
Pilot ‘Circulair Slopen’ toont de ambities van Rijkswaterstaat
Duurzaamheid
Rijkswaterstaat beheert zo’n 450 panden. Een klein deel daarvan – vaak oud, leegstaand of niet meer veilig te gebruiken – maakt plaats voor nieuwbouw of wordt verwijderd om terrein terug te geven aan de natuur. Daarbij speelt steeds vaker de vraag: hoe zorgen we ervoor dat zoveel mogelijk materialen een tweede leven krijgen? Samen met twee sloopbedrijven deed Rijkswaterstaat een pilot om dit te onderzoeken.
Rijkswaterstaat startte in 2022 met het programma Circulair Slopen: een pilotproject waarin 57 overtollige gebouwen die in beheer zijn bij Rijkswaterstaat Corporate Dienst worden ontmanteld. Deze gebouwen zijn bijvoorbeeld verouderd, staan langdurig leeg, voldoen niet meer aan de huidige veiligheids- of gebruikseisen, of liggen op locaties waar ruimte nodig is voor nieuwbouw of natuurontwikkeling. Er is geen andere functie voor te vinden. Met het circulaire sloopprogramma zoekt Rijkswaterstaat samen met de markt naar een demontage-aanpak die zoveel mogelijk herbruikbare materialen oplevert en tegelijkertijd milieubelastende sloop minimaliseert.

Bilal Charradi, projectmanager huisvesting en vastgoed Rijkswaterstaat
Duidelijke rolverdeling én samenwerking
Rijkswaterstaat schreef een aanbesteding uit voor het pilotproject. Circulariteit woog hierin zwaar mee: de inschrijvers werden beoordeeld op hun vermogen om materialen hoogwaardig te hergebruiken, hun netwerk van afnemers en hun ervaring met circulair demonteren. Het werk werd verdeeld over twee percelen: Noordwest en Zuidoost. Perceel Noordwest werd gegund aan Dusseldorp en Perceel Zuidoost aan Adex Groep. Na gunning trokken Rijkswaterstaat en de twee sloopbedrijven als één team op. Bilal Charradi, projectmanager huisvesting en vastgoed bij Rijkswaterstaat, werd de brug tussen de bedrijven: ‘Rijkswaterstaat bepaalt de kaders en spreekt wensen en eisen uit. De aannemers vertalen dit naar een concrete werkwijze.’ Axel Hendriks, commercieel directeur bij Adex Groep, vult aan: ‘Dat doen we door alle criteria om te zetten in een uitvoeringsplan met een technische aanpak, veilige werkmethoden en een gedetailleerde fasering van alle demontagestappen. Dat leggen we dan weer voor aan Rijkswaterstaat en daarmee kunnen we beginnen. Dat gaat gewoon soepel.’

Axel Hendriks, commercieel directeur Adex Groep
Een grondige voorbereiding
Om circulair te slopen, is het cruciaal dat zowel Rijkswaterstaat als de aannemer weten wat er aan materialen vrijkomt, nog vóór de eerste gereedschapskist ter plaatse is. Hendriks: ‘Tijdens een materiaalonderzoek inventariseren we alle bouwonderdelen – van kozijnen en staal tot balkhout en installaties. We beoordelen welke elementen geschikt zijn voor direct hergebruik, herstel of recycling.’ Adex Groep maakt dus vooral het verschil aan de voorkant. ‘Dat is wat wij anders doen dan andere sloopbedrijven. We beschikken over een groot netwerk van betrouwbare afnemers, die aangeven wat ze kunnen gebruiken en onder welke voorwaarden. Voordat er één schroef losgedraaid wordt, weten wij al welke materialen een tweede leven krijgen. Dat voorkomt demonteren zonder bestemming.’
Zorgvuldig slopen
Pas nadat duidelijk is welke materialen een nieuwe bestemming hebben, gaat het slopen van start. Niet met grof materieel, maar met chirurgische precisie. ‘We halen balken zorgvuldig los, verwijderen deuren en demonteren staalconstructies’, legt Hendriks uit. ‘Die onderdelen gaan vervolgens rechtstreeks naar ons netwerk van afnemers, of worden tijdelijk in onze circulaire hub opgeslagen.’ Charradi: ‘Wij bemoeien ons verder niet met die bestemmingen. Het is de verantwoordelijkheid van Adex Groep om materialen hoogwaardig kwijt te kunnen. Lukt dat niet – omdat er bijvoorbeeld geen vraag naar is – dan zorgen ze dat ze worden gerecycled. Zo blijft elke stap zo circulair mogelijk.’
