Olievlek - Transitie richting de haarvaten

Sinds juli 2017 zijn de Uitvoeringsprogramma’s van het Convenant Bodem en Ondergrond, het Convenant Bodem en Bedrijfsleven en STRONG vervlochten tot 1 gezamenlijk Uitvoeringsprogramma Bodem en Ondergrond. Ook in 2019 blijven wij dit uitvoeringsprogramma ondersteunen. Met personele inzet, communicatie, inkoop- en financiële processen en facilitaire diensten. Het jaarwerkplan van het Uitvoeringsprogramma Bodem en Ondergrond maakt geen onderdeel uit van het jaarwerkplan Bodem+, maar kent eigen stuurlijnen via het Programmateam en de Stuurgroep Ondergrond, Bodem en Grondwater. Beide jaarwerkplannen zijn wel volledig op elkaar afgestemd. Belangrijker nog is dat er dagelijks afstemming plaatsvindt op de werkvloer en dat het financiële beheer bij 1 partij (RWS) ligt.

Hoofddoelen 2019

In 2019 moeten we versnellen om het gat te overbruggen tussen de lopende (trage) transitie van de bodem- en ondergrondsector en de groter wordende urgentie in de praktijk. Het accent zal liggen op:

  • concretiseren van de verbinding tussen landelijke en regionale netwerken en programma’s rond de maatschappelijke opgaven (klimaat, energie, landbouw, drinkwater) en bodem en ondergrond (samenhang in bodem- en watersysteem en 3D-ordening);
  • stimuleren van het verbeteren van de lijnen tussen bestuur, management en specialisten op het gebied van bodem en ondergrond (hoe krijgen we bodem en ondergrond meer op de bestuurlijke agenda);
  • vraaggestuurd ondersteunen van de olievlekwerking van opgedane kennis en ervaring richting de haarvaten van het netwerk van de Leefomgeving. Deels is dat kennisdoorwerking, deels zullen we ook partijen ondersteunen binnen bestaande programma’s om een nieuwe werkwijze te ontwikkelen.

De essentie van het ‘nieuwe werken’ in visie-, plan- en projectontwikkeling is:

  • vertrekken vanuit en gedeelde maatschappelijke opgave (bestuurlijke opdracht);
  • ieders vakmatige professionaliteit waarderen en gebruiken;
  • disciplinaire deelbelangen (bodembelang, waterbelang, etc.) loslaten;
  • focussen op maatschappelijk gewenste kwaliteiten (bijvoorbeeld in termen van people, planet en profit of gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde).

Actieprogramma 2019

Het actieprogramma 2019 bestaat uit 3 delen:

  1. Artikel 2 en 3 uit het convenant en een deel van de Structuurvisie Ondergrond. Het gaat hier om de transitie-opgave waarbij bodem en ondergrond integraal worden meegenomen bij maatschappelijke opgaven en ontwikkelingen. In dit actiepunt gaat het om het ontwikkelen van eigenaarschap, bestuurlijke aandacht, vakmanschap en een gemeenschappelijke taal en werkwijze. Einddoel is duurzaam beheer en gebruik van bodem en ondergrond. Met het bieden van ondersteuning aan decentrale overheden, inhoudelijke verdieping en integratie en het stimuleren van leren en innoveren geven wij invulling aan deze transitie. Zo zal in 2019 een vervolg komen op de in 2017 uitgevoerde verkenningen naar thema’s die vanuit STRONG waren aangemerkt als relevant voor de verdere invulling van de afgesproken ambities.  
  2. Artikel 4 t/m 10 en 12 uit het convenant. Dit actiepunt gaat over beheer van bodemverontreiniging, afronding SPOED en decentralisatie. Hier gaat het om een transitie van saneren naar het (gezamenlijk) eigenaarschap (inclusief vakmanschap) van duurzaam beheren.
  3. Artikel 11 en 13 t/m 17 uit het convenant: financiële middelen, communicatie, monitoring, kennis en informatiebeheer. Juist deze ondersteunende activiteiten hebben veel interactie met activiteiten die anderen buiten het uitvoeringsprogramma ondernemen. Daarom is het van belang deze activiteiten verder te ontwikkelen en uit te voeren in nauwe afstemming met de netwerkomgeving van het uitvoeringsprogramma.

We werken projectmatig waar het kan en procesmatig waar het moet. Het convenant en de Structuurvisie Ondergrond bevatten een aantal concrete samenhangende opgaven. Projectmatig pakken we met name het verfijnen en voortzetten van de spoedaanpak aan. We borduren voort op de bewezen succesvolle aanpak die bestaat uit monitoren, signaleren, agenderen en stimuleren/ondersteunen. De activiteiten die op de transitie van decentralisatie en integratie en de Omgevingswet zijn gericht, vragen nog veel meer om een procesmatige aanpak.

Het actieprogramma is gericht op het invulling geven aan de transitie van de Omgevingswet, het vormgeven van samenwerking en het verdelen van rollen, taken en verantwoordelijkheden. De transitie-opgave vraagt om een verandering van cultuur door een veranderaanpak (leren, ontdekken, experimenteren). 

In 2019 blijft het Uitvoeringsprogramma werken aan de ontwikkeling van de noodzakelijke kennis om dit proces te ondersteunen, maar verschuift het accent steeds meer naar kennisdoorwerking.

Voor de opgave ‘Ondersteuning Uitvoeringsprogramma Bodemconvenant’ hebben wij voor 2019 circa 6,1 fte aan capaciteit gepland.