Van onderhandelen naar verbinden
In geval van een ernstige of diffuse verontreiniging waarbij zowel provincie als gemeenten betrokken zijn, is het belangrijk dat beiden volledige openheid van zaken geven. Alle informatie dient gedeeld te worden. Als dat niet mogelijk is – bijvoorbeeld omdat het archief aan het verhuizen is – dient ook dát gecommuniceerd te worden. Dit, op zich eenvoudige advies, blijkt de sleutel tot het oplossen van problemen die kunnen optreden bij complexe, diffuse verontreinigingen waarbij meerdere overheden betrokken zijn. En waarbij bezorgde burgers de gemeente aanspreken terwijl de bevoegdheid bij een andere overheid ligt. Dan is het belangrijk dat er gezamenlijk wordt opgetrokken. Behalve het gezamenlijk optrekken van ambtenaren, blijkt ook bestuurlijk commitment en bereidheid tot samenwerking essentieel 

“Vraag je gedurende het proces steeds af: ben ik aan het onderhandelen of aan het samenwerken, wanneer je met een andere bestuurslaag een bodemverontreiniging moet oplossen”

“Vraag je gedurende het proces steeds af: ben ik aan het onderhandelen of aan het samenwerken, wanneer je met een andere bestuurslaag een bodemverontreiniging moet oplossen”, zegt Henk van den Berg, transitiemanager bodem en ondergrond in gemeentelijke omgevingsplannen. Bij een diffuse loodverontreiniging in de gemeente Ronde Venen, waarvoor de Provincie bevoegd gezag is, ging het – uiteindelijk – goed.

Diffuus lood in toemaakdek

In de gemeente Ronde Venen, werd een diffuse loodverontreiniging geconstateerd, in het zogenoemde toemaakdek. Dat is de bovenste 25 cm van de grond die in het verleden is opgehoogd en verrijkt met bagger en huisvuil uit de voornamelijk Amsterdam. Lood uit verf en van smederijen zorgen voor de diffuus verspreide verontreiniging. Doorgaans gaat het om verontreinigingen onder de interventiewaarde. Maar omdat lood ook in lage concentraties schadelijk is voor met name kinderen en er in Mijdrecht veel jonge gezinnen wonen, werd – door gemeente en burgers – saneren noodzakelijk geacht. 

Onderhandelen: gemeente Ronde Venen

De gemeente klopte bij provincie aan in de veronderstelling dat deze de verontreiniging zou saneren. Maar de provincie wilde juist dit en alle andere dossiers overdragen aan de gemeente. “Met de omgevingswet worden gemeenten bevoegd gezag, terwijl ze voor enigszins complexe taken niet toegerust zijn. Kennis en geld ontbreekt”, zegt Kiki Hagen wethouder van de gemeente Ronde Venen. 
Hagen wilde het dossier niet zomaar overnemen. De provincie had niet alle gegevens in handen en vond aanvullend onderzoek niet nodig. De provincie wilde de kennis die ze had niet delen. De gemeente miste de gezamenlijk gevoelde verantwoordelijkheid. De wethouder verzamelde een team van deskundigen en liet onderzoek uitvoeren. David van den Burg die door gedeputeerde Bruin Slot als procesmanager werd aangetrokken om als onafhankelijke mediator het proces in goede banen te leiden, werd ook lid van het team.  Hagen: “Ondanks de bereidheid om gezamenlijk te bekijken wat nodig was, voelde ik me een roepende in de woestijn want behalve de provincie en de buurgemeenten gaf ook het Rijk niet thuis. Een milieuprobleem dat effect kan hebben op opgroeiende kinderen, leek mij genoeg reden om er samen de schouders onder te zetten. Maar ambtelijk werd het afgehouden.”

Onderhandelen: provincie Utrecht

De provincie Utrecht wilde in eerste instantie saneren tot de interventiewaarde, Maar dat ging de gemeente niet ver genoeg omdat lood – ook lagere concentraties – tot hersenbeschadiging (een IQ verlies van 3 punten) kan leiden bij kleine kinderen De provincie gaf aan dat verder saneren van de verontreinigde grond onhaalbaar was en bovendien vanuit de Wet bodembescherming niet aan de orde. De gemeente kreeg het advies de verontreiniging zelf op te lossen of deze te accepteren en te communiceren. Dat viel niet goed bij de gemeenteraad. Beide bestuurslagen raakten daarop in een onderhandeltraject. Dat de emoties soms hoog opliepen werd onder meer veroorzaakt doordat de provincie niet alle onderzoeken vrij kon geven. De archieven van de provincie Utrecht werden ten tijde van deze casus juist overgedragen aan de omgevingsdienst (OD). Ook de OD kon daarom in eerste instantie geen informatie verstrekken. Het niet (kunnen) verstrekken van informatie bleek dodelijk voor de onderhandelingen. Zo kon het niet langer en als de nood hoog is, is de redding nabij. 

