Hoofdstuk 1

Dit artikel hoort bij: Bodem+ Jaarwerkplan

Spoed en ondersteuning Uitvoeringsprogramma Convenant Bodem en Ondergrond 2016-2020

Illustratie Bodem+ oranje

Samen leren ontwikkelen in de praktijk

Net als voorgaande jaren blijft Bodem+ het gezamenlijk Uitvoeringsprogramma van het Convenant Bodem en Ondergrond en het Convenant Bodem en Bedrijfsleven ondersteunen. Met personele inzet (onder andere programma- en projectsecretarissen), huisvesting, communicatie en inkoopprocessen. Het jaarwerkplan 2017 van het Uitvoeringsprogramma Convenant Bodem en Ondergrond maakt géén onderdeel uit van dit jaarwerkplan 2017 van Bodem+, maar kent eigen stuurlijnen via het Programmateam en de Stuurgroep Ondergrond, Bodem en Grondwater. Beide jaarwerkplannen zijn wel volledig op elkaar afgestemd en belangrijker, dagelijks vindt afstemming plaats op de werkvloer en het financiële beheer is in één hand.

Hoofddoelen 2017

Binnen het Uitvoeringsprogramma Convenant Bodem en Ondergrond 2016 - 2020 wordt gewerkt aan 2 sporen:

  1. De afronding van de spoedoperatie: realiseren van de (gezamenlijk nader te definiëren) minimale bodemtoestand die nodig is voor het huidige gebruik/functie zonder onaanvaardbare risico’s voor mens en milieu. Activiteiten in dit spoor komen met name samen in de aanpak van de warme overdracht van taken van de huidige bevoegde overheden Wet bodembescherming (Wbb) naar gemeenten en waterschappen.  
  2. De verbreding van bodem en ondergrond en integreren daarvan in Omgevingsvisies om daarmee een bijdrage te leveren aan maatschappelijke opgaven. Dit spoor, al eerder ingezet vanuit de bodemsector zelf, krijgt een extra versnelling en urgentie door de ontwikkelingen rond de Omgevingswet en de Structuurvisie Ondergrond (STRONG). Beide sporen worden in het Uitvoeringprogramma ook ondersteund met activiteiten gericht op monitoring, kennis, informatiebeheer en communicatie.

Ondersteuning van het leer en ontwikkelproces in de regio

Voor deze beide sporen zullen we dan ook vanuit het Uitvoeringsprogramma in 2017 intensief contact onderhouden met de regio’s, door het organiseren van of participeren in regionale bijeenkomsten of conferenties. Het versterken van beide sporen heeft, vanuit het uit te werken beeld van de beheersituatie onder de Omgevingswet, onze grootste aandacht. Omdat deze opbrengsten vervolgens weer een plek moeten krijgen in de omgevingsvisies ligt daar ook de cruciale link met de Omgevingswet implementatie spoor en andere (landelijke) programma’s. Alle activiteiten worden zoveel mogelijk in samenwerking of in afstemming uitgevoerd met aanpalende projecten en programma’s, zoals binnen Aan de slag met de Omgevingswet en Bodem+ (accountmanagers, specialisten rondom relevante onderwerpen).

Budgetverdeling en capaciteit

Qua ondersteuning vanuit Bodem+ op het gebied van een inhoudelijke koppeling is de planning:

  • Specifieke inzet van 2,6 fte ter ondersteuning van bovengenoemde activiteiten en 1,1 fte voor deze koppeling met andere Bodemplussers (accountmanagers en specialisten rond relevante onderwerpen zoals bodemdaling, klimaatadaptatie, bodeminformatie beheer en informatiehuis, initiatief Bewust Bodemgebruik, implementatie omgevingswet, energietransitie, natuurlijkkapitaal ed).
  • Voor algemene ondersteuning:  0,3 fte ondersteuning voor facilitair, financieel, administratief, communicatief, ICT, juridisch en met inkooptrajecten.
Naschrift hoofdstuk 1