'Middenjaar' voor Uitvoeringsprogramma

Ook in 2018 ondersteunde Rijkswaterstaat Bodem+ het Uitvoeringsprogramma (UP) Bodem en Ondergrond inhoudelijk en procesmatig met de inzet van onder andere programma- en projectsecretarissen. Ook leverden we huisvesting, communicatie en inkoopprocessen. Het UP Bodem en Ondergrond kent eigen rapportage- en stuurlijnen via het Programmateam Bodem en Ondergrond en de Stuurgroep Ondergrond, Bodem en Grondwater.

2018 was het ‘middenjaar’ van het convenant Bodem en Ondergrond 2016-2020. Een jaar waarin met een Mid Term Review (MTR) geconcludeerd wordt dat de spoedopgave goed op koers ligt en dat de sector steeds beter de noodzakelijke aansluiting vindt bij andere beleidsvelden. Ook daar groeit het besef dat kennis over bodem en ondergrond een belangrijke bijdrage kan leveren aan het oplossen van maatschappelijke opgaven. Maar een andere conclusie uit de MTR is dat de komende 2 jaar nog hard samengewerkt moet worden om de afgesproken doelstellingen te halen.

Bereikte hoofddoelen en resultaten

  • In 2018 zijn de Structuurvisie Ondergrond en de ontwerp-Aanvullingswet Bodem in het kader van de Omgevingswet vastgesteld in de Tweede Kamer en ging het ontwerp-Aanvullingsbesluit Bodem ter internetconsultatie. Door al die ontwikkelingen binnen en buiten de sector zijn bodem en ondergrond meer op de bestuurlijke agenda komen te staan. Dit is bevestigd in een informeel bestuurlijk overleg bodem en ondergrond eind 2018.
  • Er was in 2018 veel aandacht voor kennisontwikkeling op het snijvlak van bodem en ondergrond en maatschappelijke opgaven (zoals de doelen rondom duurzaamheid). Dit komt voort uit de veranderende context waarin de convenantspartijen opereren. De transitie naar een meer integrale benadering van de leefomgeving die de convenantspartijen nastreven, komt in een stroomversnelling en wordt steeds concreter.
  • In 2018 is ook een externe analyse uitgevoerd naar de doorwerking van de door het Uitvoeringsprogramma (UP) ontwikkelde kennis. Hieruit blijkt dat deze kennis nog niet overal wordt gebruikt. Een van de conclusies was dat kennisontwikkelaars en de kennisgebruikers nog te weinig met elkaar samenwerken in (regionale) netwerken. Om de kennisdoorwerking een impuls te geven hebben de convenantspartijen ervoor gekozen om kennisvragen voortaan in dialoog met alle betrokken partijen te formuleren. Vervolgens worden deze kennisvragen ‘al doende’ binnen consortia verder uitgediept. Gezamenlijk optrekken bij het formuleren en uitwerken van vragen, en het daarbij over de eigen grenzen kijken, versterkt en vergroot de netwerken van de deelnemende partijen en de kennisdoorwerking.
  • Begin 2018 is geconstateerd dat het Uitvoeringsprogramma nog beter moet aansluiten bij de transities rond de maatschappelijke opgaven (energie en klimaat) en bij de emancipatieprocessen van de convenantspartijen zelf. Daarom is een nieuwe manier van werken ontwikkeld. Per convenantspartij is een transitiemanager benoemd. Die moet de eigen transities binnen het dossier bodem en ondergrond en de uitvoering vanuit de Structuurvisie Ondergrond versnellen. De transitiemanagers werken met elkaar samen in de UP-werkgroep Ondergrond en Transitie en versterken elkaar door gezamenlijk activiteiten te ondernemen. Dit alles om te bereiken dat alle convenantspartijen bodem en ondergrond meenemen in hun programma’s rond de maatschappelijke opgaven, de samenwerking opzoeken en van elkaar blijven leren. Een voorbeeld is het ondersteunen van decentrale overheden om bodem en ondergrond mee te nemen in omgevingsvisies en omgevingsplannen. Ook is de samenwerking rond geothermie en 3D-ordening versterkt.
  • Vanuit het UP wordt niet alleen de synergie tussen overheden gestimuleerd maar ook de samenwerking in de regio tussen bedrijven en overheden. Het UP werkt samen met de Stichting Bodembeheer Nederland in de communicatie rond de bedrijvenregeling. Verder ondersteunen we onder meer de zogenoemde regionale Warmtetafels met kennis en netwerken vanuit bodem en ondergrond. Voor het vergroten van de bewustwording en het leggen van productieve verbindingen leert de praktijk dat het vooral kansrijk is om aan te sluiten op die thema’s die én urgent zijn én waaraan het bodemdossier een substantiële bijdrage kan leveren.
  • De agendering van het belang van grondwater bij gemeenten is goed gelukt. Steeds meer partijen zien het belang van grondwater in. Ze erkennen dat grondwater zich niet stoort aan bestuurlijke grenzen; partijen moeten wel met elkaar samenwerken bij een gebiedsgerichte aanpak. Maar met bewustwording en agendering alleen zijn we er niet. Het is nu de vraag hoe de regionale partijen de complexe vraagstukken in de praktijk kunnen aanpakken. Het jaar 2018 was dan ook het jaar van de pilots. Door aan de slag te gaan en zaken te testen, hebben we veel geleerd. De generieke lessen zijn weer toegankelijk gemaakt voor andere regio’s.
  • Bij de start van het convenant zijn 1383 spoedlocaties geïdentificeerd. In 2018 hoefden nog maar 210 van die locaties in uitvoering te worden gebracht. 700 locaties zijn al in uitvoering. 473 locaties zijn zelfs al afgerond. Voor slechts 26 locaties staat de uitvoering gepland na 2020. Het is wel belangrijk om te bedenken dat het voor een aanzienlijk deel gaat om complexe grondwatersaneringen. Die zullen qua uitvoering en monitoring pas na 2020 worden afgerond. In de meeste gevallen is tijd nodig om vast te stellen of sprake is van een beheerste situatie.