Dialoog

Er kwam een nieuwe gedeputeerde, die met haar vuist op tafel sloeg. Er volgde een bestuurlijk overleg tussen provincie en gemeente, waarbij verschillende scenario’s werden afgewogen. De gezamenlijke conclusie was dat saneren, links of rechts om, buitenproportioneel duur was. Toen dat gezamenlijk overeen was gekomen, was de angel uit de onderhandelingen en waren beide bestuurslagen het eens over de aanpak. Beiden hadden hetzelfde vertrekpunt voor verdere samenwerking. Gezamenlijk is er een plan van aanpak gemaakt en een samenwerkingsovereenkomst opgesteld. Nu trekken provincie en gemeenten samen op. Dat de provincie 500.000 euro ter beschikking heeft gesteld om aanvullend onderzoek te doen werd enorm gewaardeerd. Voor alsnog lijken de gehalten lood mee te vallen.

Samenwerken

Uit de huidige samenwerking hebben gemeente en provincie geleerd dat bij saneringsvraagstukken beide partijen hetzelfde vertrekpunt dienen te hebben en er geen ‘gat’ in de informatieverstrekking mag zitten. Er is nu eenmaal een bepaalde vrije ruimte in de samenwerking tussen bevoegde gezagen. Tekort aan informatie en aan budget kan als katalysator voor problemen werken. Alle informatie moet gedeeld worden en als dat niet kan moet dat ook worden gedeeld met elkaar. Geef bij de informatie ook de status en de (on)zekerheden aan.
Voor provincie en gemeenten geldt dat begrip over en weer voor elkaars rol als bestuurslaag ook helpend is. De provincie Utrecht kwam in de casus Ronde Venen tot de conclusie dat ze wellicht teveel vanuit de inhoud redeneerde en te weinig oog had voor de rol van de gemeente Ronde Venen die immers ook de belangen van de inwoners behartigt. 
Wethouder Hagen gaf het volgende aan: “Bij gemeenten bestaat behoefte aan een richtlijn: hoe ga je om met dit soort historische verontreinigingen waarbij geen veroorzaker aan te wijzen is, en hoe ga je als gemeente om met nieuwe PFAS-achtige stoffen. Dan zou de regel moeten gelden: trek samen op met de provincie, richting Rijk. De VNG zou als kennisbank behulpzaam kunnen zijn bij complexe situaties. Hoe meer we weten, hoe beter. Schuif niet af, maar trek samen op.”
‘Wederzijds begrip,’ dat is ook wat procesmanager Van den Burg noemt. “Bij kleinere gemeente is men generalistisch en gaat het om het proces met de burgers, bij de provincie zitten specialisten die over procedures gaan.” Gemeenten en provincie vertrouwen elkaar niet vanzelfsprekend, wil Van den Burg maar zeggen. Nu is er begrip voor elkaars situatie en heeft ieder zijn rol. Provincie en gemeente trekken samen op richting Rijk die hen van middelen dient te voorzien. Middelen om kennis te verkrijgen, onderzoek uit te voeren of om saneringen te kunnen doen.

Lessen

Wanneer er sprake is van buitenproportionele verontreinigingen kan dit de kans op succes vergroten:

  • Zorg dat je technisch en inhoudelijk op hetzelfde kennisniveau zit en zorg daar in gezamenlijkheid voor. 
  • Onderken en accepteer dat je verschillende verantwoordelijkheden hebt; specialisten bij de provincie en generalisten bij de gemeente.  
  • Heb vertrouwen in elkaar. Maar, zoals in alle processen, is ook saneren mensenwerk. Stuur op resultaat. Soms zit de juiste man of vrouw niet op de juiste plek en dient er verschoven te worden. Durf beslissingen te nemen ook al doet dat soms pijn. 
  • Wanneer een proces vastloopt, neem dan een mediator in de arm, iemand met de frisse blik van een buitenstaander. 

Rest nog het belangrijkste advies te herhalen wanneer je met een andere bestuurslaag een bodemverontreiniging moet oplossen. Vraag je gedurende het proces steeds af, zijn we wel aan het samenwerken? Zo niet, schep openheid en duidelijkheid over alle facetten van het bodemsanering traject, en pak het aan als een gezamenlijk gevoeld probleem.