Met een paar aansprekende prijzen op zak en een gestaag groeiend bedrijf, voorziet Wridzer Bakker een mooie toekomst voor zijn duurzame onderneming Plantics. Voor het milieuvriendelijke halffabricaat dat het bedrijf maakt voor onder andere meubelproducenten, heeft BUN-K grondstoffen zoals riet, hout en gras geleverd. Een prachtige formule, stelt Bakker. ‘Hoewel we even nodig hadden om samen uit te zoeken welke grondstof geschikt is voor welk product.’

Wridzer Bakker, directeur Plantics

Circulaire stoelen, tafels, dienbladen, bloempotten, isoleerschuim, je kunt het zo gek niet bedenken of Plantics heeft er het productiemateriaal voor geleverd. Ruim vier jaar timmert het bedrijf van Wridzer Bakker vanuit de vestiging in Arnhem nu aan de weg. Het werkt inmiddels ook aan het opzetten van lokale hubs in verschillende Europese landen, waardoor de productie en transport het milieu minimaal belasten en er plaatselijke werkgelegenheid ontstaat.

Verschillende prijzen

De werkwijze van Plantics is niet onopgemerkt gebleven: het bedrijf won de Global Innovation Award ‘Renewable Material of the Year 2021’ in een wedstrijd georganiseerd door het toonaangevende Duitse Nova Instituut. Ook riep het Financieel Dagblad Plantics eind 2021 uit tot Nr.1 Climate start-up company. Verder kreeg het in dat jaar een eervolle vermelding in de strijd om de Circular Awards van het ministerie van IenW voor het maken van een duurzaam hectometerbordje waarin bermgras van Rijkswaterstaat is verwerkt.

CO2 opslaan met hars

‘Met de producten van onze materialen slaan we netto CO2 op, dat is bijzonder’

De basis van Plantics bedrijvigheid is een biologische thermo-hardende hars die onder andere hennepvezels aan elkaar kan verbinden en zo een milieuvriendelijk alternatief vormt voor plastic. Het hars is gemaakt van puur plantaardige grondstoffen – waaronder restmateriaal uit suikerbieten – en is recyclebaar. Daarmee heeft Bakker naar eigen zeggen een gamechanger in handen. ‘Met de producten van onze materialen slaan we netto CO2 op, dat is heel bijzonder. En het mooie is: de kostprijs van onze materialen is competitief met die van gewone plastics.’

Gegarandeerde levering

Rijkswaterstaat was met riet, gras en houtachtige materialen een leverancier van Plantics, vertelt Bakker. ‘Jan IJzerman van BUN-K benaderde ons met de vraag of wij iets konden met het groene materiaal dat afkomstig was uit hun areaal. Het zou anders worden gecomposteerd, terwijl het bij ons een hoogwaardige toepassing in producten kon krijgen.’ BUN-K werd al snel meer dan een leverancier, legt Bakker uit. ‘Jan IJzerman heeft voor ons een keten opgezet en de verschillende schakels daarin met elkaar verbonden. Hij zorgde voor de grondstoffen vanuit Rijkswaterstaat, waardoor we steeds een gegarandeerde levering hadden, en bracht ons in contact met producenten van dienbladen, verkeersborden, meubilair en bouwmaterialen. Hij dacht ook mee over de toepasbaarheid van de grondstoffen die Rijkswaterstaat kon leveren en zorgde zo dat vraag en aanbod goed matchten.’

Zoeken kost tijd

‘We hebben tijd nodig gehad om uit te zoeken welke grondstof geschikt is’

De kracht van het partnerschap met Rijkswaterstaat zit in de eenvoud, vervolgt Bakker. ‘In plaats van groenrestanten als afval te beschouwen, brachten ze het naar ons en verwerkten wij het vervolgens tot hoogwaardige en CO2-negatieve materialen en eindproducten.’ Om daar meteen aan toe te voegen dat dat misschien eenvoudiger lijkt dan het is. ‘We hebben wel even tijd nodig gehad om samen uit te zoeken welke grondstof voor welke toepassing geschikt is. Bermgras bijvoorbeeld heeft een beperkte toepasbaarheid: dat gebruiken we vooral als vulmiddel en decoratie. Houtachtige materialen kunnen we inzetten voor bouwpanelen en riet kunnen we inzetten voor isolerend materiaal. Zo’n zoektocht is iets waar je tijd in moet steken, maar uiteindelijk stond er iets moois op de rit.’

Sluitende keten maken

Het organiseren van de hele keten vindt Bakker een sterk staaltje ondernemerschap. ‘Daarvoor moet je anders kunnen denken, doorzettingsvermogen tonen en de juiste kanalen weten aan te boren. En oké, je moet ook een tikkeltje brutaal zijn, lef hebben. Mocht Rijkswaterstaat de samenwerking met ons of een vergelijkbare partner willen voortzetten, dan zijn dat wel de kwaliteiten die nodig zijn om een keten zoals wij die nu hebben, sterk te houden. Je moet met veel inzet en gedrevenheid willen werken aan goed sluitende ketenschakels – van grondstof tot eindproduct en hergebruik en recycling daarvan – en doorgaan tot alles klopt. En je moet voortdurend blijven bouwen en bijstellen, zodat het blijft kloppen.’

In partnerschap met anderen werken

Bakker hoopt dat Rijkswaterstaat de durf en het ondernemerschap toont om opnieuw in partnerschap met anderen het groene areaal een waardevolle bestemming te geven. ‘Hoewel het veel flexibiliteit en inzet vraagt, levert het maatschappelijk veel op om zo op een constructieve manier bij te dragen aan een duurzamere wereld. Het is inspirerend, geeft plezier en vertrouwen om zoiets samen met anderen op te pakken.’