Hoe houden we de dealflow op gang? In de kern was dat de reden om in 2020 de Taskforce Infra (TFI) op te zetten. Lennard Heij is voorzitter namens de markt en ziet dat er veel is bereikt, maar dat de dealflow nog altijd wankel is. Kwam dat eerst door corona, nu is dat stikstof. Heij stopt binnenkort als voorzitter, maar de beweging naar een vitale infrasector en de TFI gaan door. In dit artikel blikt hij terug en kijkt hij vooruit naar de belangrijkste opgaven voor 2024.

Lennard Heij, voorzitter Taskforce Infra

Lennard Heij is trots op het werk dat in de taskforce is verzet. De grote winst? ‘In het verleden sprak de markt niet met 1 mond met Rijkswaterstaat. Nu wel. Daarnaast is er over en weer veel meer begrip voor elkaars belangen. In het verleden kenden we elkaars wereld beperkt. Nu weet de markt hoe ingewikkeld en tijdrovend het besluitvormingsproces op het ministerie kan zijn. En Rijkswaterstaat begrijpt beter dat een goede dealflow belangrijk is om bedrijven aan de gang te houden. Door dit wederzijdse inzicht ontstaat meer bereidheid om met elkaar mee te denken. Wel is de markt van mening dat de veranderingen sneller en verdergaand doorgevoerd zouden moeten worden.’

Nieuwe aanpakken ontwikkeld

De afgelopen jaren hebben de werkgroepen binnen de TFI bergen werk verzet, zegt Heij. ‘Alle werkgroepen gingen met concrete onderwerpen en vraagstukken aan de slag. Dit leidde tot tastbare documenten en methodieken die ook in de praktijk worden gebruikt.’ Zo ontwikkelde Rijkswaterstaat met de werkgroep Assetmanagement een basisonderhoudscontract voor vast onderhoud. Dit wordt onder andere op en rondom de rijkswegen in Zuid-Nederland in de praktijk gebracht. Binnen dit contract werken de 3 aannemers en Rijkswaterstaat gelijkwaardig samen. De ervaringen die in de praktijk worden opgedaan, gaan weer naar de werkgroep, zodat die het contract kan doorontwikkelen.

‘Veel projecten liggen stil door stikstof en niemand weet wanneer die weer kunnen worden opgepakt’

Grote uitdagingen

Een ander voorbeeld is de tweefasenaanpak die de risico’s van grote, complexe projecten omlaag brengt. ‘In de aanbestedingsfase moeten bedrijven in relatief weinig tijd een complex project uitdenken, terwijl vaak nog niet volledig duidelijk is welke risico’s er zijn. De kans dat het misgaat, is aanzienlijk. Met de tweefasenaanpak doorgrondt de geselecteerde aannemer samen met Rijkswaterstaat het project in de eerste fase. Met die kennis kunnen ze een eerlijke verdeling maken van de reële risico’s. Het gevolg is dat Rijkswaterstaat én de aannemer onbezorgder de realisatiefase ingaan.’ Ondanks de mooie resultaten van de taskforce, liggen er ook nog grote uitdagingen, zegt Heij. ‘Continuïteit van de dealflow is doelstelling nummer 1. Die is nog steeds niet behaald. Veel projecten liggen stil door stikstof en niemand weet wanneer die weer kunnen worden opgepakt. Daar is een politiek besluit voor nodig. Aan de andere kant zijn we blij met het besluit van demissionair minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat om de gelden voor aanleg te verschuiven naar vervanging en renovatie.’

Vervanging en renovatie

Vervanging en renovatie (VenR) is sowieso een hot topic, want veel kunstwerken van Rijkswaterstaat hebben het einde van hun levensduur bereikt. Dat is ook te merken binnen de TFI: VenR is het nieuwe focuspunt. Dit betekent dat er op dit moment wordt gesproken over de inrichting van een Platform VenR. Die krijgt 3 expertgroepen: voor sluizen, bruggen en tunnels. Zij gaan kijken hoe de sector samen met Rijkswaterstaat tot een snelle en slimme productie kan komen. ‘Zolang er geen oplossing is voor stikstof en de aanleg van nieuwe infrastructuur stilligt, is VenR essentieel voor de continuïteit van de markt’, stelt Heij. ‘Bedrijven moeten hun mensen aan het werk kunnen houden. Als medewerkers vertrekken, houden we een geamputeerde sector over. Terwijl de opgave nu en de komende jaren onverminderd groot is.’

De Taskforce Infra blijft nodig

Wat Heij betreft gaan alle ballen op VenR. ‘Ik verwacht dat Rijkswaterstaat en de markt de VenR-opgave echt gaan oppakken en versnellen. Niet alleen in woorden, maar ook in daden.’ De Taskforce Infra kan daar een goede bijdrage aan leveren, verwacht Heij. Nu en in de toekomst. ‘Dankzij de open en constructieve houding van alle TFI-leden, is de samenwerking binnen de taskforce heel goed. We proberen elkaar echt te begrijpen. We kunnen alles tegen elkaar zeggen, ook als we het oneens zijn. Daarom hoop ik dat de taskforce een definitief karakter krijgt. Het goede en eerlijke gesprek tussen Rijkswaterstaat en markt blijft altijd nodig. Nu vanwege de VenR en stikstof. Maar als dat straks geregeld is, staat er ongetwijfeld weer een volgende maatschappelijke opgave voor de deur.’