In de schijnwerpers

Dit artikel hoort bij: Bereikbaar Zeeland | 2

Oog voor mossel- en oesterkwekers bij baggeren Zandkreekgeul

Luchtfoto van de Zandkreekgeul

Door 125.000 m³ zand en slib te baggeren, brengen we de Zandkreekgeul weer op diepte. Dit doen we voor de scheepvaart, maar het raakt ook mossel- en oesterkwekers. ‘We wéten dat dit project hinder veroorzaakt, maar willen die zo beperkt mogelijk houden’, zegt Alice van Goudswaard namens Rijkswaterstaat in gesprek met de secretarissen van de Nederlandse Oestervereniging en PO Mossel.

Portretfoto Alice van Goudswaard
Alice van Goudswaard, adviseur omgeving Rijkswaterstaat
Pasfoto Addy Risseeuw
Addy Risseeuw, secretaris PO Mossel

Wat houdt het baggeren van de Zandkreekgeul in?
Alice van Goudswaard, adviseur omgeving bij Rijkswaterstaat: ‘We halen 125.000 m³ slibrijk materiaal uit de Zandkreekgeul, tussen het Veerse Meer en de Oosterschelde, omdat deze verzandt. Zo maken we de vaargeul weer diep genoeg en kunnen de beroepsvaart, recreatievaart en riviercruises er ook in de toekomst vlot, veilig én tij-onafhankelijk doorheen varen.’

In hoeverre heeft dit project invloed op de achterban van de kwekers?
Addy Risseeuw, secretaris PO Mossel: ‘Sommige percelen van onze leden liggen gedeeltelijk of zelfs volledig in de Zandkreekgeul. Het baggeren raakt onze leden dus direct. Een eerste vraag was dan ook of de werkzaamheden ervoor zouden zorgen dat het profiel van de percelen zodanig verandert dat ze minder geschikt zouden worden voor de kweek van schelpdieren.’

Portretfoto Jaap de Rooij
Jaap de Rooij, secretaris Nederlandse Oestervereniging

Jaap de Rooij, secretaris Nederlandse Oestervereniging: ‘Een andere vraag was of er bij het baggeren en het storten sediment – in dit geval zand en slib - zou kunnen drijven in de richting van onze percelen in de Oosterschelde. Als dat op de mosselen, oesters of oesterbroed blijft liggen, kunnen de schelpdieren stikken.’

Alice: ‘Die zorgen zijn precies de reden dat we al in een vroeg stadium de wensen hebben opgehaald in de sector. Dat deden we in individuele gesprekken met mossel- en oestervereniging en tijdens stakeholdersbijeenkomsten met de kwekers zelf. We wéten dat de uitvoering van dit project hinder veroorzaakt, maar willen die zo beperkt mogelijk houden. Daarom hebben we informatie nodig over de belangen in de omgeving.’

Luchtfoto van de Zandkreekgeul

Wat waren wensen vanuit de sector?
Addy: ‘Een van de dingen waarop wij hebben gehamerd, is dat er een monitoringsprogramma moest komen te beginnen met een nulmeting van de huidige situatie. Zodat we tijdens de uitvoering een vinger aan de pols kunnen houden en we na de uitvoering kunnen vaststellen of het baggeren nadelige consequenties heeft gehad.’

Jaap: ‘Verder hebben we gevraagd of Rijkswaterstaat rekening wil houden met de slibpluimen. Dat zijn de zand- en slibdeeltjes die bij het baggeren en storten in het water zweven. We willen graag voorkomen dat die zich verspreiden over de schelpen van onze oesters en mosselen, omdat ze hierdoor dood kunnen gaan.’

Op welke manier heeft Rijkswaterstaat hier rekening mee gehouden?
Alice: ‘Onder andere door verschillende onderzoeken te laten uitvoeren naar de beste locatie om de baggerspecie te storten en suppleren. We zien de  baggerwerkzaamheden als een kans om samen met Natuurmonumenten tussen de 50.000 – 60.000 m3 slibrijk materiaal te suppleren in de Oosterschelde. Zo kunnen we de platen en slikken ophogen en de natuur een impuls geven.

