Omgevingsbeleid maken in de geest van de Omgevingswet vraagt om een andere aanpak. De insteek is meestal breder en de samenwerking wordt anders georganiseerd. Bodem en ondergrond is niet het vakgebied dat ‘aan de rem trekt’, maar dat mede op zoek gaat naar kansen voor nieuwe oplossingen voor ruimtelijke vraagstukken. Een omgevingsdienst is bij uitstek geschikt voor die rol omdat ze een regionale functie heeft. Een omgevingsdienst zal die rol wel moeten zien te verwerven. 

Hoofdpunten

  • Investeer in nieuwe netwerken en betrek die zo vroeg mogelijk bij plannen. Geef binnen heldere kaders zoveel mogelijk ruimte.
  • Liever goed luisteren en open vragen stellen dan meteen zenden.
  • Betrek collega’s niet eenmaal, maar blijf ze betrekken en laat zien wat je doet met hun input.

'Je moet af en toe maling hebben aan je organisatie.'

'Het in eerste instantie niet mogen benoemen van oplossingsrichtingen vond ik erg lastig, omdat ik bang was dat hierdoor het beeld ontstond dat ik met het project op een dood spoor zat.'


Een andere aanpak
Wat betekent ‘een andere aanpak’ voor een bodemadviseur van een omgevingsdienst die de opdracht krijgt om een complex ruimtelijk project vorm en inhoud te geven?

  • Je hebt geduld nodig en moet veel investeren in je relevante netwerk en in (nieuwe) contacten. Zowel binnen als buiten je organisatie.
  • Je moet voor jezelf ruimte scheppen om uit te proberen wat wel en niet werkt. De recepten voor een succesvolle aanpak bestaan immers nog niet.
  • Een organisatie die denkt het allemaal wel zelf te kunnen ‘gaat nat’ zodra ze in contact komt met belanghebbenden zoals burgers en bedrijven. Dan blijkt dat ze vaak veel minder weet dan ze denkt. Het is dus belangrijk om zo open mogelijk in gesprek te gaan, waarbij (on)mogelijkheden voor de belanghebbenden duidelijk zijn. Zo kun je als beleidsmaker gebruik maken van aanwezige kennis en ideeën. En belanghebbenden verbinden aan vraagstuk en oplossingen; het kan lastig zijn weerstanden te overwinnen en mensen te activeren. Maar vaak willen mensen uiteindelijk niets liever dan meedenken aan oplossingen.
  • Wanneer belanghebbenden eenmaal verbonden zijn, zorg dan dat ze verbonden blijven.

Advies

  • Organiseer ‘kennistafels’ om te verbinden en beter te begrijpen hoe de verschillende belanghebbenden op hun eigen manier en vanuit hun eigen belang handelen. En om goed zicht te krijgen op relevante (toekomstige) kennis.
  • Organiseer je proces breed en probeer juist ook de ‘lastige’ mensen uit te nodigen. Om goed naar ze te luisteren én om ze te activeren.

'Het was veel trekken en duwen om de bijeenkomst te organiseren (alle betrokkenen waren aanwezig) maar met de goede mensen ontstaat er uiteindelijk wél energie; mensen willen meedenken en komen dan met verrassende oplossingen en verbindingen.'