Vandaag de dag gebruiken weggebruikers steeds meer reisinformatie om keuzes te maken in hun vertrektijdstip, modaliteit of route. Op basis van actuele data kunnen zij hun reisgedrag of keuzes aanpassen. Denk daarbij aan informatie over incidenten, wegwerkzaamheden, maximumsnelheden, brugopeningen, evenementen of parkeerinformatie. Wegbeheerders, waaronder Rijkswaterstaat, vormen een belangrijke schakel in het realiseren van deze reisinformatie. De zogenaamde Data Top 15 is een afspraak waarmee we informatie en data over 15 verkeersonderwerpen organiseren. In dit artikel belichten we 2 van de 15 onderwerpen: maximumsnelheden en een rood kruis bij incidenten of werkzaamheden.
Informatie over snelheden
Op veel Nederlandse rijkswegen wisselt de toegestane maximale snelheid. Over het algemeen geldt: overdag is de maximale snelheid 100 km per uur, in de avond en nacht mag op veel wegen 130 km per uur worden gereden. Maar er zijn op veel plekken uitzonderingen. Die toegestane snelheid wordt overal met borden weergegeven, maar het is ook belangrijk dat die data goed in verkeersapps komt. Dit functioneert al jaren en we voeren nog steeds verbeteringen door. Om die data zo betrouwbaar mogelijk te krijgen, werkt Rijkswaterstaat samen met het NDW, serviceproviders, de onderzoekswereld en andere partners. Folkert Bloembergen (projectmanager Talking Traffic) en Theo Koster (IT Project Lead bij Talking Traffic) vertellen over hoe dit gaat.
Juiste informatie in de hoofdrol
Een verkeersapp in de auto is tegenwoordig de norm onderweg en geeft veel extra informatie. Over de juiste snelheid bijvoorbeeld. Om die informatie te kunnen geven, zijn data nodig. Mobiele applicaties zijn nu over het algemeen gebaseerd op data uit camerabeelden van de auto zelf. Maar deze data zijn niet altijd volledig correct. Daarom leggen Rijkswaterstaat en Flitsmeister in dit project expliciet de nadruk op het tonen van de juiste informatie aan weggebruikers. Folkert: ‘Dat hebben we in eerste instantie samen met Flitsmeister ontwikkeld. Inmiddels zijn er ook andere serviceproviders die met onze data werken, zoals TomTom, dat deze toepassing opgepakt en uitgebreid heeft. Dit past ook binnen de bredere transitie naar meer informatie in-car in plaats van informatie langs of boven de weg.’
Data op orde
De data moeten betrouwbaar zijn, actueel en voldoen aan een bepaald format. Theo licht toe: ‘Als de Flitsmeister-app zegt dat je 50 kilometer per uur mag, dan moet het ook echt 50 kilometer per uur zijn. De betrouwbaarheid van deze informatie is belangrijk. Zijn er incidenten, veranderende maximumsnelheden, of is er een brugopening? Dan wil je dat als automobilist zo snel mogelijk weten. Zodat je niet te laat aankomt, maar ook zodat je nog de keuze kunt maken om je gedrag aan te passen, zoals snelheid minderen of omrijden.’
Hoe zorgen we ervoor dat de data betrouwbaar is? Door te meten. Theo: ‘We hebben een datakwaliteitsstructuur ontwikkeld waarin we kijken: welke feiten zijn belangrijk, welke meetgegevens hebben we nodig en welke metingen moeten we doen. Vervolgens meten we dagelijks en sturen we bij, voor een beter resultaat. Er kan bijvoorbeeld niet al te veel vertraging zijn. Als je onder een matrixbord doorrijdt, moet die informatie overeenkomen met wat je in de auto ziet. Daar mag maximaal 3 seconden verschil tussen zitten. Die tijd kun je meten en bepaalt dus ook de kwaliteit. In het begin van het project ging het om best effort, nu hebben we een norm die we moeten halen en daaraan werken we hard.’
Reisassistentie bij een rood kruis
In verkeersapps wordt – naast maximumsnelheden – ook andere informatie gecommuniceerd. Folkert: ‘Rode kruizen zitten ook in onze datafeed. Helaas komt het nog regelmatig voor dat die rode kruizen worden genegeerd. Door de signalering in de auto te brengen attenderen we weggebruikers – naast de fysieke kruizen boven de weg – ook op een afgesloten rijstrook. Zo hopen we het aantal automobilisten op afgekruiste rijstroken te verminderen. Het exacte resultaat van deze actie is moeilijk specifiek te onderzoeken. Maar we weten wel dat mensen reisassistentie in de auto prettig vinden bij onverwachte situaties.’
Wensen van de reiziger centraal
‘Met hulp van serviceproviders identificeerden we welke informatie bestuurders waarderen. Als automobilisten het niet nuttig vinden, zouden we er ook weer mee stoppen’, zegt Folkert. Ook Theo kent de ervaringen van weggebruikers: ‘Met feedback van automobilisten via de Flitsmeister-app, Google, Waze en socialmediakanalen kunnen we snel optimaliseren. Een goed voorbeeld is de feedback van ambulancedienst IJsselland. Hun navigatie gaf aan dat ze ondanks werkzaamheden door konden rijden. Komen ze daar aan, zagen ze dat ze toch om moesten rijden. De oorzaak: in het informatiesysteem stonden de werkzaamheden niet goed. Voor een ambulance is elke minuut cruciaal. Die informatie konden we meteen aanpassen. Zo optimaliseren we het systeem voor meer veiligheid.’
Continu proces
Folkert: ‘De benodigde data komen voort uit bestaande werkprocessen, zoals wegwerkzaamheden of verkeersbesluiten. We moeten steeds een koppeling maken tussen het effect op weggebruikers en intern efficiëntere werkprocessen. We werken samen in een complexe publiek-private keten. Binnen die keten wordt data bewerkt tot handige informatie, zodat weggebruikers verder kunnen kijken dan hun voorruit. Voor de datastromen in de scope van Rijkswaterstaat zorgen we dat de data structureel betrouwbaar is en blijft, met aantoonbare kwaliteit. Datakwaliteit is een continu proces dat je moet blijven bewaken en verbeteren. Daarbij hebben we de hulp van iedereen hard nodig.’