Routeinformatie, toeritdosering en bebording. Het gebruik van het wegennetwerk is sterk onderhevig aan veranderingen vooral door de maatschappelijke en technologische ontwikkelingen. Voertuigen zullen de komende jaren steeds slimmer en (deels) zelfrijdend worden. Veel weggebruikers hebben inmiddels navigatie(apps) met verkeersinformatie. Hierdoor worden de fysieke voorzieningen op en langs de weg zoals de digitale borden met routeinformatie (DRIP’s) langzamerhand overbodig. In lijn met het tempo waarin alternatieven beschikbaar komen voor automobilisten, worden deze voorzieningen afgeschaald, zoals eerder ook met de praatpalen is gebeurd. In de komende jaren zullen we daarom toewerken naar een herontwerp van het verkeersmanagement.

Bart van Lingen, Assetmanager DVM

DRIP’s

DRIP’s worden ingezet voor informatie over bijvoorbeeld wegomleidingen, incidenten en files, maar ook voor algemene adviezen over reistijden. Uit onderzoek blijkt dat weggebruikers tijdens hun reis steeds meer vertrouwen op in-car informatie zoals hun navigatie, Google Maps of berichten van serviceproviders.

Met de kerntransitie Van informatie langs of boven de (vaar)weg naar informatie en waarschuwingen in-car en in-ship willen we bereiken dat steeds meer mensen informatie rechtstreeks in hun voertuig krijgen. Dat betekent dat de functies van de DRIP’s worden overgenomen en dus dat ze op termijn niet meer op alle huidige plekken nodig zijn. Een goede analyse over wanneer, maar vooral wat hierin de slimste aanpak is, is absoluut nodig. Assetmanager DVM Bart van Lingen vertelt daarover.

‘Met een goed team doen we onderzoek naar alle aspecten van de uiteindelijke uitfasering’

Gedegen aanpak

De DRIP’s kunnen 6 functies hebben. Bart van Lingen: ‘In eerste instantie melden we verkeersinformatie zoals omleidingsroutes of extra reistijd bij een incident. Daarnaast is ruimte voor veiligheidscampagnes, zoals bijvoorbeeld MONO of BOB. We hebben al die functies geïnventariseerd en uitgezocht of en wanneer er alternatieven beschikbaar zijn. Maar we maken ook inzichtelijk wat de keuzemogelijkheden zijn in onze aanpak van de uitfasering. Daar is best nog wat in te kiezen. We kijken er verkeerskundig naar, maar ook financieel. Het is natuurlijk niet zo dat we een DRIP weghalen als we niet zeker weten wat de gevolgen daarvan zijn.’

Wat kunnen we verwachten

Het team van Bart brengt een aantal aspecten in kaart: juridische en technische, maar ook afspraken met aannemers, planning en de beschikbaarheid van alternatieven. Bart is blij met deze aanpak: ‘Met een heel goed team van mensen uit verschillende organisatieonderdelen doen we onderzoek naar alle aspecten van de uiteindelijke uitfasering van DRIP’s. We maken analyses, houden interviews met stakeholders en brengen in kaart wat nodig is voor het besluitvormingsproces. Ik ben er trots op dat we het mogelijk maken om eerst goed te inventariseren waarvoor we gesteld komen te staan voordat we DRIP’s gaan uitfaseren. Daarbij nemen we natuurlijk mee wat het betekent voor ons werk als RWS én hoe we de weggebruikers kunnen informeren voor een vlotte en veilige reis.’