Studies laten zien dat de Rattekaai hiervoor de meest geschikte locatie is. Mede omdat eventuele hinder voor de oester- en mosselkwekers hier beperkt blijft. De rest van de baggerspecie storten we bij stortlocatie O10. Dit is een stortlocatie op een paar kilometer van de Zandkreek, die het slib heel goed vasthoudt. Daardoor komt het zwevende stof nauwelijks bij de percelen terecht.’

Jaap: ‘Om de oesterpercelen te ontzien is op ons verzoek ook gekozen voor een suppletie in plaats van een slibmotor om het gebaggerde sediment op de juiste plek te krijgen. Dat was een direct resultaat van onze gesprekken.’

Alice: ‘Dat klopt. Bij een slibmotor neemt de stroming het slib-zand op een natuurlijke manier mee richting de Rattekaai. Op deze manier is het aannemelijk dat het water bij de omliggende oesterpercelen vertroebelt. Bij een suppletie brengen we de gebaggerde specie gecontroleerd via een leiding naar de Rattekaai. Het slib-zand komt direct terecht op de juiste plek, waardoor we de hinder beperken.’

Addy: ‘En het aantal kuub dat ze uit de Zandkreekgeul gaan baggeren is verlaagd van 190.000 naar 125.000 m³. Naar aanleiding van de zorgen van met name de mosselkwekers.’

Alice: ‘Door het vaarwegprofiel een beetje op te schuiven en het talud wat schuiner te baggeren, konden we de hoeveelheid inderdaad behoorlijk terugbrengen. Op die manier worden er dus ook minder percelen geraakt.’

Luchtfoto van de Zandkreekgeul

De planning is onlangs gewijzigd; de uitvoering vindt plaats in het najaar van 2021 in plaats van februari. In hoeverre speelden de belangen van de mossel- en oesterkwekers hierin een rol?
Alice: ‘Eind januari brachten we het aantal te baggeren kuub op verzoek van de mosselkwekers terug. Daardoor moesten we enkele studies opnieuw laten uitvoeren en zijn de vergunningen Wet natuurbescherming van zowel Rijkswaterstaat als Natuurmonumenten nog in aanvraag. Zonder vergunningen willen we geen contract sluiten met een aannemer, dus besloten we het uit te stellen.

Dat hád met een paar maanden gekund, maar dan zouden we in een periode terechtkomen dat baggeren niet wenselijk is voor de mossel- en oesterkwekers: de zomer. In het najaar zijn de mosselen in rust en nemen ze minder voedingstoffen tot zich. Zo komen eventuele zandresten ook minder snel de schelp binnen. Daarom kozen we voor uitstel tot oktober/november 2021.’

Hoe kijken jullie terug op het contact met Rijkswaterstaat tijdens de voorbereidingen van het project?
Addy: ‘Ik heb het gevoel dat er echt rekening met ons gehouden is. We zijn tijdig geïnformeerd en er is goed geluisterd naar de zorgen in de sector. Op een aantal belangrijke onderdelen is ingespeeld en daar zijn we blij mee. Nu kunnen we alleen maar hopen dat er geen onverwachte dingen meer gebeuren.’

Jaap: ‘Ik kan niet anders dan de woorden van Addy onderschrijven. Zelf ben ik met name blij dat de werkzaamheden zijn uitgesteld, omdat er daardoor gedegen monitoring kan plaatsvinden over een langere periode. Er wordt nu een goede nulmeting gedaan met visuele inspecties en bemonsteringen. Dat geeft vertrouwen.’

Beeldmerk Bereikbaar Zeeland

Blijf op de hoogte

Meer weten over de werkzaamheden aan de Zandkreekgeul? Bekijk de projectpagina op Rijkswaterstaat.nl/bereikbaarzeeland. En schrijf u in voor onze nieuwsbrief. Zo ontvangt u automatisch het laatste nieuws in uw mailbox.

Wanneer u de weg of het water op gaat, bekijk dan voor vertrek respectievelijk Van A naar Beter of Vaarweginformatie.nl voor de actuele reisinformatie. Met vragen, klachten of suggesties kunt u bij ons terecht via 0800-8002.

Luchtfoto van de Zandkreekgeul