Groeiende ruimteclaims op onder- en bovengrond noodzaken tot een betere afstemming van functies in onder- en bovengrond. Op veel plaatsen is de ruimte schaars in de ondergrond zowel door voorzieningen in de ondergrond als door bovengronds ruimtegebruik dat bepaald ondergronds ruimtegebruik uitsluit. Een aanpak van gebiedsontwikkeling waarbij bovengrond en ondergrond van start tot finish onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, ligt voor de hand. Dit is een 3D-ordeningsaanpak.  

Investeer aan het begin van een proces of project in kennisoverdracht over de ondergrond. Een verhaal over het ontstaan van het landschap in combinatie met de bewoningsgeschiedenis van een gebied is zeer geschikt.

Roerdalen Vlogdrop Putweg
H2Ruimte

Alle actuele opgaven voor de leefomgeving zoals het woningtekort, de verrommeling van de openbare ruimte, de uitbreiding van de bosvoorraad en de energietransitie zijn verbonden met de ondergrond. De ondergrond biedt oplossingsruimte, stelt randvoorwaarden, levert belemmeringen op of biedt natuurlijke kwaliteiten.
3D-ordening ligt weliswaar voor de hand, maar komt niet zomaar tot stand, mede omdat er weinig ervaring is met manieren om de ondergrond duurzaam in de ruimtelijke ontwikkeling mee te nemen. Gebiedsontwikkelaars en ondergrondspecialisten weten elkaar maar mondjesmaat te vinden. Ook de onzichtbaarheid van wat er in de ondergrond zit en gebeurt, speelt een rol. Het valt letterlijk buiten het blikveld. Onbekendheid levert onzekerheden op. Bovendien is de ondergrond een ‘langzaam’ natuurlijk systeem waarin ingrepen onomkeerbaar kunnen zijn, of zich slechts na vele decennia herstellen. 

Pilots

Om een 3D-ordeningsaanpak vorm te geven en daarvan te leren, zijn pilots uitgevoerd in Zuid-Holland en Limburg. De pilots richtten zich op een verandering in de werkwijze binnen en tussen overheidsorganisaties zoals gemeenten, provincies, waterschappen en omgevingsdiensten. Inzet is om ‘vertegenwoordigers van de bovengrond’ meer bewust te maken van de kansen die de ondergrond biedt bij de aanpak van hun opgaven. Het beeld van een lastige en belemmerende ondergrond is hardnekkig. Andersom zijn de pilots ook bedoeld om vertegenwoordigers van de ondergrond te stimuleren meer vanuit de ruimtelijke opgaven te werken. 

Limburgse pilots

In Maastricht, Venlo, Sittard-Geleen, Roerdalen, Maasgouw en Echt-Susteren is, in samenwerking met de provincie Limburg, een pilot uitgevoerd om medewerkers uit het ruimtelijk en sociaal domein en gebiedspartners – zoals waterschap, drinkwatermaatschappij, landbouworganisatie en GGD – zich het 3D-denken eigen te laten maken. De pilots dragen bouwstenen aan voor omgevingsvisie en omgevingsplan.
De aanpak kende, op basis van ervaringen in Zuid-Holland, vier essentiële elementen: 
- leg het opdrachtgeverschap bij de trekker van de omgevingsvisie, het omgevingsplan, de implementatie Omgevingswet of de projectleider van een gebiedsontwikkeling,
- begin bij de maatschappelijke opgave,
- denk in kansen vanuit ondergrond via de vraag: hoe kan de ondergrond helpen? 
- organiseer veel interactie tussen de betrokken disciplines.

De pilots willen de winst van een samenhangende aanpak van onder- en bovengrond bij de gemeentelijke opgaven laten zien. Hiervoor zijn eenvoudige hulpmiddelen zoals een checklist ondergrondkwaliteiten, een praatplaat ondergrond, eenvoudige kaarten en aanpakken voor gesprekken toegepast. De resultaten zijn vastgelegd in beeldende documenten. 

Lessen

De belangrijkste lessen gaan over kennisoverdracht via verhalen, het gedeelde referentiekader, eigenaarschap en professionele houding. 
Investeer aan het begin van een proces of project in kennisoverdracht over de ondergrond. Een verhaal over het ontstaan van het landschap in combinatie met de bewoningsgeschiedenis van een gebied is zeer geschikt. Dit sluit aan bij de denkwijze in de ruimtelijke ordening. Het verklaart en visualiseert waarom het (stads)landschap is wat het is. Vele kwaliteiten van de ondergrond komen in een landschapsgenese in beeld. Deze verklaart actuele problemen zoals verzakkingen van gebouwen, verdroging van gebieden en kansen vanuit de ondergrond zoals warmtelevering en -buffering. Het verbeeldt dat de ondergrond ‘breed en diep’ is. 

Zonder een gedeeld referentiekader is samenwerking lastig. De maatschappelijke opgaven vormen dat kader. Een aanpak die hiermee begint, daagt alle betrokkenen uit antwoord te geven op de vraag: hoe kan jij helpen om de opgave dichter bij een oplossing te brengen? Het creëert gelijkwaardigheid in het gesprek; elke discipline doet ertoe. Tast af wat je voor elkaar kunt betekenen, toon echte interesse in de ander door open vragen te stellen. Dat is een veel betere aanpak dan direct in de oplossingsmodus te schieten. 

Aan veel beleid dat in ontwikkeling is – energietransitie, klimaatadaptatie, biodiversiteit, landbouw, woningbouw, et cetera – kan de ondergrond een stevige bijdrage leveren. Dat is een uitgelezen kans om de samenhang tussen onder- en bovengrond te versterken. Inventariseer bij de start welke vragen leven én waarvan de projectleider of een projectteam verwacht dat een 3D-ordeningsaanpak van toegevoegde waarde is. Zo worden sleutelfiguren in de organisatie mede-eigenaar van deze aanpak. Vervolg dit gesprek tijdens het proces. 

3D-ordening is een professionele houding bij complexe gebiedsopgaven. Het onderdeel worden van het DNA van de mensen (en de organisatie), wil het werken. Pas dan zal het omgevingsbeleid wezenlijk bijdragen aan de beoogde duurzaam ontwikkeling. Het sluit naadloos aan op de denkwijze van planologen, geografen, stedenbouwkundigen en landschapsecologen en -ontwerpers, die zijn opgevoed met een integrale (vaak slechts 2,5D) aanpak. Als zij dit oppakken en ondergrondspecialisten uitdagen om van betekenis te zijn voor een groter geheel, dan is het voor ondergrondspecialisten eenvoudiger om hun inbreng goed te laten landen. Een dienstverlenende opstelling van ondergrondspecialisten – ‘hoe kan ik helpen?’ – maakt het voor hen eenvoudiger om de eigen ondergrondagenda in te voegen. 
 

Henk Puylaert - H2Ruimte