Geleverde hoofdproducten

Hieronder vindt u enkele voorbeelden van de producten en resultaten waar we in 2018 aan hebben gewerkt. Op onze website staan meer voorbeelden. 

Inventarisatie Kennisanalyse Twijnstra en Gudde

In opdracht van het project Kennis is een analyse gemaakt van kennisdoorwerking in de bodem en ondergrond. Doel van de analyse was een verscherpt inzicht krijgen in de matige kennisdoorwerking bij overheden. De analyse leverde 3 nuttige adviezen op voor het Uitvoeringsprogramma.

Brochure Wegwijzers grondwater in omgevingsvisie

Het project Grondwater heeft de brochure Wegwijzers grondwater in de omgevingsvisie gemaakt. Dit document geeft (grond)waterdeskundigen van gemeenten, waterschappen en provincies wegwijzers voor de stappen die zij kunnen zetten om een toekomstvisie op het bodem- en watersysteem te ontwikkelen. Ook gaat de brochure in op de vraag hoe je die toekomstvisie kunt verbinden met het voorbereidingstraject van de gemeentelijke of provinciale omgevingsvisie(s). De wegwijzers helpen om koers te zetten bij de vragen waar (grond)waterdeskundigen van gemeenten, provincies en waterschappen momenteel mee te maken hebben.

Voorbeelden boek Klimaatadaptatie

Verspreid over het land en binnen verschillende landschapstypen zijn voorbeelden van klimaatadaptatie verzameld en op een inspirerende wijze beschreven en toegankelijk gemaakt. De voorbeelden laten zien hoe de stap van theorie naar praktijk kan worden gemaakt of al is gemaakt en hoe ervaringen zijn opgebouwd. Daarnaast laten de voorbeelden zien binnen welke creatieve methodes partijen samenwerken en van hindernissen in wet- en regelgeving kansen maken. De beschrijvingen van de voorbeelden zijn in een e-book toegankelijk gemaakt via infographics, en kunnen vanuit thema’s en aandachtsgebieden worden benaderd.

Adviesrapport: Nazorg nader bekeken

In het Convenant Bodem en Ondergrond is de inspanningsverplichting vastgelegd om deze nazorgopgave te verminderen. De tijdelijke adviesgroep Afbouw nazorg heeft een eindrapport opgesteld: Nazorg nader bekeken. Dit eindrapport biedt bevoegde overheden en grondeigenaren handvatten om met de oorspronkelijke besluiten voor het inrichten van nazorg aan de slag te gaan en de afbouw van nazorg te overwegen en ook te realiseren.

Kennisrapport: Hoe komen wij tot afbouw van IBC-locaties?

Naast het eindrapport Nazorg nader bekeken heeft een groep expertorganisaties zich gebogen over de vraag hoe overheden de afbouw van IBC-locaties het beste kunnen realiseren. IBC-locaties zijn nazorglocaties met veelal een complexe situatie, intensieve maatregelen en hoge jaarlijkse kosten. De aanbevelingen, waaronder het belang van voldoende initiatief om tot afbouw te komen, zijn gebundeld in het kennisrapport: Hoe komen wij tot afbouw van ICB-locaties?

Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan twee producten, namelijk de Mid Term Review 2018 en de Monitoringsrapportage 2018. De Mid Term Review (MTR) is een tussenevaluatie waarin inzicht wordt verschaft in de bij de uitvoering van het convenant bereikte resultaten, afgezet tegen de doelstellingen van het convenant. Hoe ver zijn we nu gekomen? Welke doelstellingen zijn nog niet bereikt? Daarnaast heeft de MTR 2018 als doel aanbevelingen te formuleren voor de resterende periode van het convenant. Hoe kunnen we in de resterende convenantsperiode de nog niet behaalde doelstellingen alsnog bereiken? Wat is daar voor nodig? In de Monitoringsrapportage 2018 zijn de resultaten van de uitvraag rond de aanpak van de spoedlocaties verwerkt. Beide rapporten zullen begin 2019 gereed zijn.

Doorkijk naar 2019

Bodem en ondergrond staan dus op de agenda. Maar het is een complex afwegingsproces om daar de juiste keuzes in te maken, zowel voor de korte als voor de lange termijn. Hoewel het beheer van bodem en ondergrond een steeds groter, ingewikkelder en meer integraal vraagstuk wordt, helpt de systeemkennis vanuit het oorspronkelijke werkveld Bodem en Ondergrond bij het oplossen van de vraagstukken die spelen. Het is aan de sector, ondersteund door het UP Bodem en Ondergrond, om ook in 2019 te blijven werken aan bewustwording en om de kennis verder te verspreiden tot in de haarvaten van het systeem. Zo kunnen we de regio’s faciliteren. De balans tussen beschermen en benutten blijft daarbij centraal staan.