"Een pand verdwijnt, maar het materiaal blijft bestaan als iets nieuws"
Opvallende projecten
Een hoogtepunt in de pilotperiode waren de projecten in Zevenaar, Waspik en Moerdijk, vertelt Charradi. ‘In Zevenaar kwam tijdens de ontmanteling van een oude zoutloods een serie houten spanten tevoorschijn die nog verrassend sterk bleken. Die spanten hebben een plek gekregen in een nieuwe loods in een milieustraat in Utrecht; ze zijn integraal doorgezet en passen daar precies. En minstens zo belangrijk: de plek waar die loods stond is teruggegeven aan de natuur. Daardoor werd niet alleen het materiaal opnieuw gebruikt, maar ook de ruimte zelf circulair ingezet. Dan zie je waarom we dit doen. Een pand verdwijnt, maar het materiaal blijft bestaan als iets nieuws.’ In Waspik en Moerdijk gebeurde iets wat zelden lukt: twee keer werd een complete bedrijfsloods gedemonteerd en elders opgebouwd. Alles werd opnieuw gebruikt: van de constructie tot de dakplaten. ‘Dat is circulair slopen in zijn meest pure vorm’, stelt Hendriks.
Zicht op wat er écht gebeurt
Omdat Rijkswaterstaat geen rol speelt in waar materialen uiteindelijk terechtkomen is een helder beeld van de materiaalstromen essentieel. Daarom werken Rijkswaterstaat en de aannemers intensief samen aan transparante monitoring. Hendriks: ‘We hebben per pand in kaart gebracht welke materialen waar naartoe gingen – met foto’s, registraties en afvoerbonnen.’ Volgens Charradi zorgt dat voor vertrouwen. ‘Het maakt zichtbaar wat er écht gebeurt, ook in de rest van de keten. Een mooie bijvangst van deze pilot.’
Pilotperikelen
De pilot liet ook zien dat ambities soms botsen met de werkelijkheid van oude gebouwen. Charradi: ‘De doelstelling stond op minimaal 75% hergebruik, verdeeld over zogeheten R-categorieën. Deze opdeling gaat van hoogwaardige herwerking (hergebruik) naar laagwaardig (recycling). In de praktijk bleek het aandeel hoogwaardige toepassing niet altijd haalbaar.’ Oorzaken waren onder meer technische veroudering, afwijkende maatvoering en materialen waarvoor geen afnemer te vinden was. ‘Dat betekent zeker niet dat de pilot mislukt is’, zegt Charradi. ‘Het betekent dat we realistischer moeten inschatten welke materialen we in welke R-categorie schalen. De doelstellingen waren nu nog een mismatch met wat de sloopbedrijven konden betekenen. Daarin is communicatie heel belangrijk. Dat moet gewoon beter, en we moeten er strenger op zijn dat we het over dezelfde aantallen en percentages hebben. Daar scherper op zijn en kritischer naar de waarde van producten kijken, moet ervoor zorgen dat doelstellingen bij volgende projecten wél haalbaar zijn.’
"Wij kijken terug op een gestroomlijnd pilottraject"
Extra inzichten na de pilot
‘Wij kijken terug op een gestroomlijnd pilottraject. Wat ons betreft is dit het begin van veel meer’, zegt Hendriks. ‘We kunnen de samenwerking uitbreiden door Rijkswaterstaat zelf afnemer te laten worden van materialen die vrijkomen. Dat sluiten we de cirkel echt.’ Charradi ziet diezelfde kans: ‘We bouwen en renoveren veel. Houten balken, staal en andere materialen hebben we zelf ook nodig. Het zou logisch zijn om vrijgekomen materialen direct aan onze eigen projecten te koppelen. Als we dat goed organiseren tussen de bouw- en sloopteams, ontstaat er een interne kringloop. Hoe circulair zou dat zijn?’
Op koers richting 2030
De pilot met circulair slopen sluit direct aan op de duurzaamheidsdoelen van Rijkswaterstaat: in 2030 volledig circulair werken en 50 procent minder primaire grondstoffen gebruiken. En in 2050 volledig afvalvrij zijn. Volgens Charradi is het vooral belangrijk dat de ingezette lijn wordt doorgezet. ‘We zijn er nog niet, maar we zetten wel grote stappen. Door te blijven leren en de juiste partijen aan te haken, komen die doelen echt binnen bereik.’

