Op een zonnige lentedag in 2013 zat ik met collega’s op een terras in Utrecht. Zo groen als gras, bruisend van idealistische ideeën en vol goede moed om de infrasector te veranderen. Het was de start van Project DOEN en de renovatie van de Nijkerkerbrug. En nu, ruim 10 jaar later, ben ik verantwoordelijk voor de afronding van het transitieprogramma ‘Op weg naar een vitale infrasector’. Iets minder groen, nog steeds vervuld van idealen en met iets meer realiteitszin.

Inmiddels weet ik dat het doorvoeren van brede veranderingen in onze sector om een flinke scheut doorzettingsvermogen vraagt. Mijn dromen zijn nog niet volledig gerealiseerd. Maar toch zie ik, als ik terugkijk, dat er stiekem al veel veranderd is. Waar er 10 jaar geleden nog wat glazig werd gekeken als we zeiden dat een publieke opdrachtgever een maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft om marktpartijen in staat te stellen een gezond financieel resultaat te behalen op projecten, is het begrip ‘eerlijk geld voor eerlijk werk’ nu redelijk ingeburgerd. Was het eerder heel gebruikelijk om bij een aanstaand conflict opeens alleen schriftelijk met elkaar te communiceren, zie ik dat we nu vaker de telefoon oppakken of de situatie bespreken in een gezamenlijke bouwkeet. En het idee dat 10 jaar geleden hier en daar nog met scepsis werd ontvangen – namelijk om pas een vaste prijs af te spreken als je samen de opgave en de risico’s goed hebt kunnen doorgronden – vormt nu het fundament van de tweefasenaanpak die Rijkswaterstaat en andere opdrachtgevers toepassen bij risicovolle projecten. Kortom, genoeg redenen tot optimisme!

‘We hebben een enorme maatschappelijke opgave te realiseren’

Tijd voor de next step

Tegelijkertijd zijn we er nog niet. Het is tijd voor de next step in het zorgen voor een vitale infrasector. We hebben een enorme maatschappelijke opgave te realiseren. Denk aan een groeiende instandhoudingsopgave die ook nog eens veilig, duurzaam en efficiënt moet worden uitgevoerd. Dit vraagt van ons als opdrachtgevers en marktpartijen om meer focus op dit grotere plaatje. Niet meer dimdammen over de prijs van elk individueel project, maar ons samen vastbijten in de vraag hoe we ervoor zorgen dat de gehele opgave én betaalbaar blijft voor de belastingbetaler én de markt eerlijk geld voor eerlijk werk verdient. Niet gebundelde opgaven net zo uitvoeren als aan elkaar geplakte losse projecten, maar de vruchten gaan plukken van de kansen die het bundelen brengt. Want hoe maken we de groeiende opgave waar, als er niet meer personeel is? Hoe maken we onze sector duurzamer en maken we beter gebruik van data? Hoe innoveren we wanneer de risico’s zonder innovaties al zo groot zijn? Hoe gaan we standaardiseren of onderdelen hergebruiken, als we juist enthousiast worden van het bedenken van nieuwe oplossingen?

We hebben iedereen nodig

Het zijn lastige vraagstukken, waarin we elkaar gemakkelijk kunnen verliezen. Maar ik hoop dat we dat niet laten gebeuren. Opdrachtgevers, grote en kleine bedrijven, kennisinstellingen: we hebben iedereen nodig! Ik hoop dat ik over 10 jaar op een terras in de zon kan terugkijken op een periode waarin we samen stap voor stap de uitdagingen aan zijn gegaan. Door te veranderen, te vernieuwen en te leren. Ik ben in ieder geval heel nieuwsgierig naar wat de toekomst ons zal brengen en zal mij daar blijvend voor inzetten. Op naar een nog vitalere infrasector!

Marlotte Koster
Programmadirecteur transitieprogramma ‘Op weg naar een vitale infrasector’