘Dan gaat het onder andere om inrichting en ontwerp van de groenstroken. Hoe zorg je voor meer biodiversiteit? Welke bomen moet je weghalen om andere soorten te behouden en meer natuurlijk bos te krijgen in de toekomst? Het gaat bij Rijkswaterstaatprojecten vaak om kleine stroken groen. Maar al die ecologische verbindingszones samen, waar zoveel planten en dieren zich ontwikkelen en verplaatsen, vormen samen een groot stuk natuur. En daar hebben we met goed ontwerp, verzorging en onderhoud echt kunnen investeren in een duurzame toekomst.’

Ketenontwikkeling voor duurzame stappen

BUN-K heeft ook meer inzicht gegeven in het belang van de keten, vertelt Wanningen. ‘Vanuit onze rol gaven wij advies over houtstromen en biomassastromen die vrijkwamen bij beheer langs objecten. Rijkswaterstaat wil deze in principe zo duurzaam mogelijk inzetten. Maar wat houdt dat precies in? Wat betekent het voor jou, voor de markt, maar ook voor de keten? Zo was er een keer het idee om een deel van het vrijgekomen hout onder te brengen bij een lokale meubelmaker. Een mooi idee, maar dan moet het hout wel van heel goede kwaliteit zijn. Om vrijgekomen hout zo hoogwaardig mogelijk in te zetten, is het in zo’n geval slimmer om op zoek te gaan naar een zagerij die er duurzame producten van maakt die lang in de keten blijven, zoals bouwmaterialen. Dat is minder lokaal, maar zo weten we wel precies wat er met je natuurlijk kapitaal gebeurt en werkt het door in de hele keten. En die ketenontwikkeling is essentieel om grote duurzame stappen te kunnen maken.’

Transitie naar duurzaam bosbeheer

Vindbaarheid voor markt vergroten

‘Een goede samenwerking is essentieel voor een succesvolle transitie’

Grote meerwaarde van de samenwerking is de zichtbaarheid en de vindbaarheid voor de buitenwereld, vertelt Henk Wanningen. ‘Grondstoffen begonnen rond 2015 een andere rol te spelen in de economie. We zagen dat de marktkant steeds meer behoefte had aan samenwerkingspartners. Vooral bij bedrijven die innovaties ontwikkelen voor de circulaire en biobased economie. Zoals groen-gas voor duurzame warmte en de ontwikkeling van isolatiemateriaal voor duurzame woningbouw. En hoewel er binnen Rijkswaterstaat al veel kennis en kunde was op het gebied van natuurlijk kapitaal, was het aanbod versplinterd in de organisatie. BUN-K maakte daarin echt het verschil, hierin kwam alle kennis over grondstoffen en circulaire economie samen. Het belang van samenwerken is hiermee benadrukt. De lijnen zijn korter geworden en marktpartijen weten ons beter te vinden. Door samen te werken met rijksorganisaties, hoeven marktpartijen zich ook niet af te vragen of er wel voldoende materiaal beschikbaar is voor een project. Dat geeft impulsen, stabiliteit en zekerheid.’

Kennis blijven delen

Wanningen benadrukt dat de deur van Staatsbosbeheer altijd openstaat voor Rijkswaterstaat als het gaat om samenwerken rondom bosbeheer en de inzet van biogrondstoffen. ‘We blijven als rijksorganisaties partners. Binnen Staatsbosbeheer hebben we bijvoorbeeld ook een eigen afdeling die jonge planten en boompjes kweekt speciaal om het groene areaal van Rijkswaterstaat qua biodiversiteit te verrijken. Daar is volop gebruik van gemaakt tijdens de samenwerking en dit materiaal blijft gewoon beschikbaar voor Rijkswaterstaat-projecten. Een goede samenwerking, ook met de markt, is essentieel om een succesvolle transitie te maken naar een circulaire economie. Met BUN-K hebben we de samenwerking op het gebied van circulaire grondstoffen aan het begin van de keten op gang gekregen. Samen hebben we waardering van natuurlijk kapitaal op de kaart gezet op een plek waar iedereen er baat bij heeft. Expertise en samenwerking zijn hierin sleutelwoorden geweest. En dat blijft een mooi uitgangspunt voor het duurzaam creëren en borgen van toekomstig natuurlijk kapitaal.’